Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Natuur

Een nieuw zeegrasveld voor het Grevelingenmeer

Het gras is altijd groener bij de buren. Dat gaat ook op voor zeegras. In de Waddenzee groeit het welig, maar in het Grevelingenmeer heeft het gras het moeilijker. Marloes nam een kijkje bij de aanplant in Zeeland.

In de afgelopen vijf jaar werd er volop onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor herstel van zeegrasvelden in het Grevelingenmeer. Welk gras zou er het best groeien in het Zeeuwse water? Het uitplanten van zeegras dat geoogst wordt in Denemarken, zou het meest succesvol zijn. De volwassen planten worden uitgegraven en naar Zeeland vervoerd, waar ze met de hand weer geplant worden. Een arbeidsintensief klusje waar een team ecologen, biologen en vrijwilligers voor nodig is. Het is een project dat de komende vijf jaar zal duren – met als doel om in ieder Zeeuws meer een zeegrasveld van vijf hectare te realiseren.

Krabben en pieren

In het Grevelingenmeer bleek onder andere de grote populatie krabben een obstakel te zijn voor een succesvolle aanplant van zeegras. De dieren ‘knippen’ het gras af en eten de zaden op. De kooien die bedacht waren om krabben af te weren, bleken juist krabben aan te trekken. Ook pieren hebben het uitstekend naar hun zin in de bodem van het Zeeuwse water. Ze woelen de bodem op sommige plekken zo om dat  jonge planten begraven worden. Verschillende methodes werden getest en duidelijk werd dat ‘safety in numbers’ ook opgaat voor zeegras. Hoe groter en dichter het veld, hoe minder last het heeft van soorten die de nieuwe aanplant bedreigen.

Zeegrasherstel Waddenzee en Zuidelijke Delta

Al jaren wordt hard gewerkt om het zeegras langs de Nederlandse kust verder te herstellen. Daarmee zijn al spectaculaire resultaten geboekt: in de Waddenzee is het aantal plantjes gegroeid van 200.000 naar meer dan een miljoen. Samen met Witteveen+Bos, de RuG en Altenburgh & Wymenga zet The Fieldwork Company zich nu ook in voor de opschaling van het zeegrasherstel. Een 5-jarig onderzoeksproject in opdracht van Rijkswaterstaat richt zich op continueren van het huidige succes én terugbrengen van zeegras aan de Zeeuwse kust.

Aan de slag

Drie dagen lang werd er in Lymsfjord, Denemarken zeegras verzameld en dat gaan we nu planten in het Grevelingenmeer. Het zeegras is met wortels en grond in buizen vanuit Denemarken naar Zeeland gekomen. Aan de onderzijde zijn de buizen afgesloten met een dop, de zogenaamde ‘cores’.

Op de bodem van het Grevelingenmeer is met lijnen een enorm raster uitgezet met vakken van vier vierkante meter. Dit raster gaan we als een schaakbord beplanten. Een leeg vak en een vak met zeegras wisselen elkaar af. Het water is hier slechts 80 cm diep, toch ben ik blij dat ik een duikset op mijn rug heb. Ieder team bestaat uit een duiker en een helper/snorkelaar.

De taak van de duiker: graaf een gat. Dat kan met verschillende gereedschappen, maar al snel ben ik er achter dat gewoon met je handen graven het makkelijkst is. Het kraakheldere water verandert direct in een modderpoel zodra je begint te graven. Door het stof heen krijg ik van Bart, die me helpt, een buis aangereikt. Hij heeft de dop alvast los gedraaid zodat ik die eraf kan halen als ik de core bij het gat heb geplaatst. Ik steek mijn hand met de rode dop omhoog. Bart ziet hem uit de stofwolk opduiken en bergt hem op in de verzamelzak. Voorzichtig schud ik de plant uit de buis en plaats ik hem in het gat – dat gat is overigens ondertussen weer dichtgeslibd, ik moet het wéér openmaken. De lege buis steek ik boven mijn hoofd uit zodat Bert hem weer kan aanpakken. Ik stamp het gat weer zo goed mogelijk aan zodat de plant stevig staat. En dat was dan nummer één… Zo plaatsen we 12 cores in ieder vak.

Er zit wat beweging in het water en het stof verdwijnt snel. Zodra we klaar zijn met een vak, zien we dat in het vorige vak het zeegras al vrolijk in het heldere water staat te wuiven. Wat een gaaf gezicht!

Graafmachine

Ik krijg er steeds meer handigheid in en graaf flink door. Ik probeer er niet te veel na te denken over wat er allemaal in de bodem zit en welke obstakels ik voel. Schelpdieren, die herken ik, maar ook nog wat ongeïdentificeerde kruipende objecten. Dankzij al het stof zie ik het niet, dus ik kan prima doen alsof het er niet is. Maar ik ben wel blij dat ik mijn dikke neopreen handschoenen aanheb.

Ineens zie ik iets uit de bodem omhoog steken als de miniperiscoop van een onderzeeër. Een van de schelpdieren voelt onraad en steekt zijn sifon boven de bodem uit om te ontdekken wat er allemaal gebeurt. Wat bijzonder om te zien hoe het dier zijn omgeving aftast en afspeurt. Ik besluit het volgende plantje wat verderop te zetten en deze schelp met rust te laten.

We schuiven steeds een vak door en werken zo met meerdere teams naar elkaar toe. Goed teamwork want ineens zijn we klaar. We verzamelen de kratten waar de cores in stonden, en halen de lijnen van het raster weer weg. Het is stralend weer, het stof is weggedreven en ineens kunnen we vanaf de boot zien hoe de ’tuin’ is geworden. Vanaf de oppervlakte zien we overal zeegras staan. De golfjes zorgen voor lichtpatronen op de bodem en de honderden kwallen die tussen het gras door zweven, maken het plaatje helemaal af. Daar kan geen tuinarchitect tegenop!

Water, zon en aandacht

We varen terug naar de haven waar de boten uitgeladen worden. Deel één van de klus zit erop. In de komende periode wordt regelmatig gemonitord hoe het zeegras het doet en welke diersoorten er in het gebied te vinden zijn. Er wordt onderzocht hoe een zeegrasveld het beste zelfredzaam gemaakt kan worden, wat de beste plekken zijn om een veld aan te leggen en of de hersteltechnieken nog verbeterd kunnen worden. Er is nog veel werk te verzetten, maar deze stap is gemaakt. En aan water, zonlicht en aandacht heeft dit zeegras vandaag in ieder geval geen gebrek.

Waarom zeegras?

Zeegrasvelden zijn de basis van een gezond ecosysteem, net als bijvoorbeeld mosselbanken en oesterbanken in de Nederlandse wateren, maar ook koraalriffen en mangrovenbossen in tropisch water. Een zeegrasveld is een schuilplaats voor dieren, een kraamkamer en een gebied met voedsel. Het zeegras zorgt voor helderder water en het houdt CO2 vast. Dat laatste doet een zeegrasveld zelfs dertig keer zo efficiënt als een regenwoud.

Terug van weggeweest

Door de aanleg van dammen, een verslechtering van de kwaliteit van het water en ziekten is zeegras helemaal uit de Nederlandse wateren verdwenen. Bijzonder is dat het zich na afsluiting van het meer in eerste instantie in het Grevelingenmeer erg goed aanpaste aan de verandering van zout naar brak water. Het ging de diepte in en de voortplantingsstrategie veranderde van een eenjarige plant naar een meerjarige. De soort verdrievoudigde zich zelfs in deze periode. Maar deze verandering werd ook de ondergang toen de sluis in de Brouwersdam geopend werd en het water weer zouter werd. Het gras kiemde niet meer en verdween volledig. De waterkwaliteit is tegenwoordig stabieler en met de aanplant van gezonde planten zouden er weer zeegrasvelden kunnen ontstaan.

1 reactie

  1. Wat interessant en vooral ook positief, dit! Als het gras twee kontjes hoog is kom ik graag eens kijken. Ik ben erg benieuwd naar het vervolgverhaal en de ontwikkelingen.
    Je schrijft als een tierelier, klasse.

    REAGEREN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief