In totaal werden er 59 waarnemingen van bruinvissen genoteerd, waarvan 3 kalfjes. Na het weghalen van de zekere dubbeltellingen bleven er 40 dieren over. Na het plotten van alle waarnemingen en zorgvuldig beoordelen op een kaart zal dit getal misschien nog licht bijgesteld kunnen worden. Maar het waren in ieder geval meer dieren dan in 2017 (34).

Woordvoerder Frank Zanderink spreekt op NU.nl van een gezonde populatie. «De slechte tijd is achter de rug, er zit weer groei in.»

Stichting Rugvin doet al jaren onderzoek naar het voorkomen van bruinvissen in de Oosterschelde. Vastgesteld is dat deze kleine walvisachtigen maar beperkt door de Oosterscheldekering zwemmen en dat de hoge sterfte sinds 2011, grotendeels door verhongering werd veroorzaakt.

In 2011 werden maximaal 61 bruinvissen geteld. Dat aantal is in de jaren erna niet meer geteld. In 2017 halveerde de populatie bijna, toen er dus 34 bruinvissen werden gespot. Er is nu weer sprake van een natuurlijke aanwas.

Bruinvissen zijn de kleinste soort walvisachtigen in de Noordzee en lijken op dolfijnen. Volwassen dieren zijn tot 1.80 tot 1.90 meter lang, kalfjes zijn ongeveer 70 tot 80 centimeter. Wat deze groep uniek maakt, is dat zij het hele jaar in de Oosterschelde verblijven.

Stichting Rugvin richt zich op het uitvoeren van onderzoek gericht op soortendiversiteit, populatiedynamica en gedrag van walvisachtigen in de Noordzee en Oosterschelde. Daarnaast zet Stichting Rugvin zich in de hierbij verzamelde data aan de Nederlandse bevolking uit te dragen door middel van voorlichting en educatie.