Carla van Westing – Hollands water
Na heerlijk op vakantie te zijn geweest en vorige week al een verzamelduikje te hebben gemaakt gaat Carla van Westing dit weekend weer eens voor haar plezier de Oosterschelde in.
Lekker snuffelen en kijken of het water inderdaad zo helder is als ik in allerlei berichten heb gelezen. Ik sluit aan bij Lilian en René bij de brug. Als het zicht echt zo goed is, moeten we makkelijk bij elkaar kunnen blijven.
Omdat ik later nog verplichtingen heb, kiezen we ervoor om een uurtje te vroeg te water te gaan. Het stroomt best nog wel, maar het is goed te doen. En het wordt zo minder natuurlijk als we richting de kentering gaan. Het zicht is inderdaad erg goed, wat een genot zeg. We gaan achter de pijler zoeken naar paarse kokerwormen en roze wormpjes. Die willen Lilian en René graag zien.
We vinden een heleboel Polycera’s en een aantal Janolus hyalinus. Een schattig sepiaatje en erg veel fluwelen zwemkrabben. Wat zijn die toch altijd agressief! Staan meteen met hun scharen omhoog als je in de buurt komt. We vinden nog een sepiaatje en een erg mooi dahliaatje. Heel helder van kleur. Ook zien we, voor het eerst in mijn duikcarriëre, een heremietkreeft zonder huis. Heel bijzonder. Best een raar beest om zo te zien. En een joekel van een Geitordorus, echt een plakkaat op een steen. Altijd leuk om te vinden, vind ik tenminste. We zien best veel, maar wel allemaal het “gewone spul”, maar genoeg om een erg leuke duik te hebben. Wel moet ik zeggen dat ik het na een uur best fris begon te krijgen. Moet nog even acclimatiseren na onze vakantie. Maar het went wel weer ga ik van uit.
Na een hele gezellige verplichting zaterdagavond, vinden Harry en ik het zondag ook wel mooi weer om naar Zeeland te rijden. We zijn een beetje laat voor de kentering en besluiten dan ook maar even naar de Bergsediepsluis te gaan. Is lang geleden en ik ben best wel een beetje benieuwd hoe het daar is momenteel. Het is niet erg druk gelukkig. Wel zit er een groep Belgen na te kletsen, maar daar hebben wij geen last van onder water. We kleden ons om en lopen naar de trap. Daar heeft zich tot onze verbazing een gezin genesteld met een tentje naast de trap, twee kindertjes en allerlei kookgerei en een hond op de trap. We kunnen er aan 1 kant net langs, omdat ze zo vriendelijk zijn iets op te pakken. Harry heeft het Nederlandse water nog niet gevoeld en het valt hem best tegen in zijn natpak. Maar we gaan uiteraard toch onder. Hij wil ook wel sepiaatjes zien.
Dus op zoek. Ook hier is het zicht erg goed en we zakken niet te diep af. Onderin is het zo doods en blubberig. We blijven op een diepte waar we nog wat oesters en stenen zien. Na een tijdje zie ik een zeer goed gecamoufleerd exemplaar sepia. Bijna helemaal onder het zand. Ik probeer er een beetje leven in te krijgen door met mijn lamp te zwaaien, maar deze is duidelijk aan een tukkie toe. Hij/zij beweegt wel, maar eigenlijk alleen om wat meer zand op het ruggetje te krijgen en zich nog meer te verstoppen. Maar ja, toch eentje gevonden.
Verder zien we eigenlijk niet zoveel. Wat grote Elysia viridis en wel een heleboel krabbetjes en grondeltjes. Maar daar blijft het ook bij. Het is nog steeds geen opwindende plek, zeker niet in dit jaargetijde waar het op andere stekken ook niet overloopt van het leven. En toch was het lekker om even van de buitenlucht, het lekkere weer en het water te genieten. Je weet maar nooit hoe het volgend weekend is!