Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Reizen

Het Arubaanse nachtleven

Op Aruba duik je vaak vanaf een boot, maar ook de kantduikstekken zijn op het Caribische eiland de moeite waard. Tres Trapi is favoriet bij fotograaf Joost Boerman.

Eigenlijk is het op Aruba altijd mooi weer, maar als wij speciaal voor dit verhaal een nachtduik willen maken, komt het water met bakken uit de lucht. Leuk voor de foto’s van de omgeving: “zie hier de blauwe Caribische Zee bij het zonnige Aruba”. Vandaag even niet, de andere 364 dagen van het jaar wél!

Regen of niet, het is onze vrije dag, de duikflessen zijn al opgehaald en zijn op de achterbank van Lisa’s auto, die geen achterruit heeft, toch al nat geworden. En waar hebben we het over? Het zeewater is evengoed lekker warm. We gaan het ‘nachtleven van Aruba’ in.

Donkere wolken boven Tres Trapi.
Wachten tot het donker wordt bij Tres Trapi.

Bij Tres Trapi staat wel wat golfslag. Mijn favoriete route onder water is vandaag niet de beste. Normaal zwem ik graag vlak langs de rotsen in het ondiepe water omdat daar altijd van alles te zien is. Je hoeft dan alleen maar de lange rotsmuur naar links of rechts te volgen in het ongeveer twee meter diepe water. Op de wand zijn veel naaktslakken te vinden, maar ook octopussen, soms een frogfish, zee-egels en ’s nachts veel slapende vissen in de spelonken van de wand.

Wat niet kan, dat kan niet. Dit keer zwemmen we zodra de schemering valt, weg van de kant over het witte zand en de veldjes met zeegras. Overdag, vooral in de ochtend, is Tres Trapi populair bij toeristen, die er snorkelen en soms ook duiken omdat er eigenlijk altijd wel schildpadden zijn. Voor mij is deze duikplaats juist favoriet voor een nachtduik – zitten er altijd veel pijlinktvissen. En vanavond zijn wij de enige duikers!

In het zeegras ontdekt Lisa direct een grote heremietkreeft. En niet veel later laten de eerste pijlinktvissen zich zien in het licht van mijn focuslamp. Het zijn kleintjes, meer dan 2 centimeter lang zijn ze niet. In de deining stoei ik met mijn lampen en flitsers en er ontstaat flink wat stof. De golflsag of…? Maar het resultaat is dat er op de foto’s best wat backscatter te zien is. Ik baal er flink van. Als Lisa me een signaal geeft dat ze naar de kant terug wil, zwem ik dan ook direct mee. De navigatie hebben we goed onder controle, want we komen op de terugweg langs de dikke heremietkreeft die we al eerder hebben gezien. Die heeft vast geen grote afstand afgelegd en we gaan ervan uit dat we weer in de buurt van het trappetje zijn.

In het ondiepe water is de golfslag goed te voelen – om misselijk van te worden. Ineens zien we nog een beerkreeft. Ik probeer nog wat foto’s te maken, maar het is lastig om de camera stil te houden. Ik doe een laatste poging bij de kleine schorpioenvis in het zeegras en dan vinden we het genoeg – tijd om het water uit te gaan. We hebben een uurtje in het water gelegen en hoe gekt het ook klinkt, ik krijg het een beetje koud.

De duikspullen gaan op de achterbank en krijgen onderweg naar huis automatisch een spoelbeurt. Dat is dan weer het voordeel van dit weer. Maar de andere 364 dagen van het jaar spoel ik toch liever zelf weer.

Fotograaf Joost Boerman reist de wereld over op zoek naar de mooiste onderwaterfoto.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief