Relaxt duiken in Garajau
Sinds 1986 heeft Madeira het nationale park Garajau, waar het onderwaterleven beschermd is. Susan Dogterom maakt er kennis met relaxte vissen, die zich niets aantrekken van duikers. Deel twee van de vierluik.
Aan de zuidkust van Madeira is een zeereservaat met de naam Garajau. De vader van de eigenaar van de duikschool waar wij duiken, heeft ervoor gezorgd dat dit gebied in 1986 werd beschermd. Er mag niet gevist worden, maar gelukkig mag je er wel duiken. Je betaalt daarvoor een kleine toeslag zodat het park kan worden onderhouden. Er liggen meerdere boeien waar de boten van de duikscholen kunnen aanleggen.
Vanaf het duikcentrum is het, afhankelijk van de golven, tien tot vijftien minuten varen. Gids Jessica gaat met ons mee en meteen bij het aan boord gaan, kunnen we zien dat ze dit niet voor het eerst doet. Wij en de andere duikers staan te treuzelen en wachten de beste golf af om vanaf de kade de boot op te stappen. Als het zover is, gaat dat toch wat onhandig. Makkelijker is om eerst in het water te springen en dan in de boot te klimmen. Daarna vaart de boot weer naar de kade en stapt Jessica, die ook nog een loodzware kist met eerstehulpmiddelen meedraagt, zonder enige moeite de boot in. Je voelt je dan toch een beetje minder competent.
De schipper zegt dat de golven meevallen, maar ik vind ze toch wat hoog. Gelukkig weet Jessica al dat ik snel zeeziek word en we hebben afgesproken dat ik aangeef als het fout dreigt te gaan. Ik mag dan bij aankomst meteen het water in. En dat is precies wat ik doen. Langs de geankerde boei daal ik af. Op vijf meter diepte, buiten bereik van de golven, wacht ik rustig aan de lijn op de andere duikers. Dat voelt een stuk beter dan op de golven te blijven rollen. De maximum diepte is hier 25 meter. Je kunt wel dieper, maar daar is een aflopende zandvlakte, waar waarschijnlijk veel minder te zien is tussen de rotsen.
Niets te vrezen
Onder water blijkt meteen dat een nationaal park een positieve invloed heeft op de visstand. Er zijn hier meer en grotere vissen. We zien direct al barracuda’s en grote makrelen. Er leven hier ook meerdere grote tandbaarzen. Gids Jessica heeft ze namen gegeven. Elvis lijkt de grootste en is ook het minst onder de indruk van ons. Hij blijft rustig op zijn plek hangen terwijl ik foto’s maak. Nu heeft hij ook weinig te vrezen. Onder water lijkt natuurlijk alles groter, maar ik en de mededuikers vinden hem toch zeker anderhalve meter lang – en ook best breed. Van dichtbij is hij echt indrukwekkend. Bij een latere duik ligt hij op het zand terwijl hij wordt ‘gepoetst’ door een garnaal en zelfs dan blijft hij rustig liggen. Dat heb ik niet eerder meegemaakt. Meestal zie je ze in de verte en gaan ze er snel vandoor zodra ze je zien. Hier voelen ze zich dus veilig, ze zijn aan duikers gewend.
Keuzes
Maar er is meer te zien. Zelfs de anemonen zijn hier een stuk groter dan anders, maar dat is misschien toeval. Doordat je iets verder uit de kust duikt, staat er eigenlijk bijna altijd wel wat stroming. Soms wat sterker, maar wij kunnen er altijd tegenin zwemmen indien nodig.
Het blijft niet bij deze duik, dit wordt een plek waar we vaker terugkomen. Er is een kleine grot vol leven, die zeker de moeite waard is om doorheen te duiken. Als we eruit komen en terug op het zand zijn, probeer ik de buisalen voorzichtig te naderen om ze op de foto te zetten. Ik word afgeleid door een nieuwsgierige trekkervis die de aandacht opeist. Soms is het moeilijk kiezen waar je foto’s van neemt. Maar als er dan weer een grote tandbaars in beeld zwemt, is die keuze snel gemaakt!