‘Zingend’ prooi lokken
Walvissen produceren specifieke geluiden tijdens de jacht waarmee ze mogelijk prooien lokken.
Met de opvallende tikkende geluiden vernielen de gigantische zoogdieren mogelijk de schuilplaatsen van vissen die zich in het zand op de zeebodem verstoppen. Ook trekken de walvissen met het ‘gezang’ mogelijk soortgenoten aan, die ook honger hebben. Dat melden Amerikaanse onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports.
Opnames
De wetenschappers bevestigden bij hun studie tijdelijk GPS-chips aan 54 bultruggen. In de chips zat ook opname-apparatuur waarmee het gezang van de walvissen kon worden geregistreerd. De getagde walvissen leefden allemaal voor de kust van de Amerikaanse staat Massachusetts. De gegevens die werden verzameld met de computerchips bieden de wetenschappers inzicht in de momenten waarop de dieren zingen en hun posities in het water en ten opzichte van elkaar.
Zandspieringen
Uit het onderzoek blijkt dat de dieren opvallende tikkende geluiden maken als ze ’s nachts jagen in de diepste delen van de oceaan. Over dit soort gezang is nog maar weinig bekend. Volgens hoofdonderzoekster Susan Parks van Syracuse University zitten de dieren waarschijnlijk achter zandspieringen aan als ze de tikgeluiden maken. Deze baarsachtige vissen verstoppen zich in het zand op de zeebodem. De trillingen die in het water ontstaan door het walvissengezang, zorgen er mogelijk voor dat de vissen uit hun schuilplaatsen worden gespoeld.
Bel
Parks vergelijkt de geluiden ook met een soort bel die wordt geluid voor het diner. Volgens de wetenschapper suggereren de onderzoeksgegevens namelijk dat walvissen met het gezang ook soortgenoten lokken. “Onze bevindingen suggereren dat walvissen op de geluiden afkomen, omdat ze weten dat er voedsel te halen is”, verklaart ze op nieuwssite ScienceDaily.
Het is niet uitgesloten dat de dieren ook samenwerken bij de jacht op zandspieringen. “Het is al langer bekend dat bultruggen aan het oppervlak van de zee soms samen jagen op prooien”, aldus Parks. “Recente studies tonen aan dat ze misschien ook samenwerken als ze hun zinnen hebben gezet op dieper levende prooien.”
Bron: NU.nl