Provincie Zeeland legt Rijkswaterstaat dwangsom op
De provincie Zeeland heeft Rijkswaterstaat een dwangsom opgelegd van in totaal twaalf miljoen euro voor het gebruik van te fijn zeegrind bij de oeverversteviging op drie plaatsen in de Oosterschelde.
Rijkswaterstaat krijgt een jaar de tijd om het euvel te herstellen. Gebeurt dat niet, dan treedt de claim in werking.
Volgens gedeputeerden George van Heukelom (Handhaving) en Carla Schönknecht (Natuur) is met Rijkwaterstaat gesproken over de geconstateerde overtreding van de natuurwetvergunning. Van Heukelom: “Maar ze waren niet van zins om het op te lossen.” Het bedrag van vier miljoen euro per locatie is afgestemd op de verwachte herstelkosten. Door de claim hoger te leggen, hoopt de provincie te voorkomen dat Rijkswaterstaat de makkelijkste weg kiest en slechts betaalt. Het meest voor de hand ligt in dat geval dat de locaties worden overgestort met een grovere steensoort.
Het zeegrind is gestort aan de dijkvoet bij Burghsluis, de Schelphoek en Levensstrijd. In de vergunning was uitgegaan van staalslakken van 4 tot 20 centimeter doorsnee. Het gebruikte zeegrind varieert van 1,6 tot 6,4 centimeter. Daardoor onstaat een te dichte bodemstructuur waar letterlijk geen plaats is voor de kreeft. De overtreding van de natuurwet was november vorig jaar aangekaart door de Vereniging van Beroepsvissers en natuurbeschermingsorganisatie Stichting de Oosterschelde.
Bron: PZC.nl
Foto: Ron Offermans
