Meerdere waarnemingen van zeldzame gekraagde vlokslak
De zeldzame gekraagde vlokslak werd voor het eerst in het najaar van 2012 op de Nederlandse kust aangetroffen. Zeer recent zijn er nu meerdere exemplaren in de Oosterschelde aangetroffen.
Sinds de ontdekking in 2012 is de gekraagde vlokslak een zeldzame zeenaaktslak gebleven. Er werd slechts een klein aantal exemplaren in de meest westelijke Oosterschelde aangetroffen. Zeer recent zijn er nu meerdere exemplaren in de centrale Oosterschelde bij Zierikzee met eikapsels en een enkel exemplaar bij Goes aangetroffen. Hiermee is het gebied waar deze fraaie zeenaaktslak zich heeft gevestigd aanzienlijk uitgebreid en lijkt de soort zich in de Zeeuwse Delta ook succesvol te kunnen voortplanten.
De gekraagde vlokslak (Aeolidiella alderi) is op de West-Europese kust een niet algemeen voorkomende soort zeenaaktslak. Hij is bekend van een beperkt aantal plaatsen rondom de Britse eilanden en de Franse kust tot in de Middellandse Zee. In het late najaar van 2012 en de daarop volgende winter werden een klein aantal exemplaren voor het eerst op de Nederlandse kust, in de meest noordwestelijke Oosterschelde, aangetroffen. Tot aan de winter van 2013/2014 werden ze hier niet meer teruggevonden, totdat er wederom en uitsluitend op dezelfde locatie in februari 2014 weer enkele exemplaren door strandjutters en sportduikers werden gevonden. De specifieke en eenvoudig te herkennen eisnoeren werden tot dan toe niet waargenomen. Daarmee ontbrak het ons aan aanwijzingen voor een succesvolle voortplanting en verspreiding in de Zeeuwse Delta.
Veel soorten zeenaaktslakken hebben tijdens hun larvale ontwikkeling een zogenaamd planktonisch stadium. Deze larven verblijven vaak maanden zwevend in het water en kunnen zo door de getijdenstroming over grote afstanden verplaatst worden. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan een snelle verspreiding van de soort op nieuwe vestigingsplaatsen. De gekraagde vlokslak vertoont echter een geheel andere ontwikkeling. De embryonale ontwikkeling in de eisnoeren wordt niet opgevolgd door een planktonisch larvaal stadium. Na het uitkomen vestigen de jonge slakken zich onmiddellijk op de lokale zeebodem en worden ze dus niet meegevoerd door de getijdenstromingen. Hierdoor wordt de snelheid van de verspreiding van de soort sterk beperkt. Daarom is het des te meer opmerkelijk dat zo kort na de eerste waarnemingen nu ook al exemplaren op geheel andere locaties in de centrale Oosterschelde zijn aangetroffen. Dit doet op zijn minst vermoeden dat de soort nu mogelijk ook op andere plaatsen tussen de centrale en westelijke Oosterschelde aangetroffen kan worden.
De gekraagde vlokslak lijkt uiterlijk sterk op zowel de kleine vlokslak (Aeolidiella glauca) en de verwante zeenaaktslak (Aeolidiella sanguinea). De eisnoeren van deze soorten zijn echter zeer verschillend en zijn, mits ze gelijktijdig met de dieren worden aangetroffen, een belangrijk hulpmiddel voor een eenduidige determinatie. Door de vondst van deze karakteristieke eisnoeren is nu met zekerheid vastgesteld dat de gekraagde vlokslak zich op de Nederlandse kust en met name in de Oosterschelde inderdaad heeft gevestigd. In de literatuur wordt de soort beschreven als voorkomend in het intergetijdengebied: specifiek tussen de hoog- en laagwaterlijn. De eerste Nederlandse waarnemingen zijn daar ook gedaan. De recent waargenomen gekraagde vlokslakken en de eisnoeren zijn echter op een diepte van circa 8 meter aangetroffen. Mogelijk wijst dit op een migratie van de dieren tijdens de voortplanting naar wat dieper water.
In het bericht van maart van dit jaar wordt nog terecht de vraag gesteld of, met name door gebrek aan vondsten van eisnoeren, deze zeenaaktslak wel of geen blijvertje zou gaan worden. Met de vondst van meerdere exemplaren op twee nieuwe locaties in de centrale Oosterschelde en een flink aantal eisnoeren lijkt voorlopig een positief antwoord op deze vraag gegeven te kunnen worden. Aan aanbod van specifiek voedsel kan het niet liggen. De gekraagde vlokslak voedt zich met meerdere kleine soorten zeeanemonen, zoals bijvoorbeeld de gewone en sierlijke slibanemoon en de gewone golfbrekeranemoon. Deze soorten zijn permanent en ruimschoots in de Oosterschelde en ook elders op de Nederlandse kust aanwezig. Stichting ANEMOON is benieuwd of er binnenkort nog meer waarnemingen van gekraagde vlokslakken van verschillende locaties gemeld gaan worden.
Foto’s: Floor Driessen en Peter H. van Bragt
Dit artikel is met toestemming van de auteur overgenomen van Natuurbericht.nl. Met dank aan Angelique van Oorschot, Olivier Simons en Fred de Gast voor het doorgeven van de recente waarnemingen van gekraagde vlokslakken en de eisnoeren.