Meer dino’s in de toekomst?
In de toekomst treffen we door klimaatverandering mogelijk vaker giftige algen in onze kustwateren aan. Onderzoekers Karen Brandenburg en Dedmer van de Waal van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) raden dan ook aan om dit nauwlettend in de gaten te houden met landelijke monitoring. Ze bestudeerden de giftige algenbloeien van zogenaamde dinoflagellaten, die in Zeeland al elk jaar de kop opsteken.
Giftige algen lijken te profiteren van klimaatverandering. Naast de bekende blauwalgen in onze meren komen er ook rode algensoorten voor langs de Nederlandse kust. De veroorzakers zijn dinoflagellaten: een groep algen waarvan de zeer giftige stoffen een risico vormen voor de schelpdierteelt en visserij. De kersvers gepromoveerde NIOO-onderzoekster Brandenburg bestudeerde deze algenbloeien – en de effecten van klimaatverandering – samen met Van de Waal.
Rode gevaar?
“Een groot deel van mijn onderzoek is gericht op Alexandrium ostenfeldii, een dinoflagellaat die voorkomt in Zeeland en daar sinds 2012 elk jaar schadelijke rode algenbloeien veroorzaakt in een kreek,” legt Brandenburg uit. Deze alg produceert neurotoxische stoffen die zich kunnen ophopen in schelpdieren. Deze worden op hun beurt ook giftig, waardoor ze een risico vormen voor de volksgezondheid.
Hoe vormen die algenbloeien zich precies, en zal klimaatverandering dit versterken? Samen met waterschap Scheldestromen hebben de onderzoekers sinds de ontdekking in de Ouwerkerkse kreek in Zeeland veel data verzameld.
Onderzoeksleider Dedmer van de Waal duidt de kansen: “Al in de nabije toekomst verwacht ik dat we meer last gaan krijgen van ongewenste, giftige algenbloeien. Ons advies is om dit in kaart te gaan brengen en goed in de gaten te houden.”
Juist in gematigde streken
“We hebben gevonden dat de effecten van klimaatverandering kunnen leiden tot meer schadelijke algenbloeien wereldwijd,” legt Brandenburg uit. Een hoger gehalte aan CO2 in de atmosfeer en de opwarming van de aarde zijn twee belangrijke punten van klimaatverandering.
Brandenburg keek hoe dit de groei van schadelijke algensoorten op onze planeet beïnvloedt: “Onze resultaten laten zien dat meer CO2 leidt tot een snellere groei van schadelijke algen, in het bijzonder giftige dinoflagellaten. Ook hogere temperaturen zorgen voor een snellere groei, maar alleen in gematigde klimaatzones zoals die van Nederland.”
Ook de voedingsstoffen in het water en het weer hebben invloed. “Met name de grote hoeveelheden voedingsstoffen zoals fosfaat en nitraat in de kreek zorgen ervoor dat er elk jaar een flinke bloei kan ontstaan in de zomer, bij temperaturen boven de 15°C. Je ziet dan meer dan tienduizend algencellen in een milliliter, oftewel nog geen theelepeltje water,” vertelt Brandenburg.
Hoge windsnelheden en veel regenval – met daardoor verlaging van het zoutgehalte in het water – bleken verantwoordelijk voor een behoorlijke afname in het aantal Alexandrium-cellen. Regen en wind stuurden zo sterk de lengte en de duur van de algenbloei in Zeeland.
Waarom deze alg?
Nu zijn er talloze algensoorten, maar waarom is juist deze ‘dino’ zo succesvol? Er blijkt een enorme variatie in celeigenschappen te bestaan binnen de soort en zelfs binnen een Alexandrium-populatie op dezelfde plek, met verschillende ‘stammen’.
“We hebben aangetoond dat stammen uit dezelfde populatie een andere groeisnelheid hebben en verschillende hoeveelheden gifstoffen produceren,” legt Brandenburg uit. Daarnaast verschillen de algen in de snelheid waarmee ze voedingsstoffen opnemen. Brandenburg en Van de Waal: “De verwachting is dat dit enorm kan bijdragen aan succes en verspreiding van deze algen. Helemaal nu er veel veranderingen zijn in de omgeving, door vermesting en klimaatverandering.”
Het promotieonderzoek van Brandenburg laat zien dat er giftige algen in risicovolle concentraties voorkomen in Nederlandse wateren. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen of er ook in andere kreken en kustwateren giftige algensoorten (gaan) voorkomen. Brandenburg concludeert: “We raden dan ook aan het monitoringsprogramma daarop af te stellen.
Het onderzoek is gefinancierd door het Gieskes-Strijbis Fonds.
Bron: NIOO-KNAW
Foto’s: Karin Brandenburg