Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Blog / Natuur

Vijf tips – Hoe vind je een zeepaardje?

Jeroen Thoolen wilde niets liever dan zeepaardjes vinden toen hij half juli onderdook in de Oosterschelde. Maar hoe? Hij heeft vijf tips voor je, gebaseerd op zijn eigen ervaring, én de videobeelden.

Op social media kwamen al mooie platen voorbij van de kudde zeepaarden bij de Bergse Diepsluis. Maar zelfs áls je de stek weet, hoe voorkom je dan dat je de stal mist? Ik heb vijf tips voor je!

Zelf gingen mijn buddy en ik op een zondagavond, eigenlijk omdat we verder geen tijd hadden, maar het levert ook meteen de eerste tip op!

Tip 1 – Ga niet als iedereen gaat!

En dat geldt voor zo’n beetje alle duikstekken: als de parkeerplaats vol staat, dan is het – goh – druk. Je kunt dan ook ónder water verwachten dat je niet alleen bent! Met een beetje pech herken je de juiste locatie aan de enorme stofwolken rond de vindplaats.

Op onze zondagavond is dat niet aan de orde. Twee duikbekenden doen hun eigen rondje. Onderweg kruisen we elkaar en groeten we.

Tip 2 – Duikstekken

De Bergse Diepsluis was al genoemd, maar ook bij de Zeelandbrug, Zoetersbout en Anna Jacobapolder worden deze vissen (jaja!) al jaren waargenomen. Doorgaans zitten ze op stekken met stroming (al is die bij de Bergse Diepsluis verwaarloosbaar). In het Grevelingenmeer en Veerse Meer worden ze zeer zelden, maar ook waargenomen.

Tip 3 – Zorg voor een goed drijfvermogen!

Die tip geldt voor alle duiken. Want helaas, ik noemde ze al bij tip 1: stofwolken. En eerlijk is eerlijk, die maken we allemaal wel eens. Maar er zijn stofwolken en stofwolken. Zeker bij de Bergse Diepsluis waar de bodem kwetsbaar is. Een loshangend attribuut aan je vest is al snel de boosdoener, laat staan een hand of vin. Of iemands gehele duikroute.

In het stilstaande water bij de Bergse Diepsluis kan het even duren voor het zicht is hersteld. Daar gaat het zicht, je kans op een zeepaardje en je kans op mooie beelden!

Tip 4 – Zoek!

De zeepaardjes staan zelden onder aan de dijk of duiktrap te trappelen van ongeduld tot je ze komt bezoeken. Je moet dus soms wat afstanden afleggen voor het juiste sepiatentje. Ja, inderdaad, sepiatentjes. Maar dat had je op de beelden al wel gezien. In de Bergse Diepsluis delen de dieren hun verblijfplaats, maar zeepaardjes kun je ook zwemmend ontmoeten, boven het wier of vastgeklampt aan bijvoorbeeld pauwkokerwormen. Staar je dus niet blind op sepiatentjes.

Nauwgezet scannen we de stokken. De zeepaardjes zien jou met je duiklamp ruimschoots eerder dan jij hen. Ze hebben dan ook alle tijd om zich te verstoppen. Maar hoewel ze daar erg goed in zijn, aan één ding zul je ze altijd kunnen herkennen: hun krulstaartje. Want ze zullen zich toch ergens mee moeten vasthouden in de stroming.

Het krulstaartje...

Ohja, sepia’s. Heb ik nét een zeepaardje voor de macrolens, komt een jaloerse sepia videobomben. Zeg je komt toch altijd voor mij?

Tip 5 – Let op gedrag

Eerder maakte ik een top 5 over het filmen van sepia’s en eigenlijk gelden die tips ook voor zeepaardjes en ander leven. Sepia’s zijn sneller dan zeepaardjes en dus gevoeliger voor je gedrag. Zij slaan snel op de vlucht en verdwijnen snel uit beeld.
Dat is bij zeepaardjes minder het geval, maar ze zijn wel degelijk gevoelig voor spanning. Ze kunnen vluchten, door letterlijk weg te zwemmen of door zich te verstoppen. Let op hun gedrag, maar let vooral ook op je eigen gedrag. Blijf rustig, netjes uitgetrimd en wacht hun gedrag af in plaats van andersom. Misschien laten ze zichzelf weer zien.

Hopelijk heb je met deze vijf tips voldoende handvatten om zelf verantwoord te duiken met zeepaardjes. En mocht dat niet lukken: gelukkig hebben we de beelden nog!

1 reactie

  1. Prachtige video!!!!!!

    REAGEREN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief