Beroepsduiken – Hoe ik een ‘echte’ duiker werd (1)
Oscar Bos is marien bioloog, heel iets anders dan beroepsduiker, denk je. Maar hij duikt wel voor zijn beroep en dus hoort daar ook een beroepsduikopleiding bij. In twee delen vertelt hij hoe hij een ‘echte’ duiker werd.
Wie had dat gedacht! Half februari zit ik om 8 uur ‘s ochtends aan de koffie bij BC-opleidingen in Enkhuizen. Dat ik ooit nog eens een cursus beroepsduiken zou doen! Mijn comfortabele thuiswerk-situatie verandert voor de komende drie weken in een beroepsduik-achtbaan. Ik vertel dat ik als marien bioloog onderzoek doe bij Wageningen Marine Research. We onderzoeken de biodiversiteit op wrakken, plaatsen meetinstrumenten, dat soort werk. Niet te zwaar, en niet te ingewikkeld en prima te doen met een 3* CMAS brevet. Maar officieel mag dat niet van de ARBO, vandaar dat ik nu de beroepsopleiding begin.
Mijn buddy’s komen uit hele andere hoeken en zien zichzelf straks bezig in de offshore (‘lekker uit je tassie leven’), voor scheepsinspecties (‘ik werk al bij een duikbedrijf’), als opleider (‘ben al 9 jaar duikinstructeur’), of moeten nog maar zien waar ze belanden. Ik blijk de enige die de A3 cursus doet: duiken met een fles (Scuba) tot 30 meter. De rest gaat voor de zesweekse B3 cursus. Dat wil zeggen: duiken met lucht door een slang (SSE-duiken).
De cursus wordt begeleid door een hele reeks professionals, waaronder ex-kikvorsmannen, een beroepsduiker en diverse brandweermannen. Een van hen is de altijd enthousiaste Hans (ex-defensie duikopleider en ook coach), onze opleider voor de eerste week. We beginnen met de gedragscode: open staan voor elkaar, laagdrempeligheid, samen de eindstreep halen, elkaar helpen en respectvol met elkaar omgaan. Het teamgevoel wordt vlot aangewakkerd.
— We beginnen met de gedragscode. Het teamgevoel wordt vlot aangewakkerd. —
Diepblauwe duiktoren
Daar in Enkhuizen hebben ze het goed voor elkaar. Het moderne betonnen gebouw heeft een verticaal zwembad, een aantal moderne leslokalen en omkleedruimtes. Het ziet er spectaculair uit: twee diepblauwe bassins (9 en 3,5 m diep) met een verbindingsstuk (1,40 m). Ik krijg meteen de neiging om erin te springen, maar houd me in. Hans legt uit dat er 35 camera’s geïnstalleerd zijn, zodat hij de duikers op de TV-schermen precies kan volgen. Aan de ene muur hangt duikapparatuur met felgekleurde slangen voor het SSE-duiken. Ertegenover in een halletje staan onze scuba flessen. Om de hoek bevindt zich een vulstation, een eerstehulpstation en daarnaast een model-autowrak, dat het bad ingehesen kan worden en waarmee cursisten van de brandweer reddingsoperaties oefenen.
We gaan naar een leslokaal met uitzicht op het Markermeer. Eerst krijgen we theorie van ‘zandhaas’ Robbert, ex-defensieduiker. Hij vertelt ons over de scuba-duiksets die we gaan gebruiken. Ze zien er voor mij nogal vreemd uit: dubbel-6 flessen gevuld met 300 bar (‘Interspiro MKIII’), met een ‘reduceer’, antivriesballonnetjes (handig!) en een reservetrekstang. Je hangt de handel ondersteboven op je rug. Belangrijk is om je spullen volgens vaste procedures te checken. Want: als beroepsduiker ben je niet voor de lol bezig. “Straks lig je op 15 meter en ben je aan het kettinghakken” aldus Robbert, “en dit is jouw systeem waarmee je veilig naar je werk moet kunnen”.
Ondertussen wordt de opeenstapeling van informatie vandaag mijn Groningse buddy Jos wat veel en hij deelt dit gevoel meteen in de groep: “Bij mij komt het nu even niet meer binnen”. Hans prijst hem om zijn openheid, zo moet dat straks bij het duiken ook. Dus tijd voor lunch en koffie. In de duiktoren gaat de theorie ‘s middags weer verder. Hans en Robbert leggen ons uit hoe je de duikset opbouwt, hoe je het volgelaatsmasker monteert, wat je doet in geval van nood, wat er op de verschillende checklists staat, en niet onbelangrijk: hoe je koffie zet. In de loop van de middag gaan we onze spullen ophalen in het magazijn en voor het eerst onze duikset opbouwen. Het is even pielen. De kleinere flessen en spaghetti van slangen en banden maken dit niet per se heel makkelijk, vergeleken met mijn normale duikset. Ook testen we de droogpakken, zodat alles gereed is voor morgen.
— Ik voel me als een hondje dat door hoepels moet springen —
Parelen
Dag twee. Omdat vier van de zes cursisten überhaupt nog nooit gedoken hebben, moeten we eerst zo snel mogelijk ‘watervrij’ worden. Het eerste uurtje duiken we nog met een gewone duikbril. Dan meteen met het volgelaatsmasker. We leren goed trimmen door rondjes tussen de twee baden te zwemmen. Van 3,5 meter via 1,40 naar 5 en weer terug. Tikt Hans op de trap, dan is het freeze! Ben je niet goed uitgetrimd, dan zink je of stijg je op en ben je de sjaak. Twee keer tikken en je mag verder zwemmen. Ik voel me als een hondje dat door hoepels moet springen, en hoop na een paar rondjes dat het niet te lang duurt. Maar de nieuwelingen zijn er logischerwijs nog niet allemaal even handig in. Zaka schiet omgekeerd met de voeten naar boven als een dobber. Aan het eind van de dag volgt de evaluatie met ‘tips en tops’. Hans vindt ons super-geconcentreerd, complimenten, maar tipt “houd je hand bij de deflator”, omdat we nog te weinig controle tonen.
De dagen daarna gaan we verder en dieper naar 5 en daarna 9 meter. Beroepsduiker Job, een relaxte gast die al 20 jaar onder water werkt, komt ons helpen om noodopstijgingen met octopus te maken (‘storing tweede trap’). Je moet jezelf altijd kunnen redden, want “geen lucht onder water is geen leven”. Het is mijn beurt. Ik daal af naar een plateautje op 5 meter diepte, kniel voor Job, haal nog even rustig adem en trek dan op zijn signaal mijn volgelaatsmasker af. Ik krijg een plens water in mijn gezicht, maar het is warm zwembadwater, geen punt. Ik schuif het masker rustig om mijn linkerarm om het niet kwijt te raken. En dan parelen, parelen, parelen: kleine belletjes blazen, zodat je nooit een ontplofte long kunt krijgen als je de opstijging maakt. Ik krijg een por van Job omdat ik het parelen in eerste instantie vergeet. Dan de octopus trekken, het mondstuk schoonmaken met je vinger, lucht blazen (‘purgen’) en op hoop van zegen de octopus in mijn mond. De beroepsduik-octopus is een geval apart: een ongewillig kreng met gebruiksaanwijzing. Uiteraard is het een fantastische uitvinding, een heavy duty kampioen die nooit faalt. Maar mijn grootste vriend is hij niet, vooral niet op de momenten dat hij water in mijn luchtpijp spuit. In het ondiepe ging het al een paar keer mis, en nu weer. Hoe is het mogelijk, vraag ik me af. Ik heb nog nooit een probleem met een octopus gehad, en deze laat me verzuipen. Ik volg het touw, zwem snel omhoog en kom al hoestend boven. Medecursist Joel heeft het wel door en legt de truc uit: octopus in de mond en dan eerst drukken op de purgeknop, voordat je ademt. Dan blaast het water weg. Het lijkt te werken, en inderdaad kom ik de volgende keren goed boven.
— De beroepsduik-octopus is een geval apart: een ongewillig kreng met gebruiksaanwijzing. —
Aan het eind van de week leren we ook de ‘duiker in nood’-procedure. Een bewusteloze buddy ligt op de bodem en het is jouw taak hem veilig boven te brengen. Je moet een hele reeks checks uitvoeren om zijn toestand en luchtvoorraad te controleren en om te voelen of hij niet verstrikt zit en geen gereedschap in zijn handen heeft. Deze oefening vind ik dan weer prima te doen, iemand redden lukt me wel.
Zo, de eerste week zit erop en ik moet toegeven dat ik elke dag totaal gesloopt thuis ben gekomen.
2 reacties
Onno Diekmann
Ha Oscar, leuk verhaal en interessant om te doen die opleiding. Ik heb al 10 jaar niet meer gedoken, ik zou het graag weer oppikken.
Peter Hubert namens De robben
Onno, woon je toevallig in Zuid-Limburg?
Indien ja, kom eens kijken bij duik- en snorkelclub de robben te Sittard.👌🤿