Eindelijk (leren) ijsduiken
Het stond al een tijd op de bucketllist van Susan Dogterom: ijsduiken! Maar dan heb je wel ijs nodig. Nu kon het… eindelijk!
Het stond al een lange tijd op de bucketlist: IJsduiken! Eindelijk wordt er weer ijs voorspeld en nu heb ik ook een droogpak, dus dan kan het! Ik heb me meteen opgegeven voor een ijsduikspecialty bij Scuba-Academie in Vinkeveen. De instructeurs daar duiken in grotten, mijnschachten en naar dieptes van 100 meter, dus voor hen is ijsduiken een makkie. Dat geeft vertrouwen. Als je het doet, dan meteen goed en veilig. De mogelijkheid om uit de wind overkapt om te kunnen kleden en het vooruitzicht van warme chocomel en erwtensoep maken het plaatje compleet.
“Wordt gewoon heel leuk!”
Ik mail voor de zekerheid nog naar Cees van Scuba-Academie met de vraag of ik me nog moet inlezen. Maar hij mailt terug: “Laat het maar over je heen komen. Wordt gewoon heel leuk!” Toch maak ik een lijstje met dingen waar ik aan moet denken of nog moet checken en gedurende de week wordt het lijstje steeds langer. Moet ik nog extra onderkleding aan, is zijn mijn automatensets wel geschikt voor koud water, welke reservespullen neem ik mee en meer van dat soort vragen. De avond ervoor ben ik behoorlijke tijd bezig om alles klaar te zetten en dubbel te checken. Nog nooit zo goed voorbereid voor een paar duiken.
Ik zit ook nog maar eens verlekkerd naar de advertentie voor handschoenen met verwarming te kijken. Ik duik de hele winter door en eigenlijk heb ik alleen last van koude handen. Mijn man zegt dat als ik zulke koude handen heb, dat dit een teken is dat het te koud is om te duiken. Maar ik zie het als teken dat ik toch echt die handschoenen nodig heb. Ik besluit mezelf erop te trakteren (in tijden van corona moet je niet alleen lief zijn voor anderen, maar ook voor jezelf!).
Gezonde spanning
Op dé dag word ik wakker met het gevoel in mijn buik dat ik ook heb als ik op vakantie ga. Een gezonde spanning. De thermometer geeft ’s ochtends -6 graden aan. Dat is best koud! Maar het weekend ervoor volgde ik op de digitale DuikVaker een thematafel met de Explosieven Opruimingsdienst, die op dat moment op oefening was in Noorwegen. Het was daar -28 graden (en een ijslaag van 76 cm dik!), dus daaraan gerelateerd is het eigenlijk best te doen. Zeker als ik eerst nog het ijs van de autoruiten moet krabben. Met mijn dikke winteronderpak krijg ik het al snel warm.
Als ik aankom, hoor ik het geluid van een kettingzaag. Hiermee worden de bijten gemaakt. Ze maken driehoeken omdat je hierbij het meeste grip hebt om eruit te klimmen. Ze hebben een bijt achter de boot gemaakt, dus je kan via de trap in en uit het water klimmen. Dat maak het wat makkelijker. Een stuk verderop is ook een ‘noodwak’. Daar kun je in geval van nood boven komen. Bij inschrijving krijg je een ‘cookie’. Deze is niet eetbaar, maar is een stukje plastic met een nummer erop of, in mijn geval, het woord ‘cursist’. Deze geef je af aan de kantwacht als je onder water gaat en krijg je weer terug als je boven komt. Hiermee weet de kantwacht precies wie er op elk moment onder water is.
Grenzen aangeven
We beginnen met de theorie. De psychologische en fysieke effecten van het koude water en het hebben van een plafond boven je hoofd worden besproken. Ook de eisen die aan je uitrusting worden gesteld (niet vooraf ademen in je automaat!) en EHBO (hoe warm je een onderkoeld persoon op) komen aan bod. Instructeurs Ferry en Jeroen drukken ons op het hart dat we goed onze grenzen moeten aangeven. Open communicatie is belangrijk voor een veilig gevoel én een veilige duik. Als we het koud krijgen, moeten we dit aangeven met een duim omhoog. Dat is het teken om terug naar de bijt te gaan. Daarnaast geven ze aan dat het eigenlijk nog belangrijker is dat je vanwege de gladheid vooral ook moet opletten boven water.
— 1 ruk is rechtuit, 2 rukken is naar rechts, 3 rukken is terug en 4 rukken is naar links. In geval van nood geef je 5 of meer rukken. —
Maar eerst gaan we nog even ‘droog’ oefenen. We leren eerst de ouderwetse variant, namelijk met een (drijfbaar) touw, dat vast wordt gezet bij je middel. Het idee is dan dat je altijd met de kantwacht verbonden bent en die geeft de richting aan. Eerst een ruk aan het touw ter attentie en na een ruk terug, komt dan het commando (1 ruk is rechtuit, 2 rukken is naar rechts, 3 rukken is terug en 4 rukken is naar links. In geval van nood geef je 5 of meer rukken). We spelen om en om kantwacht of duiker. Maar boven water is er al verwarring over de aangegeven richting. Dat is dus niet zo makkelijk.
Gelukkig duiken ze hier op een andere manier, namelijk net als met grotduiken met een uitgezet parcours. Er is een lijn gespannen op ongeveer 1,5 meter diepte. Die kun je volgen waardoor je vanzelf weer bij het wak uitkomt. Ook dit oefenen we eerst op het droge. Op de gespannen lijn zitten ook weer cookies. Deze geven niet de zwemrichting aan, maar de richting naar de dichtstbijzijnde uitgang. Als er twee pijlen in tegengestelde richting bij elkaar op de lijn zitten, betekent dit dat je op de helft van het parcours bent. Ook bespreken we wat we doen als het zicht slecht is. Dan pak je de lijn vast en wacht je tot je buddy weer bij je is en tegen je schouder duwt om de richting aan te geven.
We gaan!
En dan is het zover: We gaan onder het ijs! Volledig bepakt op weg naar de bijt glij ik al onderuit. Ik word weer overeind geholpen en denk dat ik het gevaarlijkste dan maar meteen heb gehad…Wachtend aan de kant zie ik de luchtbellen onder het ijs zweven. Aan de randen bij boten en meerpalen bubbelen ze op. En dan eindelijk de bijt in en onder water! Dat voelt koud aan mijn hoofd! Mijn computer geeft tijdens de duik 0 tot 2 graden aan. Dat is amper kouder dan de 4 graden waar ik de week ervoor in dook, maar het is toch goed te voelen. In het begin ben ik op mijn buddy aan het letten en daarom besef ik pas na een paar minuten dat ik onder het ijs zwem! De luchtbellen lopen over het ijs in verschillende vormen. Bijzonder om te zien, zeker in het zonlicht. De kou is even vergeten.
Maar uiteindelijk is de kou niet meer weg te denken. Vooral aan mijn hoofd voelt het ongemakkelijk. Met 16 minuten zijn we weer boven. De maximum diepte is 2,2 meter. Het gemiddelde is 1,3 meter, maar eigenlijk is het nog minder want mijn computer dacht meerdere keren dat de duik geëindigd was omdat ik ondieper dan 0,7 meter was. Maar we kwamen tenslotte om onder het ijs te duiken! Boven water komt er meteen een laagje ijs over mijn pak en uitrusting. Ik zet meteen mijn muts op, kleed me snel om en warm op met de lekkere erwtensoep.
Even later gaan we ons klaarmaken voor de tweede duik. Ik voel even aan mijn cap en die is bevroren. Het opzetten daarvan gaat vast tegenvallen. Ik heb ook wat problemen met mijn loodzakken. Die had ik eruit gehaald om makkelijker uit de boot gekomen, maar het kliksysteem zit nu vastgevroren! Bij de bar wordt er wat warm water overheen gegoten en daarna beweegt het weer. Ook de inflatorslang moet ik even in mijn mond opwarmen zodat ik die weer op mijn pak kan klikken. Op de een of andere manier is alles moeilijker en heb ik hulp nodig bij dingen die ik anders makkelijk zelf kan. De invloed van de kou.
‘Zitten’ op het ijs
We maken een plan voor de tweede duik en spreken af dat de duik in ieder geval niet langer wordt dan de eerste duik. Deze keer neem ik de camera mee om wat foto’s te maken. Het voelt al een soort van vertrouwd. Het voordeel van een parcours: je weet wat er komt. Kantwacht Ricardo maakt foto’s van mij in de bijt en eenmaal weer onder water maak ik foto’s van de luchtbellen en van mijn buddy. Daarna maakt instructeur Jeroen foto’s van mij. We hebben afgesproken dat ik omgedraaid op mijn knieën op het ijs ga ‘zitten’. Ik draai me om en merk dat ik best veel lucht in mijn vest heb. Ik druk behoorlijk tegen het ijs aan, maar de dikke ijslaag beweegt totaal niet. Door het foto’s maken zijn we toch langer onderweg en ik merk de kou opeens weer op. We gaan rustig terug naar de bijt en komen met 22 minuten boven. Ik moet geholpen worden met eruit komen en mijn set afdoen. Ook het omkleden gaat moeizamer, maar gelukkig ben ik snel weer warm.
— Ik druk behoorlijk tegen het ijs aan, maar de dikke ijslaag beweegt totaal niet. —
Bijzondere ervaring
Vooraf vroegen meerdere mensen waarom ik dit in godsnaam zou willen doen. Ik probeerde het uit te leggen, maar kwam niet verder dan: “dan ben je onder het ijs!” Maar ze begrepen het niet echt. Nu heb ik het gedaan, maar ik kan nog steeds niet meer zeggen dan dat. Ik kan het niet goed uitleggen, maar het was geweldig! Een bijzondere ervaring. Ik kan niet wachten op de volgende vorstperiode!