Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Indonesië - algemeen / Reizen

Betoverend Bali: Candidasa

De mooiste duikplaatsen aan de oostkant van Bali zijn bereikbaar vanuit Candidasa. Van muckduikplaatsen met prachtig macroleven tot wanden met kleurrijke koralen en ‘groot spul’.

Steenvis

Candidasa is een klein dorpje halverwege de oostkust van Bali. Eigenlijk een langgerekte straat met huizen, winkeltjes, restaurants en resorts die uitloopt op een tempel en een grote lotusvijver. Ik ben er te gast bij Pondok Bambu Seaside Bungalows dat bestaat uit twee rijen huisjes, een zwembad en een groot terras met uitzicht op de Indische Oceaan. Duikbasis Bambu Divers staat onder leiding van de Nederlander Gerard Elferink en zit op het terrein. De dagelijkse routine is overzichtelijk. ’s Ochtends bedenken waar we gaan duiken en dan met de minivan vijf minuten verderop naar het strand, waar de ranke boten liggen te wachten. Er wordt gedoken met de typische Balinese “jukungs”. Dat zijn groot uitgevallen kano’s met palen aan weerszijden voor stabiliteit. Gerard huurt ze van de lokale vissers die de bijverdienste goed kunnen gebruiken. In een kwartiertje ben je bij de meeste duikplaatsen, zoals de eilandjes pal voor Candidasa: Gili Mimpang en Gili Tepekong (“Gili” staat voor klein). De eilandjes horen bij de mooiste duikstekken aan de oostkust van Bali en Gili Mimpang is bekend om de mola mola’s die hier in het najaar uit de diepte naar boven komen om zich te laten poetsen. Ik ben er in het voorjaar dus moet me tevreden stellen met de witpuntrifhaai die me op de eerste duik tegemoetkomt. We zwemmen hier over grote vlaktes steenkoraal – het cowl koraal dat lijkt op versteende sla en anacoprora hertshoornkoraal. Vanaf een rots kijkt een grote, bruine, lelijke kop me minzaam aan. Een echte steenvis! Daar zwem ik liever omheen. De koraalvelden worden afgewisseld door gele en rode gorgonen, bekersponzen maar ook grote vlaktes koraalpuin. Dynamietvissen heeft in het verleden gaten in de riffen geblazen. Ook opvallend: af en toe komt er een guts koud water uit de diepte naar boven. Je ziet het, maar je voelt het vooral!

Rustige duiken maken we in de Blue Lagoon. Onderweg over een vlakke zee zien we de vulkaan Gunung Agung dreigend boven het landschap uitsteken. Een boze puist van 3000 meter in het landschap, omringd door stapelwolken. De vulkaan is actief en wordt nauwlettend in de gaten gehouden. In november 2017 is nog iedereen in een straal van twaalf kilometer geëvacueerd. Sindsdien ligt de berg er vredig bij, een enkele geologische oprisping daargelaten. We rollen achterover in de turquoise zee en laten ons zakken op een zandhelling met verspreid blokken koraal. De duik begint goed met een paartje sepia’s dat meer aandacht heeft voor elkaar dan voor ons. Na verloop van tijd loopt de helling uit op een wand die mooi is begroeid met hard koraal en sponzen. Wayan neemt me mee naar een groot paddenstoelvormig blok koraal met twee grote frogfish eronder. Hij moet drie keer wijzen voor ik de tweede zie. Ze zitten op een moeilijke plek onder de rots en we gaan ze niet voor een foto verplaatsen zoals weleens gebeurt. Na een dik uur duiken wordt het koud. Het water is 25 graden en een drie millimeter tropenpak is eigenlijk te dun. Als we terugvaren naar Candidasa vertelt Wayan dat de beroemde steiger bij de haven niet toegankelijk is voor duikers. De haven was aangelegd in een stuk zee dat te ondiep bleek voor schepen, en de palen werden een mekka voor liefhebbers van klein zeeleven. Jammer voor ons zijn ze de haven net aan het uitbaggeren.

Rammelaar

Voor het echte “muckduiken” rijden we nog een keer richting Tulamben. Batuh Belah ligt een stukje voor Tulamben Liberty op veertig minuten rijden. Het is de macro-duikplek van Bali en vandaag hebben we hem helemaal voor onszelf alleen. Onder water loopt het strand geleidelijk af naar een grote grindhelling met heel af en toe een steenblokje. Geen koraal, geen sponzen, helemaal niks. Je zou niet denken dat je op zo’n kaal veld een mooie duik maakt maar het tegendeel is waar. Het eerste dier dat ik tegenkom is een bidsprinkhaankreeft. Die staat al lang op mijn lijstje met zijn mooie kleuren en buitenaardse voorkomen. Hij is ver buiten zijn hol en kijkt me met zijn radarogen over 360 graden argwanend aan. Half achter een steen kan ik stiekem naderbij sluipen voor een foto. Hij laat me even mijn gang gaan en gaat er na vier keer flitsen op zijn heleboel pootjes heel snel vandoor. Intussen hoor ik de rammelaar van Wyan die alweer iets anders heeft gevonden. Zo gaat het de hele duik van 85 minuten door. Een bonte stoet van kruipbeestjes trekt voorbij: naaktslakken in verschillende vormen, kleuren en streepjespatronen, parende naaktslakken, eierleggende naaktslakken. En als kers op de taart een spierwit schorpioenvisje dat zo fel tegen de bodem afsteekt dat ik me afvraag hoe het overleeft.

De tweede duik gaan we op zoek naar de rhinopias. Dat zijn felgekleurde vissen met een enorme lachebek die hier wat dieper schijnen te zitten. We zwemmen een stukje uit en zakken af tot ongeveer 23 meter, maar helaas, zijn ze niet thuis. Het veld is ook best groot om af te zoeken. Met m’n neus in de bodem gaat er niettemin een hele microkosmos voor me open. Ik vermaak me prima met een knalrood krabje op de rand van een spons, een krabje dat op de voet van een grote oranje kokerworm leeft en een schuchter visje dat een bierblikje tot huis heeft gemaakt. Als ik te dichtbij kom dan duikt het snel naar binnen. Ga ik achteruit dan komt het weer naar buiten. Een spelletje om af te tasten hoe dichtbij ik kan komen. Wat een prachtige muckduikplek. Na 80 minuten komen we allebei met een grote grijns weer boven.

Ferme dame

We sluiten het duiken af met twee rustige duiken op twintig minuten varen van Candidasa. Hier liggen de koraaltuinen van Temple Divesite en Bias Tugel, een klein stukje verderop. Die laatste ligt onder een resort van een Koreaan die halverwege de bouw te horen kreeg dat de vergunning niet doorging. Sindsdien staat het als een moderne kasteelruïne op de heuveltop. We duiken tot maximaal zestien meter en laten ons op een milde stroming langs de koraalblokken drijven. Er is weinig groot spul, wel heel veel veersterren die zo typisch zijn voor het water van de oostelijke Indische Oceaan. Tot we aankomen bij Shark Corner. Dat is een rotsformatie met een ondiepe grot waar normaal een paar rifhaaien liggen te rusten. Van een afstandje zien we dat er een haai thuis is. Ze is een ferme dame van drie meter lang. We zwemmen voorzichtig naar haar toe maar als ze ons in de gaten krijgt, duikt ze met een zwiep van de staart in een grote wolk zand de grot in. We wachten een kwartiertje. De begroeiing van de onderkant van de rots is ook de moeite waard maar de haai laat ons alleen het witte puntje van haar staart zien. Na 45 minuten houden we het vanwege de kou (watertemperatuur 23 graden) voor gezien. Onderweg terug naar de kano zwaait een jonge schildpad ons vaarwel. Het dier komt zichzelf eens van dichtbij bekijken in het bolle frontglas van de camera. Niet bang of verstoord maar heel nieuwsgierig en vriendelijk.

Bali is een schitterend eiland, boven en onder water. Vanuit Candidasa bereik je alle belangrijke duikplaatsen aan de oostkust. Van Tulamben in het noordoosten tot en met Nusa Penida in het zuiden. Daar vind je plekken als Crystal Bay met het beste zicht van heel Bali en een kans om mola mola’s te zien, en Manta Point, een ondiep rif met poetsstations voor de gracieuze reuzenroggen. Tel daar de prachtige, vriendelijke bevolking bij op en Bali is niet alleen het Eiland van de Goden maar bovenal een goddelijk eiland.

Bali

Bali is een vulkanisch eiland en ligt tussen Java en Lombok. Het is ongeveer 5.500 vierkante kilometer groot met bijna vier miljoen inwoners. De voornamelijk Hindoeïstische bevolking is erg vriendelijk en er is volop aandacht voor kunst, dans en muziek. De kust bestaat uit stranden, koraalriffen en mangrovebossen. In het binnenland vind je tropisch oerwoud, savannes en de mooie terrasvormige groene rijstvelden.

Reisinformatie

  • REIS: Wij vlogen met Garuda Indonesia van Amsterdam via Jakarta naar Denpasar. Reistijd ongeveer achttien uur. Bij een verblijf van korter dan dertig dagen heb je geen visum nodig.
  • BESTE REISTIJD: Bali heeft een tropisch klimaat. Het hele jaar door liggen de temperaturen tussen de 25 en 35 graden. Juni, juli, augustus, september en oktober zijn de beste maanden om Bali te bezoeken. Dan ben je buiten het regenseizoen. September is een goede maand voor de mola mola’s.
  • INENTINGEN: DTP (difterie, tetanus en polio) en hepatitis A (besmettelijke geelzucht).
  • ELEKTRICITEIT: 220V, er worden dezelfde stekkers en stopcontacten gebruikt als in Nederland.
  • VALUTA: Indonesische Rupiah. Creditcards worden geaccepteerd. Zorg wel voor voldoende contant geld. In Candidasa zijn geldautomaten en een wisselkantoor.
  • TAAL: Indonesisch. Bij Bambu Divers spreken ze Nederlands en goed Engels.
  • SOORT DUIKEN: Kantduiken, bootduiken, wrakduiken, nachtduiken. Geschikt voor alle niveaus.

Deze reis kwam tot stand in samenwerking met Eigen Wijze Duikreizen. Lijkt jou dit ook wat? Vraag dan hier een reisvoorstel aan.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief