Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Toekomst kroonslak in gevaar door zeegras?

Het Caribbean Netherlands Science Institute dat samenwerkt met het Queen Conch Lab van de Florida Atlantic University, onderzoekt de gevolgen van een veranderende samenstelling van zeegrassoorten op lokale kroonslakpopulaties. Kroonslakken zijn gedurende hun hele levenscyclus sterk afhankelijk van inheems zeegras, dus de achteruitgang van inheemse velden kan een bedreiging vormen voor de kroonslak, niet alleen op Sint Eustatius, maar in het hele Caribische gebied.

De kroonslak is een iconische soort voor het Caribisch gebied. Naast hun prachtige schelp spelen kroonslakken een belangrijke rol in de lokale keuken, evenals een rol bij het grazen van zeegras, waardoor de algengroei onder controle wordt gehouden. Kroonslakken zijn gedurende hun hele levenscyclus afhankelijk van inheems zeegras. In feite beginnen kroonslakken als microscopisch kleine, vrij zwevende larven, die overal in de waterkolom te vinden zijn. Na ongeveer 21 dagen rondzwemmen, vertellen signalen uit hun omgeving, voornamelijk inheemse zeegrasvelden, hen dat het tijd is om zich te vestigen en te veranderen in een grazer die in het zand leeft.

Foto: Marion Haarsma/via DCNA

Het probleem

Helaas wordt het inheemse zeegras rond Sint Eustatius vervangen door een invasieve soort uit de Rode Zee. Dit nieuwe zeegras creëert een compleet ander leefgebied, wat invloed heeft op het functioneren van het ecosysteem en kan leiden tot veranderingen in de samenstelling en overvloed van verwante soorten (zoals de kroonslak). Het is onduidelijk of deze invasieve soorten dezelfde aanwijzingen geven aan de kroonslak als hun inheemse tegenhangers. Om deze impact beter te begrijpen, onderzoekt een nieuw project, gefinancierd door het INNO-fonds van het Wereld Natuur Fonds en het SPAW Regional Activity Centre, geleid door het Caribbean Netherlands Science Institute in samenwerking met Megan Davis van het Harbor Branch Oceanographic Institute van de Florida Atlantic University, deze impact .

Het project

De eerste stap van het project is het verzamelen van eieren van wilde kroonslakken. De vrouwelijke kroonslak legt haar eieren in een dunne kleverige draadachtige omhulling. Deze draad bundelt zich tot een eimassa, vaak bedekt met zand, dus het kan erg moeilijk te vinden zijn. Elke draad bevat miljoenen eieren, dus slechts een klein deel van deze eimassa (ter grootte van een euro munt) is nodig voor het experiment. Eenmaal verzameld, worden de eieren naar een laboratorium vervoerd waar ze in een tank kunnen worden geplaatst om dagelijks te worden gecontroleerd. Na 4-5 dagen komen de eieren uit, waardoor veel microscopisch kleine larven in het aquarium terechtkomen.

Tijd om uit te komen

Zodra de eieren zijn uitgekomen, worden ze in kleine hoeveelheden naar individuele bekers verplaatst, zodat ze gemakkelijk kunnen worden gevoerd en gecontroleerd. Zodra ze ongeveer 1 mm lang zijn, zijn ze bijna klaar voor hun metamorfose, ongeveer 21 dagen. De laatste fase van het project is om verschillende signalen aan de larven te geven om te zien hoe ze reageren. In totaal worden vier verschillende signalen in verschillende combinaties gebruikt. Deze signalen omvatten twee inheemse zeegrassen, het invasieve zeegras en dat van kaal zand. De hierop volgende week worden de larven gecontroleerd op ontwikkeling.

Bron: DCNA

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief