René Weterings – Kers op de taart…!
Het is winter en dus wordt het voor de zoektocht naar nesten en eieren van de zeedonderpad. Duikreporter René Weterings gaat op zoek.
Duik 658
Het nieuwe jaar is begonnen, dus we kunnen weer een heel jaar lekker duiken! De eerste week had ik echter meteen geen tijd in verband met mijn studie naast mijn werk, maar deze week gelukkig wel. Goof en ik kunnen geen dag vinden waarop we samen kunnen, dus vanavond gaat Cornelis gezellig mee.
De wind is de laatste tijd prominent aanwezig, over de Oosterschelde lees ik niet veel goeds als het om het zicht gaat. Wel worden er heel veel slakdolven gezien en ook de eerste volwassen snotolven zijn al gespot. De Oosterschelde lonkt dus wel, maar gezien alle zichtberichten en het feit dat de kentering niet goed valt, gaan we toch maar weer voor het Grevelingenmeer. Van Gijs krijg ik ook een berichtje dat hij graag mee wilt, we kiezen duikstek Den Osse Nieuwe Kerkweg. Daar is altijd wel wat te vinden en vaak net even interessanter dan Dreischor. Via Whatsapp krijg ik te horen dat de vrouw van Cornelis voor de koffie en wat lekkers zorgt, wij gaan niets te kort komen vanavond!
De buitentemperatuur is na lange tijd eindelijk wat aan het zakken, het is nog maar vier graden Celsius als we vertrekken. Wind is er gelukkig niet meer en het is ook eindelijk droog geworden, wat was het een beestenweer vanochtend zeg! Onderweg fantaseren we over wat we graag willen zien. Meest realistische scenario is echter dat we wat groene wierslakjes, grondeltjes, garnalen, een zeedahlia en ander gebruikelijk leven gaan zien. We hopen allebei stiekem op de vondst van een nestje van de zeedonderpad. Daar wordt het wel weer eens tijd voor deze winter!
Gijs is al aanwezig als we de parkeerplaats oprijden. We kleden ons vlug aan, want het windje wat er nog staat voelt maar fris aan. Met zijn drieën wandelen we richting de steiger en zien dat het water redelijk kalm is. Het zicht lijkt zo vanaf de dijk ook best aardig te zijn, we wensen elkaar een fijne duik en duiken onder. Ik neem mezelf voor om richting de reefballs te gaan en daar te gaan zoeken naar nestjes. Onderweg zie ik op het ondiepe deel ineens een hele lange sliert over het wier bewegen. Als ik het van dichtbij bekijk zie ik dat het een soort worm is die zichzelf weer terugtrekt als ik mijn lamp op het dier schijn. Het lijkt een beetje op een uit de kluiten gewassen zager, maar dan vele malen langer en grauw van kleur. Grappige vondst, zo goed had ik zo’n worm nog niet gezien.
Ik duik het dijkje over en ga richting het oosten, meteen zie ik de zeedahlia staan maar laat hem verder voor wat het is. Foto’s heb ik er al genoeg van, bovendien valt dat met de 60mm macrolens toch een beetje tegen vind ik. Het zicht is hier eigenlijk maar matig, er zit veel fijn stof in. Op mijn gemak peddel ik langs het wandje richting de reefballs. Daar is het zicht plaatselijk zelfs maar ongeveer één meter. Een groot aantal reefballs speur ik af met mijn zoekbeeld ingesteld op nestjes van de zeedonderpad. Die vind ik niet, maar ik zie wel enkele kreeften, Noordzeekrabben, een vorskwab en een grote steenbolk die er maar gehavend uitziet en een beetje versuft lijkt rond te zwemmen. Ondanks dat het landschap wat saai aandoet, kan ik al niet meer zeggen dat ik niets interessants gezien heb tot nu toe. Je moet in het Grevelingenmeer alleen wat meer geluk hebben én er natuurlijk ook oog voor hebben.
Nadat ik de reefballs heb afgestruind, besluit ik nog wat verder richting het oosten te duiken en weer richting het ondiepe te gaan. Opeens zie ik in het zand een visje met een aparte vorm, vrij snel besef ik mezelf dat het een pitvisje is. Rustig benader ik het visje en kan slechts een paar foto’s maken waarna hij er in een stofwolk vandoor schiet. De foto’s zijn helaas niet echt super, maar toch een leuke vondst. Het zicht wordt ineens een stuk beter als ik weer wat meer over de oesterbanken duik, het water lijkt ook wat kouder aan te voelen. Mijn duikcomputer laat nu inderdaad zien dat het hier zes graden Celsius is ten opzichte van zeven bij de reefballs. Gek genoeg voel ik dat kleine temperatuurverschil blijkbaar toch.
Eventjes kijk ik boven water waar ik ben en zie dat ik nog een flink stuk terug naar de steiger moet. Ik besluit dit in een wat hoger tempo te doen, want ik lig er al weer bijna een uur in. In de buurt van de steiger wordt ik door Gijs met een lichtsignaal gewaarschuwd, ik moet duidelijk even komen kijken. Met zijn lamp schijnt hij op een nestje van een gewone zeedonderpad, de roze eitjes zijn zeer duidelijk te zien. “Wow, goed bezig Gijs”….denk ik nog en sein hem OK. Ik weet dat Gijs een lens op zijn camera heeft zitten waar hij nu toch niet veel mee kan, dus ik neem het van hem over en probeer dit mooie tafereel vast te leggen, ondanks dat de 60mm macrolens verre van een ideale keuze is hiervoor.
Het zeedonderpadje is mooi donkerrood en heeft op zijn buik die mooie kenmerkende tekening van de paaitijd. Het is een druk mannetje en zorgt goed voor de eitjes. In het licht van mijn pilotlamp zie ik hem rare sprongen maken om op de geknikte aasgarnaaltjes te jagen. Dat gaat erg goed, de ene na de andere garnaal verdwijnt in de bek van deze grote slokop! Wat leuk zeg, dit is wel de kers op de taart van deze duik. Het kost me echter wel grote moeite om de boel voor de foto’s mooi te belichten. Gelukkig lukt me dat uiteindelijk best redelijk en heb ik een aantal leuke plaatjes kunnen maken.
Als ik weer boven water kom, wordt ik door Cornelis al aangesproken, die kwam maar eens kijken waar ik bleef. Ik vertel hem enthousiast van het mooie nestje, want ik weet dat hij het ook graag had willen zien. Een mooie reden dus om binnenkort nog eens te gaan kijken bij deze kraamkamer.
Al met al toch een mooie eerste duik van het jaar 2016! Dat er nog maar vele mogen volgen…
Max. diepte 8.5m, temp. 6-7 gr.C., zicht 1-4m, duiktijd 86 min.
4 reacties
Cees Koertse
Mooie foto’s en leuk artikel.
René Weterings
Dank je Cees! Leuk om te horen.
Marjo
Mooi zeg
René Weterings
Dank je Marjo!