René Weterings – De eerste zomerse dag in Zeeland!
Datum | 14 april 2015, 20.00u |
Locatie | Stavenisse Haven |
Zomer in Zeeland. Dat moet wel een mooie duikavond worden voor Duikreporter René en zijn buddy’s.
Duik 595
Het is vol op lente, vandaag is zelfs de eerste zomerse dag in Zeeland. De temperatuur van 25 graden Celsius wordt gehaald. Dit belooft een mooie duikavond te worden. Cornelis haakt aan bij de vaste doordeweekse duik van Goof en mij. Gezellig gaat het in ieder geval worden dus!
Via Whatsapp bedenken we alvast wat locaties om te duiken. Ik heb zelf ontzettend veel zin om een bezoekje aan de Oosterschelde te brengen. Mijn camera set is omgebouwd in de macro-setup, klaar voor het kleine spul dus. In de auto beslissen we pas waar we naartoe gaan.
Het wordt Stavenisse, de duikstek net ten oosten van de haven met de botenhelling. In de auto praten we bij en ik hoef dit keer weer eens niet te rijden, ook wel eens lekker! We rijden het eiland Tholen op en zien aan de windmolens dat de wind uit het Noordoosten komt, eigenlijk hadden we daar niet eens goed over nagedacht. Met die windrichting staat de golfslag waarschijnlijk op de kant hier. Het is vanavond stipt laag water als we aankomen en we zien inderdaad wat golfslag de kant op rollen. We lopen even de vissteiger op en kijken naar het water een paar meter onder ons. Alleen het stukje waar de golfjes breken ziet er uit als erwtensoep, maar het is duidelijk dat het een stuk uit de kant veel beter is. We zien de strengen wier zeer duidelijk naar beneden lopen, we houden dus hoop op goed zicht.
Goof moet noodgedwongen telefonisch wat zakelijke dingen regelen, dus Cornelis en ik liggen er als eerste in. We trekken onze vinnen in de lichte golfslag aan en we vertrekken. Het zicht is de eerste meter wat minder goed, maar al snel trekt het gordijn van stof weg en heb ik naar schatting toch minimaal drie of zelfs vier meter zicht. Ik besluit richting het westen te duiken aangezien de laagwater kentering reeds voorbij is, dus ik kan op deze manier mooi met de kop in de stroming duiken. Stroming staat er overigens nauwelijks, gisteren was het doodtij en dat scheelt natuurlijk wel. Het is steeds licht genoeg om zonder lamp te kunnen duiken, heerlijk gewoon!
Ik struin op mijn gemak de bodem af en het aantal galathea kreeften valt me op. Het zijn er echt vier tot vijf per oesterbankje en sommige diertjes zijn erg stoer en blijven gewoon zitten. Helaas zitten deze galathea kreeftjes eigenlijk allemaal een beetje ongelukkig tussen de oesters en kan ik er niet goed genoeg bij komen. Tussen de oesters vind ik ook nog een paar wulken en op een oester hangen nog wat eitjes van een wulk. Ik probeer met de 60mm lens en Subsee +10 diopter een foto te maken van de slakje in het eizakje, maar die is net niet doorzichtig genoeg. Ik geef het op en duik door.
Mijn oog valt dan op een mooie gewone zwemkrab en probeer hier een aantrekkelijk plaatje van te maken. Deze krabsoort heeft een mooie lichte en zachte kleur en spreekt me erg aan. Het fotograferen lukt aardig, maar het eindresultaat spreekt me niet heel erg aan. Op zoek naar iets anders dus! Heremietkreeftjes dan, die zitten er ook genoeg. Grote, kleine, kleurrijke exemplaren wandelen rond op de zandbodem tussen de oesters. Niet iedere heremietkreeft is even gediend van mijn aanwezigheid, maar er zijn er gelukkig een paar die wel willen poseren. Ik probeer dit keer zo dicht mogelijk te fotograferen om de ogen goed te kunnen zien. En dat lukt!
Het zand is ook het domein van enkele millennium wratslakken van het formaat “slagschip”. Jeetje, wat zijn ze hier groot zeg! Ze zijn te groot voor mijn macrolens, dus ik beperk me tot de rhinophoren. Natuurlijk is deze slak niet de allermooiste slak en kleurrijk worden de foto’s dus niet. Ik kijk verder rond en in mijn ooghoek zie ik ineens een herkenbare vorm. Het is een langgerekt lichaam met een lange snuit die me voorzichtig aankijkt. Het is een grote zeenaald, en dan bedoel ik daarmee de soortnaam, die toch zeker veertig centimeter lang is. Ik probeer allerlei dingen, het is een geduldig model. Uiteindelijk heb ik een paar mooie plaatjes geschoten vind ik, dus ik duik weer verder.
Het is voor mij ondertussen tijd geworden om weer richting de instap te gaan, niet dat ik veel meters heb afgelegd tot op heden, maar toch. Mijn manometer liegt niet, dus ik blijf niet te lang hangen hier. Uiteindelijk heb ik relatief lang op tien meter diepte gehangen. Als ik omdraai en wat ondieper terug duik, zie ik ineens twee schimmen opdoemen. Het zijn natuurlijk Goof en Cornelis, die ook driftig aan het fotograferen zijn. Ik duik om ze heen en zoek langzaam aan de kant weer op.
Op de terugweg vind ik nog wat grote vlokslakken en neem nog even flink de tijd om wat sierlijk slibanemonen te fotograferen. De ene is nog mooier dan de andere, je duikt er vaak te snel langs, maar dat is eigenlijk zonde. Ze verdienen toch echt wat meer aandacht. Met de diopter erop kruip ik er dicht op en belicht mijn modellen zodanig dat er een aantrekkelijk plaatje uit komt.
Als ik boven kom, zie ik dat Goof al op de kant staat. Hij heeft me blijkbaar toch ergens ingehaald, terwijl ik dat niet gezien heb. Cornelis duikt ook op aan het oppervlak en samen lopen we terug naar de auto. Goof en Cornelis zijn enthousiast over de duikstek, voor hen was het de eerste keer hier. Ook ik ben enthousiast, want een Oosterschelde duik met dit goede zicht en deze leuke onderwerpen is altijd fijn. Daar mag je mij altijd voor wakker maken!
Kian, de zoon van Cornelis heeft gezorgd voor lekker appelflappen, die jongen verdient dus nog een publiekelijke pluim. Hij weet wat mannen willen snacken na de duik….vet en veul!
Voldaan rijden we richting het Brabantse land en hopen dat we nog veel van dit soort duiken mogen maken.
Max. diepte 9.9m, temp. 10gr.C., zicht 3-4m, duikduur 82min.