Jurgen Memelink – Nog weinig voorjaar in de voorjaarsvakantie
Een nieuwe duikreporter! Jurgen vertelt over zijn eerste koude duik na een duikvakantie in Egypte. Lees zijn verhaal en bekijk de foto’s!
Tijdens de Duikvaker sprak Edwin van der Sande mij aan. ‘Zou jij geen duikreporter willen worden? Jij duikt immers geregeld in zoetwater en zoetwaterverhalen worden niet zoveel geplaatst’. Ik heb hem beloofd met enige regelmaat wat de plaatsen en voeg tijdens mijn eerste duik na de Duikvaker maar gelijk de daad bij het woord.
Aangezien het inmiddels al weer anderhalve maand geleden is dat ik heb gedoken begon het behoorlijk te kriebelen om weer te gaan. Die duik begin januari was echter in Egypte en met 4 graden boven nul en een flinke wind is dit toch andere koek. Even slaat de twijfel toe. Zal ik er wel in gaan? Het is koud, winderig en waarschijnlijk is er weinig leven te zien. Andere duikers vragen heeft geen zin aangezien de parkeerplaats van zandeiland 4 leeg is op deze dinsdagmorgen in de voorjaarsvakantie. Het is droog, dat is al iets.
Snel omkleden en dan het ruime sop kiezen. Ik zie op mijn computer dat het de eerste meter 5 graden is, daaronder zakt de temperatuur al snel tot 4 graden. Met mijn 60 mm macrolens en de Subsee +10 voorzetlens speur ik naar klein spul. Met een schuin oog kijk ik ook naar mogelijke verstop plaatsen van de kwabaal. Deze kabeljauwachtige is een van de weinige zoetwatervissen die wel actief is ’s winters en in deze tijd zelfs paart zoals op dit fragment van vroege vogels is te horen: http://vroegevogels.vara.nl/nieuws/de-kwabaal-en-zijn-bijzondere-geluid
Vroeger een veel voorkomende vis en door vernietiging van zijn habitat en intensieve landbouw inmiddels een zeldzame verschijning.
De kwabaal laat zich niet zien en ook het kleine leven lijkt in winterrust. Gelukkig geldt dat niet voor alle dieren. Een zoetwaterpissebed scharrelt wat rond op de quaggamossels en zorgt voor een foto-object waarbij ik wat kan oefenen met de gekochte snoot. Het is niet gemakkelijk maar oefening baart kunst. Ik houd dus moed. Na 34 minuten vind ik het mooi geweest. Mijn handen zijn koud en smeken mij om het water te verlaten. Gelukkig is het ook nu droog. Met tintelende vingers rijd ik de parkeerplaats af. Een beetje afzien is het wel duiken in de winter maar voldaan kijk ik terug op de duik en plan in mijn hoofd alweer een volgende.