Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Natuur

Met kwallen en ribkwallen gaat het goed

In een door Stichting ANEMOON uitgegeven rapport zijn recent de gegevens van 25 jaar onderwatermonitoring geanalyseerd. Volgens deze gegevens doen de kwallen en ribkwallen het goed.

Monitoring Project Onderwater Oever (MOO)

In 1994 is Stichting ANEMOON het Monitoring Project Onderwater Oever (MOO) gestart. Bij dit project inventariseren sportduikers goed herkenbare planten en dieren onder water. Dat doen zij op vrijwillige basis. Het doel is om veranderingen in de mariene fauna en flora van de Nederlandse kustwateren vast te stellen en kennis op te bouwen over de relaties van de soorten met elkaar en hun omgeving. Inmiddels bestaat het MOO ruim 25 jaar en ter viering van dit jubileum zijn de gegevens uit de database geanalyseerd.

Zeedruif. Foto: Marion Haarsma.

Ribkwal of schijfkwal

De ene kwal is de andere niet. In de Zeeuwse delta kunnen we ribkwallen en schijfkwallen tegenkomen.

Ribkwallen steken niet en zijn daarom eigenlijk geen echte kwallen. Ze vangen hun voedsel met kleefcellen, wat op de twee tentakeltjes van de zeedruif mooi te zien is. De ribben van ribkwallen schitteren onder water als een discobal en zijn daaraan goed te herkennen.
Schijfkwallen – de echte kwallen – kunnen wél steken. Zij vangen hun voedsel met behulp van deze netelcellen.

Een wereldwijde trend

De resultaten zijn duidelijk. De oorkwal, de kompaskwal, de blauwe haarkwal, de slanke meloenkwal en de zeedruif: allemaal blijven ze stabiel of nemen ze zelfs toe in aantal. Deze toename van kwallen (zowel schijfkwallen als ribkwallen) is een trend die wereldwijd wordt geobserveerd en is gerapporteerd van onder andere de Golf van Mexico, Caribische Zee, Noordzee, Oostzee, Middellandse Zee, Arabische Zee, Golf van Thailand, Gele Zee, de Zwarte Zee en zelfs Antarctica.

Waar wordt dit door veroorzaakt? Het antwoord ligt waarschijnlijk niet in één factor, maar is een combinatie van eutrofiering, overbevissing, verhoogde zeewatertemperatuur, habitatverandering, aquacultuur en verandering in zoutgehalte. Goed voor de kwallen, maar niet per se goed voor het ecosysteem.

De meest opvallende trend in de Zeeuwse Delta is de stijging van het aantal oorkwallen in de Grevelingen in de afgelopen tien jaar. Ook dit zou veroorzaakt kunnen worden door de grote veranderingen die hebben plaatsgevonden in het Grevelingenmeer sinds de afsluiting (namelijk: verandering van habitat, zuurstofgehalte, doorstroming en saliniteit), in combinatie met warmere zomers en mildere winters.

De Amerikaanse ribkwal

Een andere opvallende soort is de Amerikaanse ribkwal. Dit is een exoot die oorspronkelijk uit de Atlantische kust van Noord-Amerika komt en in Nederland aanwezig is sinds 2006. Na de eerste waarneming is de soort sterk toegenomen en komt nu algemeen voor in de gehele Oosterschelde en Grevelingen. Het zijn zeer effectieve planktoneters en op diverse plaatsen in de wereld heeft de komst van Amerikaanse ribkwal grote nadelige gevolgen gehad voor de visstand en de visserij. In Nederland zijn tot nu toe gelukkig geen ingrijpende gevolgen waargenomen, maar als de aantallen blijven toenemen zou dit nog wel tot nadelige gevolgen kunnen leiden.

Kompaskwal. Foto: Marion Haarsma.
Amerikaanse langribkwal. Foto: Marion Haarsma.

Meer weten?

Het rapport van Stichting ANEMOON ‘Het Duiken Gebruiken 4’ is gratis te downloaden via: www.anemoon.org/duikengebruiken 
In Bijlage 4 vind je voor meer dan 160 soorten de trendgrafieken en verspreidingskaartjes in Zeeland en het Nederlandse deel van de Noordzee.

Wil je meehelpen om dit soort gegevens zichtbaar te maken? Doe mee met MOO en log je duiken via www.moo.meetnetportaal.nl 
Elke waarneming telt!

Heb je vragen, stuur dan een e-mail naar anemoon@cistron.nl, kijk op www.anemoon.org of word lid van de Facebook-groep: ANEMOON MOO/LIMP/SMP

Tekst: Luna van der Loos

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief