Jenny Smit – Gili T.
“G., ga je mee naar de Gili’s? Je moet echt mee.” Waarom Balinese vriend Made me G. noemt snap ik na 6 jaar nog steeds niet.
Datum | 8 augustus 2012 |
Locatie | Gili Trawangan, Lombok, Indonesië |
Waarom ik naar de Gili-eilanden, een kleine eilandengroep van drie eilanden voor de noordwestkust van Lombok zou moeten, is me ook een raadsel. Mijn Nederlandse reisgenoot heeft echter wel interesse in een dergelijke trip, dus ik besluit te gaan.
Begrijp me goed, er is weinig mis met de Gili-eilanden. (Behalve dan de Nederlandse naam: het Indonesische woord ‘Gili’ betekent ‘klein eiland’, dus eigenlijk hebben we het hier over de klein-eiland-eilanden of iets dergelijks.) Witte stranden, loungetentjes, azuurblauwe zee, lekker eten, zon en een goede sfeer. Er is geen verkeer, op paard en wagen en fietsen na. Een verademing na het drukke zuiden van Bali.
Ik verblijf op Gili Trawangan. Aan duikers en duikscholen geen gebrek. Er zijn er vele duikscholen bijgekomen tijdens mijn eerdere bezoeken. Gili Trawangan is omgetoverd tot een opleidingsfabriek. Nu ben ik niet zo arrogant dat ik niet met beginnende duikers wil duiken, maar ik ben tamelijk traag onderwater, ik wil lang duiken en foto’s maken. Ik kan leven met het idee dat er een maximale duiktijd is van 60 minuten, maar ik ben niet bereid om tientallen euro’s te betalen voor een korte duik omdat een buddy na 30-40 minuten zonder lucht komt te zitten terwijl mijn manometer de 100 bar nog niet is gepasseerd. Ik wil foto’s maken. Hmmm, stiekem ben ik misschien toch best een lastige klant. Maar nee, allemaal geen probleem volgens de duikschool.
Hoewel de Nederlandse efficiëntie gemiddeld genomen hoger is dan de Indonesische efficiëntie, geldt dat overduidelijk niet voor de snelheden die we onder water aanhouden. Voor mijn gevoel moet ik redelijk wat meters maken?!?! Desalnietemin toch wat foto’s kunnen maken, en het onderwaterleven viel me alleszins mee.
In mijn herinnering was er rondom de Gili’s veel dood koraal. Deels door El Niño, deels door het dynamietvissen. Zo’n tien jaar geleden is het dynamietvissen echter aan bamden gelegd. Veel ex-vissers werken nu in de toeristische sector. De koralen hebben zich voor een (groot) deel hersteld en er zijn vele zachte koralen te vinden. Wat me echter opvalt zijn de kleuren van de koralen, of eigenlijk het gebrek eraan. Vind je op Bali en de Filipijnen allemaal verschillende kleuren, hier is het meeste koraal oudroze of iets wat er op lijkt. Bizar, alles in één kleur.
De eerste dag zie ik meteen al verschillende white tip sharks, schildpadden, napoleonvissen, trompetvissen, porceleinkrabben en een aantal prachtige slakken.
De tweede duikdag val ik minder met mijn neus in de boter. De gids heeft besloten dat een bepaald parcours afgelegd moet worden en ik zwem duidelijk niet snel genoeg. Mijn buddies slurpen als gekken hun lucht op, dus langzamer zwemmen kan blijkbaar niet want dan halen ze de eindstreep niet. (Ik snap niet waarom, de boot kan ons overal oppikken.) Na afloop van de duik is de gids behoorlijk kwaad. Op mij. Ik duik te langzaam. Waarom zwem ik niet sneller? Waarom heb ik geen privégids als ik langzaam wil duiken? En waarom wil ik niet met 110 bar al de duik afbreken na 35 minuten? En waarom vind ik het niet fijn als iemand tegen me schreeuwt?
Op de boot van de duikstek naar de duikschool voel ik me niet happy. Gelukkig erkent de duikschool mijn probleem en krijgt deze (nieuwe) gids instructies hoe hij met verschillen in niveau binnen zijn groep om moet gaan. Toch houd ik een beetje een wrange smaak over aan dit bezoek aan de Gili-eilanden. Ik vraag me af of er in het hoogseizoen plaats is voor ervaren duikers?
Ik besluit dat Amed op Bali mijn volgende duikbestemming gaat worden. Maar eerst ‘pulang desa’, terug naar het dorp waar ik gewoond heb.