Het seizoenpatroon van de penneschaft en de tactiek van ruwe zeerasp
In een door Stichting ANEMOON uitgegeven rapport zijn recent de gegevens van 25 jaar onderwatermonitoring geanalyseerd. Voor de hydroïdpoliepen laten deze gegevens voornamelijk een neerwaartse trend zien. Ook seizoenpatronen worden duidelijk. Maar de ruwe zeerasp blijft stabiel wat betreft aantallen.
Penneschaft neemt af
Penneschaft is altijd mooi om te zien. De roze-oranje poliepen zijn een lust voor het oog en zeer fotogeniek. Helaas laten analyses van Stichting ANEMOON zien dat er sinds 1994 steeds minder penneschaft wordt waargenomen door duikers in de Oosterschelde. De kans om in 1996 minstens 10 kolonies te spotten tijdens een duik was bijvoorbeeld wel 35%, terwijl die kans nu minder dan 15% is.
Het goede seizoen
Toch maakt het seizoen waarin je gaat zoeken wel uit. De analyses van Stichting ANEMOON laten namelijk ook een duidelijk seizoenpatroon zien. In het voorjaar en de winter zijn de kansen om penneschaft te zien aanmerkelijk groter dan in de zomermaanden.
De afname van hydroïdpoliepen in de Oosterschelde zou te maken kunnen hebben met een verandering in voedselvoorziening of de beschikbaarheid van geschikt substraat. Een andere mogelijke verklaring kan liggen in veranderende temperaturen. Naast penneschaft zijn namelijk veel poliepen seizoensgebonden aan de lentemaanden (vooral april-mei), met een tweede piek in de late herfst, maar vertonen de laagste aantallen tijdens de zomermaanden. Een hogere maximumtemperatuur tijdens de lentemaanden, zou de aanwezigheid negatief kunnen beïnvloeden. Penneschaft is het voorkeursvoedsel voor veel naaktslakken, zoals de gorgelpijpknotsslak en de brede ringsprietslak. Het wel of niet voorkomen van penneschaft kan dus ook een grote invloed hebben op andere dieren die we zien tijdens de duik.
De tactiek van ruwe zeerasp
Penneschaft is niet de enige hydroïdpoliep waar het niet zo goed mee gaat. Andere poliepen zoals gorgelpijp en haringgraat nemen ook af. De ruwe zeerasp is een positiever voorbeeld. Deze soort is niet toegenomen in de Oosterschelde, maar ook niet afgenomen: de aantallen zijn stabiel gebleven. Maar wat is de tactiek van ruwe zeerasp? Ruwe zeerasp vormt kolonies van kleine, roze knotsvormige poliepjes. In de Noordzee, op locaties met sterke stroming, kan deze soort tapijten vormen die het substraat volledig bedekken. Ze groeien bijvoorbeeld veel op scheepswrakken. In de Oosterschelde komt ruwe zeerasp echter voornamelijk voor in symbiose met de gewone heremietkreeft. Groeiend op de huisjes van gewone heremietkreeften, wordt de ruwe zeerasp voorzien van een geschikt leefomgeving. Daarnaast kunnen ze ook genieten van genoeg voedsel: alles wat de heremietkreeft namelijk een tikkeltje slordig eet, dwarrelt regelrecht naar de ruwe zeerasp toe.
Meer weten?
Het rapport van Stichting ANEMOON ‘Het Duiken Gebruiken 4’ is gratis te downloaden via: www.anemoon.org/duikengebruiken
In Bijlage 4 vind je voor meer dan 160 soorten de trendgrafieken en verspreidingskaartjes in Zeeland en het Nederlandse deel van de Noordzee.
Wil je meehelpen om dit soort gegevens zichtbaar te maken? Doe mee met MOO en log je duiken via www.moo.meetnetportaal.nl
Elke waarneming telt!
Heb je vragen, stuur dan een e-mail naar anemoon@cistron.nl, kijk op www.anemoon.org of word lid van de Facebook-groep: ANEMOON MOO/LIMP/SMP
Tekst: Luna van der Loos