Expeditie Noordzee: Springtij | Blog
Begin september was Duik de Noordzee Schoon op expeditie om – de naam zegt het al – de Noordzee weer een stukje schoner te maken. De deelnemers bloggen omstebeurt. Dit keer: Harold Batteram.
Tijdens de eerste september-expeditie dit jaar hebben we te maken met springtij. De stroom is dan op zijn sterkst en het duikvenster, de periode waarin de stroom onder de 0.6 knopen zakt, het kortst. Dat vraagt om een strakke planning want niemand wil met te veel stroming duiken. De inspanning om te zwemmen en netten te snijden is dan te groot. Al jaren lang gebruiken we zelf ontwikkelde software waarmee de stroomkentering heel goed te voorspellen valt, maar ook het weer, de wind en golven hebben daar invloed op.
Bij de duiken die we maken, heeft iedereen een taak. Het eerste buddypaar gaat langs de shotlijn naar beneden, zoekt het wrak en maakt de lijn vast aan een stevig wrakdeel. Ze schieten het dreganker omhoog met een hefballon, wat voor de mensen aan boord het teken is dat het wrak gevonden is en de volgende duikers te water kunnen. Het zal duidelijk zijn dat de eerste duikers daar niet te veel stroom bij willen hebben. Zij zwemmen ook een gidslijn uit van zo’n 150m lang over het wrak langs de meest interessante delen. Daarna volgen de fotografen en nettensnijders. Zij zoeken naar vislijnen, netten en ander afval van het containership MSC Zoë, dat nog steeds ruimschoots aanwezig is op de zeebodem. Tot slot gaat het laatste buddypaar naar beneden om de gidslijn weer in te rollen en alle, in postzaken verzamelde rommel, met behulp van hefballonnen naar de oppervlakte te schieten. Ook dit is een zware klus waarbij het niet te veel mag stromen.
De hele operatie van eerste tot laatste duikers neemt zo’n twee uur in beslag. Tijdens springtij is het beschikbare duikvenster ongeveer een uur, dus eigenlijk te kort om iedereen tevreden te houden. Gaan we iets vroeger te water, dan klagen de eerste duikers dat het nog te hard stroomt, gaan we iets later, dan zijn het de laatste duikers die over de stroomsterkte piepen. Er is niet veel aan te doen helaas, ik schat de stroom zo goed mogelijk in en probeer iedereen een beetje tevreden te houden, met wisselend succes. Volgende keer toch liever met doodtij op expeditie.
Tekst: Harold Batteram
Foto: Marloes Otten