Dirk Van den Bergh – Steentje bijgedragen
Wat zijn de effecten van het openzetten van de Haringvlietsluizen? Dirk Van den Bergh duikt mee op een Haringvlietdag om de onderwaternatuur in kaart te brengen.
Datum: 28-09-2019
Duiklocatie: Stad aan ’t Haringvliet strand
Vandaag is het mijn verjaardag. Uitbundige festiviteiten zijn er niet bij, maar het wordt wel een heerlijk feestje onder water: ik neem deel aan de 11e monitor duikdag in het Haringvliet, georganiseerd door Haringvliet Onderwater.
In 2016 werd deze non-profit organisatie opgestart: het is een samenwerking tussen NOB, Stichting ANEMOON en RAVON en faciliteert het verzamelen van waarnemingen van de onderwaternatuur in het Haringvliet, met de bedoeling om op lange termijn de invloed van het op een kier zetten van de Haringvlietsluis op het onderwaterleven in kaart te brengen. Vrijwillige duikers monitoren dit een aantal keer per jaar.
Op 15/11/2018 werd na meer dan 47 jaar de sluis voor het eerst symbolisch opengezet. Symbolisch, want meteen daarna moest ze terug dicht: het was wachten op een hogere rivierstand om te vermijden dat het zoute water te ver stroomopwaarts zou doordringen. Op 16/01/2019 ging ze voor het eerst écht open, maar door de warme en droge zomer, met als gevolg weer lage rivierstanden, kon het project nog steeds niet ten volle uitgevoerd worden: in het decreet staat dat het zoute water niet verder mag opstromen dan de denkbeeldige lijn tussen Middelharnis en de Spuimonding, dit om de zoetwatervoorziening niet in het gedrang te brengen.
Het openzetten zal tot gevolg hebben dat vissen zoals zalm, zeeforel, steur, driedoornige stekelbaars, paling, elft, fint en natuurlijk de haring weer in het Haringvliet verschijnen en stroomopwaarts naar hun paaigebieden kunnen trekken. Er werden al gezenderde steuren uitgezet om hun gedrag te kunnen opvolgen. Mosselkorven en vissenhotels werden in het water geplaatst om bescherming te bieden aan de nieuwe bewoners. Ook op de bovenwaterwereld zal dit een positief effect hebben, vooral voor de trekvogels.
Over naar de orde van de dag … Deze keer mag ik gaan duiken bij het strandje van Stad aan ’t Haringvliet. Deze plaats ligt al voorbij de hierboven beschreven denkbeeldige lijn, dus veel verandering zal daar nog niet te merken zijn. Het blijft evenwel van groot belang ook het bestaande leven te monitoren en te zien welke invloed het openstellen daar op heeft!
Via deze link kan je een heel interessante video bekijken om er meer over te weten te komen (naar beneden scrollen): https://www.rijkswaterstaat.nl/water/projectenoverzicht/haringvliet-haringvlietsluizen-op-een-kier/index.aspx
Ik krijg als buddy Bert Vos toegewezen en samen met buddypaar Marijke Beeke en Nico van Os gaan we om 18.30 uur het water in. Het blijft lang ondiep. We glijden over een zanderige bodem. De eerste waterplanten verschijnen. Als eerste visjes komen we zwartbekgrondels tegen. Die hebben in tegenstelling tot wat je door de benaming zou denken geen zwarte bek, maar wel een zwarte vlek op de voorste rugvin.
Dan zie ik een visje dat ik nog nooit gezien heb: het blijkt de Kleine modderkruiper te zijn. Mijn duik kan al niet meer stuk!
Hij zwemt weg vóór ik teken kan doen aan mijn buddy. Die is even uit het zicht verdwenen, maar ik vind hem gemakkelijk terug omdat we afgesproken hebben om gewoon recht uit te zwemmen. Even later ziet hij een pos die naar zuurstof aan het happen is en op zijn zij ligt. Waarschijnlijk leeft die ondertussen niet meer …
We komen nu veel mosselen tegen. Drie soorten zijn te herkennen: de quaggamossel, de driehoeksmossel en de zwanenmossel. Op ééntje kruipt er een slakje (zie video). Voor wie de quaggamossel niet kent, zie https://www.knnv.nl/afdelingDelfland/een-kijk-op-de-quaggamossel
De Amerikaanse rivierkreeft is ook goed vertegenwoordigd. We zien er meer dan 10! Eéntje heeft een mossel op zijn schaar zitten.
Er liggen veel verschalingen van Chinese wolhandkrabben en we komen er ook veel tegen. Ze zijn moeilijk in beeld te krijgen, want ze lopen steeds weg over de zanderige bodem met een stofwolk tot gevolg. Na een achtervolging kan ik er toch ééntje snappen. Meer nog: ze komt naar het “zwarte gat” van mijn ringlens gekropen! De wollige “handjes” zijn duidelijk te zien.
Na 47 minuten zitten we op onze maximum diepte: 4 meter … We keren terug en zien als bijkomende waarnemingen nog enkele platvisjes (gedetermineerd als bot) en twee baarsjes. Na 71 minuten zijn we terug boven. Wat een zalige, rustgevende en waarnemingsvolle duik was dit!
Na de duik rijden we nog naar Stellendam, waar samen met de andere duikers de waarnemingen worden uitgewisseld, foto’s bekeken worden en de MOO app aangevuld wordt. We krijgen broodjes, lekkere soep, koffie en frisdrank.
Tijd om terug naar huis te rijden! Ik ben er nog net voor middernacht, zodat ik toch nog op mijn verjaardag zelf een Duveltje kan opentrekken! Proost!
Nog even vermelden dat op deze stek alleen maar in het kader van de monitoring mag gedoken worden …