Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duiken

Duikers en scheepvaart – de regels

Varen doe je samen… Dit samenwerkingsverband van diverse organisaties binnen de beroeps- en pleziervaart én op het gebied van waterrecreatie bundelen de krachten om de veiligheid op het water te vergroten. Ook voor duikers!

Het wordt steeds drukker op het water.  Weet jij dat er in Nederland 2,5 miljoen waterrecreanten, 500.000 recreatievaartuigen, 7000 beroepsschepen en 10.000 km vaarwegen zijn? Geen wonder dat dit in goede banen geleid moet worden.  Dat doet Varen doe je samen, een samenwerkingsverband van vele organisaties die groepen watergebruikers vertegenwoordigen.

Er wordt veel gedoken in Nederland – door recreatieve duikers en beroepsduikers.  Om een en ander veilig te laten verlopen zijn er in het BPR (Binnenvaartpolitiereglement) regels opgenomen waaraan de vaarweggebruikers en duikers zich moeten houden. Dit zijn de belangrijkste regels.

Voor de vaarweggebruiker:

Internationale duikvlag (seinvlag A): als je de blauw-witte internationale seinvlag A (kan ook een bord zijn) ziet op een schip of op de wal, dan zijn er duikers (meestal meer dan één) actief. Verminder tijdig snelheid en blijf uit de buurt. ’s Nachts moet dit teken verlicht zijn, zodat het duidelijk zichtbaar is. Bij het duiken vanaf de oever wordt echter vaak geen duikvlag gezet. Simpelweg omdat niet iedere duiker deze heeft.
Oppervlakteboeien: deze worden door duikers meestal opgelaten als ze met de opstijging bezig zijn, of geven de plaats aan waar duikers actief zijn. Opnieuw geldt hier: blijf uit de buurt.
Markeringsboeien: op enkele duiklocaties worden verankerde boeien gebruikt om een interessante duikplaats te markeren. Duikers gebruiken deze boeien als referentie om daar in de buurt af te dalen en op te stijgen. Deze boeien bevinden zich vaak in een afgesloten vaargebied. Het wil nog weleens voorkomen dat een windsurfer een markeringsboei of oppervlakteboei gebruikt om die te ronden. Doe het niet, dit is gevaarlijk gedrag.
Duiksteigers: in met name Zeeland bevinden zich enkele steigers specifiek voor duikers. Om te voorkomen dat schepen hier afmeren, is er permanent een duikvlag (seinvlag A) aanwezig.
Duikers in nood, wat dan? Een duiker in nood zal proberen de aandacht te trekken door met z’n armen te zwaaien of op het water te slaan. Let op: benader de duiker voorzichtig. Meestal wordt samen gedoken en als u maar één duiker boven water ziet, is de andere waarschijnlijk nog onder water. Elke situatie vraagt om een juiste aanpak en doet een beroep op gezond verstand. Bij het bellen van het noodnummer, altijd vermelden dat het om een duikincident gaat.
Duiken in de vaargeul: volgens het BPR mag niet worden gedoken in gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart. Alleen in de Oosterschelde is vrijstelling verleend voor het (wrak)duiken in sommige vaargeulen. Enkele wrakken staan aangegeven op de officiële waterkaarten van de Dienst der Hydrografie.
Respecteer elkaar: beroepsvaart, watersporters, (sport)vissers en duikers maken gebruik van hetzelfde water. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.

Voor de sportduiker:

Waar wel en waar niet duiken? Zoals vermeld in het BPR artikel 8.08 is onderwatersport verboden:
– Op een wachtplaats of in de onmiddellijke nabijheid van een brug, een sluis of een stuw.
– In gedeelten van een vaarweg bestemd voor de doorgaande scheepvaart.
– In routes van veerponten.
– In havens en nabij de ingangen daarvan.
– In de nabijheid van afmeergelegenheden.
– In gebieden speciaal zijn aangewezen voor snelvaren of waterskiën e.d.

Duiken is toegestaan in de door de bevoegde autoriteit aangewezen gebieden. Behalve op open water, zoals de Oosterschelde en de Noordzee, wordt ook veel gedoken in gesloten zoetwaterplassen. Let op: op deze plassen varen vaak kleine vaartuigen.
Plaats de internationale duikvlag (seinvlag A): Toon de internationale duikvlag aan boord of op de wal en zorg dat die goed zichtbaar is. Dat is van groot belang, om de overige vaarweggebruikers duidelijk te maken dat er wordt gedoken. Een bord mag ook. Volgens het BPR moet dat zijn gemaakt van niet buigzaam materiaal. Het teken moet op een zodanige hoogte en op een zodanige manier worden geplaatst, dat het van alle kanten zichtbaar is. ’s Nachts moet dit teken zijn verlicht, zodat het duidelijk zichtbaar is.
Respecteer elkaar: Beroepsvaart, watersporters, (sport)vissers en duikers maken gebruik van hetzelfde water. Als iedereen elkaar respecteert, kan iedereen zonder problemen van dezelfde gebieden gebruikmaken.

Op de website Varen doe je samen vind je allerlei handige en nuttige informatie over het gebruik van het water.

1 reactie

  1. Duikers vlag rood met witte streep, maar blauw /wit verticaal ook?

    REAGEREN

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief