“Je moet eerst leren lopen voor je kunt rennen”
Verantwoordelijkheid nemen voor duikveiligheid -zowel van jezelf als van je cursisten- dat mag je toch verwachten van elke duikprofessional? Toch? Maar doe je dat als duikpro wel? Bart den Ouden legt uit waarom je pas moet willen rennen wanneer je kunt lopen.
Toen de coronapandemie Nederland al bijna 1 jaar in haar greep hield, gebeurde er in februari 2021 ineens iets enorm positiefs. Veel van onze plassen, kanalen en vaarten vroren dicht en de Nederlanders stopten massaal met het klagen over de lockdown. Ineens wilden we allemaal op of onder het ijs zijn! Sommigen probeerden naarstig hun schaatsen te vinden terwijl anderen op zoek gingen naar mogelijkheden om onder het ijs te kunnen duiken.
Er heerste een oprecht positieve sfeer en veel mensen waren weer vrolijk.
Helaas kunnen we niet ieder jaar ijsduiken maken in Nederland dus als het kan, dan moeten we er ook meteen het beste van maken. Maar ijsduiken vereist een aantal andere vaardigheden dan een ‘normale’ duik, zoals je je ongetwijfeld voor kunt stellen? Dat is ook waarom de meeste duikorganisaties ijsduik(specialty)-cursussen hebben. Het idee is dat iemand een opleiding volgt bij een ‘IJsduik Instructeur’, het brevet verdient en dat deze persoon dan zelfstandig de wonderlijke wereld onder het ijs kan gaan ontdekken.
Slow down young fella
Er zat dus druk achter: een geschikte duikstek vinden, een instructeur vinden, agenda’s afstemmen. Op dat moment werd ik herinnerd aan een voortreffelijk blog dat was verschenen op de TDI-website, geschreven door Michael Thomas. Het blog heet Slow down young fella en hierin legt hij uit wat het gevaar is van te snel door te willen stromen. Zoals Michael zegt: “De prijs van een vergissing kan een verwonding of zelfs de dood zijn”. Ik ben het hier helemaal mee eens.
Rennen…
Je vraagt je misschien af waarom dit blog, geschreven in augustus 2019, nu ineens in mijn herinnering opkomt? Nou, in een week tijd heb ik 4 instructeurs gesproken die, naar mijn mening, wilden rennen voordat ze konden lopen. Laat het mij even uitleggen.
De eerste twee instructeurs hadden zich opgegeven voor een ijsduikcursus bij een Instructor Trainer. De duikorganisatie in kwestie eist een minimum van 3 duiken onder het ijs om als ijsduiker gebrevetteerd te kunnen worden. Voor beide mannen was het hun eerste poging tot ijsduiken. Maar, omdat ze beiden instructeurs waren, dachten ze dat het een goed idee was als ze direct de IJsduik Specialty Instructor opleiding zouden doen. Zo zijn ze met (hopelijk) 3 ijsduiken aan ervaring, ijsduikinstructeurs geworden. Nu weet ik wat je denkt:
“Maar de duikorganisatie heeft toch wel extra eisen met betrekking tot de benodigde ervaring voordat ze het papierwerk verwerken en de instructeursbevoegdheid toekennen?”
Jazeker, die extra eisen zijn er… op papier. Het is gewoon een kwestie van dat de aanvrager stelt dat hij of zij genoeg (10 of 20, dat is afhankelijk van de specialty) duiken heeft gelogd. (Dit is een goed voorbeeld van iets dat ‘Work as Imagined versus Work as Done’ heet.)
“Okay, maar dat is dan omdat het een commerciële/recreatieve duikorganisatie is, toch?”
Het is toch niet mogelijk dat een technisch duikinstructeur ooit zo’n sluiproute zou proberen?
Je zou het hopen, maar helaas…
Diezelfde week werd ik benaderd door twee technisch duikinstructeurs die ook wat ijsduiken wilden doen en gebrevetteerd wilden worden als ijsduikers. Eén dag later kreeg ik een telefoontje:
“Je hoeft het voor ons niet meer te organiseren hoor. Wij hebben contact gehad met ons Regionaal Kantoor en omdat wij beiden gebrevetteerd Full Cave Divers zijn, hebben ze ons de IJsduik Specialty Instructor bevoegdheid gegeven.”
Wat was ik verbaasd…
Als instructeurs zouden wij een hogere norm aan moeten houden. Wij horen beter op de hoogte te zijn van de gevaren die horen bij het doen of het proberen te doen van duiken waarvoor je niet bent opgeleid of waarvoor je niet de nodige ervaring hebt. Het grote gevaar zit in het ‘Onbekende Onbekendes’, we weten niet wat we niet weten. Dit wordt in de literatuur ook wel het Dunning-Kruger effect genoemd.
Eerst leren lopen, dan pas rennen…
We hebben geen schijn van kans om de duikveiligheid te verhogen en het aantal incidenten en ongelukken terug te dringen als we onze houding niet veranderen. Instructeurs die sluipwegen of de kortste routes nemen en die proberen te rennen voordat ze kunnen lopen, geven het verkeerde voorbeeld. En tegelijkertijd lopen hun cursisten en zijzelf enorme risico’s.
- Hoe weet je zeker dat je alle noodzakelijke informatie hebt?
- Hoe beperk je de “Onbekende Onbekendes” bij jouw duiken?
- Zeg je er wat van als je mogelijke problemen of gevaren ziet?
- Moedig je dat ook aan in anderen?
5 reacties
Eric Bovelander
goed stuk Bart, en precies zoals ik je ken, recht uit het hart met een prima onderbouwing ernaast.
Bas Poelmann
Goed geschreven en zeer relevant stuk!
Jacqueline
Interessant en zo herkenbaar…. zelfoverschatting is de mens en dus ook de duiker niet vreemd. Ooit zelf zo’n instructeur meegemaakt.
Hopelijk is dit een eye-opener voor velen.
Jeroen Thoolen
Goed verhaal!
Robert Rhemrev
Heel goed dat dit een keer bespreekbaar wordt gesteld. In mijn regio lopen er zelfs instructeurs rond die al na 60 duiken (inclusief opleidings duiken) een instructeur cursus hebben mogen volgen, dit omdat de course director zoveel ervaring heeft..