Patrick Kranenbroek – Bergse Diepsluis: kale zandbodem of schitterende duikstek?
Hij heeft een missie. Of eigenlijk twee. Duikreporter Patrick duikt onder bij de Bergse Diepsluis. Wat zal zijn conclusie na deze duiken zijn? Kale zandbodem of toch…?
Datum: 16 en 17 juli 2022
Duiklocatie: Bergse Diepsluis
In het weekend van 16 en 17 juli ben ik alleen in Zeeland op de camping. Mijn vrouw moet werken op zaterdag en ik besluit toch te gaan. Op vrijdag na het werk stap ik in mijn auto en ik kom in de avond aan. Ik zet mijn duikspullen in de auto en maak de camera klaar. Dit weekend staan foto’s van sepia en zeepaardjes op de planning. Via Lia had ik gehoord dat de 2e lichting sepia’s van het jaar is aangekomen. Op de foto’s die het internet overgaan, herken ik de tentjes, dus dat wordt een makkelijke denk ik. Ik bouw de camera op met beide flitsers, dome-diffusers erop en ik ben volledig voorbereid voor de 2e lichting.
Op zaterdag zet ik mijn wekker op 6.00 uur en een half uur later ben ik op de stek. Ik wacht nog even, totdat het lichter is en de zon wat hoger staat. Er is verder toch nog niemand en heb dus alle tijd. Ik ga er bij de trap in en daal af naar de sepiatentjes, die ik op Facebook voorbij zag komen. De 3 tentjes staan vlak bij elkaar en op alle 3 de tentjes vind ik een koppeltje. De eerste missie geslaagd. Dan ga ik nog op een andere lijn tentjes zwemmen en op 1 van de vele stokjes tref ik een mooi zeepaardje aan. Met de groothoeklens is dat best een uitdaging, maar uiteindelijk schiet ik een paar foto’s. Meteen staat mijn plan voor de avond al vast: de 60 mm macrolens. Als ik uit het water kom na 80 minuten, pak ik mijn tweede duikfles en al snel ga ik nog een keer. Het was een mooi rondje langs de vele tentjes op de verder kale, beschimmelde zandbodem.
In de late middag rijd ik nog eens terug en aangekomen op de parkeerplaats klets ik eerst uitgebreid met Janny en Bruno. Zij hebben duidelijk ook genoten en Janny heeft ongetwijfeld hele mooie plaatjes gemaakt onder water. Na een half uur kletsen over duiken, trek ik mijn pak aan voor duik 3. Ik heb vorige week een zeepaardje gezien op een tentje en daar zwem ik dan ook als eerste heen. Er zit zowel een mannetje als een vrouwtje. Helaas voor mij zitten ze wat dieper in het tentje en ik kan er met mijn camera niet echt dichtbij komen. Meestal moet je dan gewoon geduld hebben, maar in dit geval zat er weinig beweging in. Ik heb dan ook nauwelijks foto’s gemaakt. Bij een ander tentje heb ik meer succes en daar zit 1 zeepaardje mooi op een stokje. Dat ging dus wel goed. Na nog een 4e duik gemaakt te hebben, ging het bij het koppeltje wel perfect. Dit keer had ik meer geluk en zaten ze allebei mooi aan de buitenkant van het tentje. De dag zoals ik hem gepland heb is afgelopen en om 20.30 uur ben ik terug op de camping.
Op zondagochtend ben ik wederom om 6.30 uur op de duikstek en tref daar Lia. Haar man Rene ligt al in het water, die is natuurlijk aan het filmen. Vandaag heb ik een andere missie. De `mooie` kant van de Bergse Diepsluis. Ik wil via de hangculturen, naar het ondiepe “rif” aan de westkant van de Bergse Diepsluis. Ik loop naar de witte streep op de dijk en ga daar te water. Op de dijk zie ik al de luchtbellen van Rene en ik zie boven water waar hij zit. Als ik onder ga, besluit ik naar Rene toe te zwemmen en via hem naar de hangculturen te gaan. Ik zie al snel zijn enorme videolampen en hij herkent me direct. We geven elkaar een hand en dan zwem ik naar de touwen van de hangculturen. Daar aangekomen zwem ik 30 minuutjes langs de touwen. Hoewel deze erg mooi zijn, vind ik er eigenlijk niet zoveel, dat de moeite waard is voor wat ik wil. Via het bevestigingstouw zwem ik naar beneden de diepte in , om vervolgens via de zandbodem naar de onderkant van de helling te gaan. “Vandaag wil ik het gewone leven fotograferen”, dacht ik. Maar toch werd ik verrast. Tussen de oesters duiken kort na elkaar 2 zeedonderpadden op, van een flink formaat. Ze blijven mooi liggen en ik fotografeer ze van de voorkant en van de zijkant. Als ik terug naar de trap zwem, kom ik bij het ondiepe rif een aantal mooie steurgarnalen tegen. Ik maak van 1 garnaal een foto en tot mijn verbazing is die in 1 x zoals ik het wil. Ik kijk op het schermpje van mijn camera en denk: Yes. En door. “Nu wil ik een mooie grondel”. Maar dat ging niet meteen goed. Camera richten, grondel weg!! En nog een keer en nog een keer. Maar ik heb altijd geleerd dat de aanhouder wint en uiteindelijk vind ik een grondel die totaal niet onder de indruk is. Hij blijft liggen en ik kan wel 10 foto’s van hem maken. “Nu wil ik nog baby sepia’s en kijk voornamelijk in het zand dat net voor het rif ligt. Maar helaas, die missie is niet geslaagd. Maar uiteindelijk kreeg ik nog een verrassing. Ik vond de heremietkreeft met de gemarmerde schelp. “Die is mooi, zeg” en ik denk meteen aan 30 jaar geleden toen ik met mijn ouders mee ging naar Giethoorn en daar in het plaatselijke winkel een mandje met schelpen kocht, die ik tot op de dag van vandaag heb bewaard en zo rond de feestdagen bij ons thuis om de kaarsen liggen. Ik knip de foto en uiteindelijk zwem ik terug naar de duiktrap. Na nog een heerlijke kop koffie gedronken te hebben met Lia en Rene, rijd ik terug naar Venray. Ik wilde eigenlijk nog een 2e duik maken, maar dat zou betekenen dat ik na de terugreis van 2 uur net mijn vrouw zou missen, die tegen het middaguur met haar moeder richting Maastricht wil rijden om naar Andre Rieux te gaan. Ik laat het bij 1 mooie duik die dag. Het was weer een prachtig duikweekend.