Baitball of Fire
Peter de Maagt ging naar dé Wildcoast voor een ultiem natuurspektakel. De Sardine Run!
Wintertijd in Zuid Afrika, temperaturen van rond het vriespunt in de ochtend. Af en toe windkracht 5 tot 6 en regen. Golven variërend van 2 tot 6 meter hoog. Totaal afhankelijk van de watertemperatuur, de stromingen en de heersende wind en daardoor geen enkel garantie op succes om wat te zien. Na een dag op zee bij terugkomst op het vastland af en toe warm water om te douchen. Elektriciteit en telefoon zijn geen zekerheid…….. Klinkt uitnodigend nietwaar? Dat vonden wij ook en dus besloten we af te reizen naar Afrika’s Wild Coast om de Sardine Run 2011 in Port Saint Johns mee te maken!
De Wild Coast is een van Zuid Afrika’s juweeltjes, een uniek erfgoed waar de schitterende, ruige kustlijn als één van de meest spectaculaire landschappen in Zuid Afrika geldt. Sommige plaatsen, zoals het pittoreske stadje Port Saint Johns, zijn welbekend maar verruit het meeste van de kustlijn blijft een ongerepte natuurschat.
Het gebied is de laatste jaren populair geworden bij een breder publiek vanwege de Sardine Run. Aangedreven door natuurkrachten die nog niet helemaal begrepen zijn, verlaten miljoenen sardientjes, ergens tussen mei en juli, hun koude leefgebied rond de Kaap en volgen de koude stromingen oostwaarts. Port Saint Johns, een klein dorpje waar de Mzimvubu rivier in de Indische Oceaan stroomt, geldt als een ideale plaats om ze waar te nemen omdat de sardientjes hier relatief dicht bij de kust komen.
Het begin van de reis ging niet helemaal zonder horten en stoten. Eenmaal aangekomen op Schiphol bleek dat ik de heenreis in mijn eentje zou moeten aanvangen. De NS had namelijk besloten om Arjan en Patrick, ongeveer anderhalf uur lang, door een coupéraampje van het mooie Nederlandse landschap te laten genieten.
Na een zeer korte overnachting op Johannesburg kon ik doorvliegen naar de “luchthaven” van Umtata in het hartje van het Xhosa gebied. De kwalificatie “luchthaven” is misschien iets te veel eer voor de ene landingsbaan die aangeboden door een luchtvaartmaatschappij met de veelzeggende naam airLINK. Na nog eens twee uur in een “bakkie” gezeten te hebben kon ik na 28 uur mijn koffers neerzetten in onze lodge “the Creek”.
Toen de groep uiteindelijk compleet was bleek dat we een gemêleerd gezelschap vormden: drie Nederlanders, een Belg, een Zuid-Afrikaan (tijdelijk tussen twee banen in) en een metaalbewerker uit Australiër. Dit werd gecomplementeerd met Morne Hardenberg, de skipper Paul von Blerk, divemaster Brocq, “de sandwich lady” Lisa, de piloot Janneman en Liz. Genoeg verschillende karakters om hilarische momenten mee te beleven.
Elke avond konden we ons gezellig opwarmen aan het kampvuur dat Morne gemaakt had van rood-hout dat hij helemaal uit Cape Town in zijn Landrover meegenomen had (genoeg voor de gehele duur van zijn 6 weken verblijf!). Het bewijst maar weer dat de Zuid-Afrikanen inderdaad afstammen van de Nederlanders.
De briefing die we de eerste avond kregen, was kort en krachtig; ontbijt om 6 uur en om 6.45 het water op. Helaas had Morne niet helemaal de nadruk gelegd op het feit dat het ’s ochtends echt koud kon zijn…we waren toch in Zuid Afrika…of niet dan?
De volgende dag begon de realiteit vrij snel door te dringen; temperaturen tussen de 2 en 6 graden en een behoorlijke wind. De wind betekende ook dat de golven in de branding ongeveer 3 to 4 meter hoog waren en iedereen doordrenkt aan de Sardine Run kon beginnen.
De naam Sardine Run is op zichzelf al iets om over na te denken. Na een paar dagen begin je jezelf af te vragen of de “Run” op de sardientjes betrekking heeft of op jezelf die als een gek probeert achter de sardientjes aan te rennen. Bovendien trekken niet alleen sardientjes van het zuiden naar het noorden maar ook red-eye haring en makreel. Dat lijkt op het eerste gezicht niet essentieel maar je komt er tijdens de “Sardine” Run achter dat de sardientjes kennelijk de visjes zijn die over de minste hersencellen beschikken. Andere scholen van vissen worden ook aangevallen maar doen hun uiterste best om te vluchten en schieten van links naar rechts en van boven naar onderen. Als duiker dus onbegonnen werk om dit te volgen. De sardientjes daarentegen laten zich netjes in een baitball kneden en blijven vrij stabiel op een plaats om opgegeten te worden. Moeder Natuur weet het ongetwijfeld beter na eeuwen van evolutie maar enige twijfel is toch moeilijk te onderdrukken.
Morne had zijn uiterste best gedaan om de kans zo groot mogelijk te maken om de baitballs te vinden. Hij had een ultra-light vliegtuigje ingehuurd om ons snel naar de actie te kunnen leiden en te checken of de actie in helder water plaatsvond of niet. Piloot Janneman deed zijn uiterste best en elke keer als hij honderden Jan-van-Genten had gezien die een armada aan luchtaanvallen inzetten, kregen we de coördinaten door. Helaas kon Janneman niet zien of het sardientjes waren of andere soorten die zich te snel verplaatsten. Dus iedere keer dat we ons naar de kamikazeachtige taferelen van de krijsende Jan-van-Genten haastten, voelde je de spanning toenemen…was het een baitball met sardientjes of waren we weer benzine aan het verbranden? Ontegenzeggelijk zijn de duikende vogels een natuurverschijnsel op zich, maar na een paar dagen begonnen we toch te verlangen naar de “echte” actie.
Godzijdank kregen we een aantal keer te zien waar we zo vurig naar verlangd hadden. Tientallen dolfijnen die de sardientjes netjes in een bol hadden gedreven en nauwgezet samenwerkten. In eerste instantie houden de dolfijnen de schijn op dat ze rustig heen en weer aan het patrouilleren zijn. En dan wordt er overgeschakeld naar een hoger versnelling, niet één, maar vijf versnellingen hoger. De frequentie en de hoeveelheid van het geklik van de dolfijnen nemen toe en dat…PATS, BOEM, KLETS…als een gek schieten ze door de baitball heen…en nog een keer…en nog een keer. Tegelijkertijd begint de aanval van boven. De Jan-van-Genten komen met een snelheid van meer dan 100 km per uur uit de lucht vallen. Het lijken wel akoestische dieptebommen die afgaan zodra ze door het wateroppervlak breken. Elke keer weer knallen er tientallen door de geluidsbarrière. Het resultaat laat zich raden en helaas voor de sardientjes is hun aantal binnen de kortste keren gedecimeerd. Het enige wat overblijft, zijn duizenden kleine zilveren schubjes die als briljantjes schijnen in de nasleep.
Hoewel het niet elke dag feest was, gaat het je verbeeldingsvermogen te boven wat je allemaal te zien krijgt op “stille” dagen. Het aantal dolfijnen is ontelbaar en niet voor niets heet de meest voorkomende dolfijn “common dolphin”. Scholen schieten door het water, doen aan acrobatiek of schieten als spelletje door de boeggolf van de boot.
Voor de vogelliefhebbers zijn naast de standaard Jan-van-Genten een aantal verschillende soorten albatrossen te zien en zijn de grote jagers brutaal genoeg om het brood uit je hand te komen eten.
Op de dagen dat het wat harder waait, zijn de bultruggen niet te beroerd om uit het water te springen en met een grote plons terug in het water te vallen. Vaak zie je groepen van twee, drie of vier walvissen bij elkaar. Ook Bryde’s walvissen komen op het jaarlijkse feestje af.
De Sardine Run is simpelweg ongelooflijk. Wat een natuurgeweld! Het is pure dramatiek en een overbelasting aan ervaringen. Pure adrenaline. Hoe kan het toch zijn dat een dergelijk klein zilveren visje een totale oorlog kan ontketenen.
Of ik weer zou terugkeren om na een reis van 28 uur, onder soms barre weersomstandigheden mijn geluk te beproeven? Ooooohhh yeahhhh!
Tekst en foto’s: Peter de Maagt
De Reportagewedstrijd 2011 is een initiatief van DuikeninBeeld.tv samen met het Bonaire Toeristenbureau, Bonaire Fun Travel en La Pura Vista.
In 2016 kun je opnieuw meedoen met de Reportagewedstrijd en een reis voor twee personen naar Bonaire winnen. Meedoen? Klik hier.