Drie eilanden, drie werelden
Wat is het verschil tussen drie Filipijnse eilanden, die hemelsbreed niet eens zo ver uit elkaar liggen? Frank en Marloes reisden naar Malapascua, Cebu en Bohol en ontdekten de overeenkomsten en verschillen tussen deze drie eilanden.
Van hot naar her
Van Amsterdam naar Hong Kong, van Hong Kong naar Ceby City op Cebu, met de auto naar Maya op het meest noordelijke puntje van dit eiland en dan met de boot naar Malapascua. Het klinkt als een hele reis en dat is het natuurlijk ook, maar het is een reis die soepel verloopt. In de auto op Cebu krijg je al een mooie indruk van het eiland en het bootje dat op ons ligt te wachten in de haven van Maya, brengt je meteen in duiksferen. Je wordt op Malapascua op het strand afgezet en dan ben je er. Alle accommodatie en duikscholen liggen aan het strand, je bent meteen op de juiste plek. Je kunt je tassen neerzetten en een drankje op het strand nemen. Laat de vakantie maar beginnen!
Hoe vroeg?
Natuurlijk willen we de volgende ochtend meteen het water in. Toch slaan we de eerste duik over: die begint namelijk om half vijf in de ochtend. En ook al is dit de duik op Monad Shoal met de voshaaien waar Malapascua bekend om is, toch willen we dat onszelf niet aandoen na de lange reis.
Dus starten we met een heerlijk ontbijt van een soort Filipijnse wentelteefjes met mango in een zitzak op het strand. Wat een heerlijk begin van de dag!
En onze duiken van vandaag plannen we ook rustig aan, we maken twee duiken op de lokale riffen. Op de een of andere manier klinkt dat altijd als minder interessant dan de duiken naar de verder gelegen riffen en eilandjes, maar we ontdekken al snel dat dat zeker niet het geval is.
Tijdens onze eerste duiken kijken we onze ogen uit. Zeepaardjes, frogfish, zachte en harde koralen in alle kleuren, verschillende koffervisjes: het gaat maar door! We zijn overdonderd door onze eerste ervaringen van de onderwaterwereld van Malapascua.
Chocolate Island
Maar we hebben nog niks gezien, blijkt al snel. Als chocolade-verslaafde is er een duikplaats die ik natuurlijk niet kan missen en die me meteen opvalt op de kaart: Chocolate Island. Na een korte boottocht komen we aan bij een eilandje midden in zee. Een groot rotsblok, begroeid met een tropisch regenwoud. Ik heb geen idee wat het met chocolade te maken heeft, maar de naam en de duikplaats zijn goed!
Het onderwaterlandschap is afwisselend, stukjes koraalwand, stukjes zandbodem, een aantal rotsblokken. En dat zorgt ook voor de diversiteit in het onderwaterleven. Niet alleen zien we hier onze eerste Filipijnse haai, maar ook veersterren in allerlei kleuren en een enorme variatie in naaktslakken. Een heerlijke duikplaats om niet te diep eindeloos rond te hangen.
Monad Shoal
En dan de duik op Monad Shoal natuurlijk… Die kun je niet missen als je op Malapascua bent. Het is even doorbijten als de wekker gaat, maar daarna is het puur genieten. Eerst van de zonsopgang vanaf de boot en daarna van de voshaaien die omhoog komen uit de diepte. Met een beetje geluk komt er tijdens de opstijging nog een manta overzeilen.
Kortom, wij zijn razend enthousiast over dit kleine eilandje. Behalve duiken is er niet veel te doen, maar de sfeer is geweldig en alle bezoekers komen voor het duiken. Een heerlijke plek om te genieten van je duiken en het mooie weer.
En dan door naar Moalboal!
Met spijt in ons hart vertrekken we van Malapascua. Hier hadden we ons nog beste een hele tijd kunnen vermaken! Een stukje van de reis gaat in omgekeerde richting van onze heenreis. We gaan opnieuw met de boot naar Maya en nu met de auto langs de andere kant van het eiland Cebu op weg naar Moalboal aan de zuidwest kant van dit eiland. Eenmaal in de auto barst het noodweer los, we rijden in de stromende regen en dus gaat het niet zo snel als gebruikelijk. Dat geeft ons wel meer tijd om naar de omgeving te kijken. We zien rijstvelden, kleine dorpjes en vooral veel mensen die proberen hun huizen watervrij te houden of te maken.
Even verderop komen we langs een echt winkelcentrum in aanbouw en de chauffeur stelt voor hier iets te eten. Het is even een kleine cultuurschok als we deze chique mall in lopen op onze modderige slippers. Maar al snel ben ik helemaal gelukkig: ze verkopen hier overheerlijke brownies! Daar droom ik al van sinds Chocolate Island!
Even later komen we aan in een natgeregend Moalboal. Het langgerekte dorp langs de kust bestaat uit restaurantjes, duikscholen, accommodatie voor backpackers, een paar resorts en wat lokale woningen. Honden en katten lopen op de regenplassen heen en een aantal hanen kraait midden op de dag van plezier omdat het eindelijk droog is. Wat een totaal andere plek dan Malapascua!
Ook de bezoekers van Moalboal zijn anders. In de resorts net buiten Panagsama Beach tref je alle internationale duikers en groepen aan, maar in de kleinere accommodaties en in Panagsama Beach zelf vind je vooral veel backpackers van alle leeftijden. Tussen de verschillende goedkope eettentjes worden in kraampjes allerlei uitstapjes naar watervallen (Kawasan Falls) , snorkeltochten en mountainbiketrips aangeboden.
Sumisid Lodge en SeaQuest
Wij hebben een heerlijk rustig verblijf bij Sumisid Lodge, dat met de hoofdingang aan het gezellige straatje van het dorp ligt en met de achterkant aan een klein strandje. Omdat het nog motregent, ploffen we neer op de veranda en kijken uit over zee. Recht voor ons ligt een aantal authentieke kleine vissersbootjes, waarbij de vissers met een lijn vist en met een duikbril op regelmatig onder water kijkt.
SeaQuest Dive Centre ligt direct naast de duikschool en als we onze duikspullen gaan brengen, leren we al snel waarop gevist wordt: recht voor ons strandje huist de beroemde school sardines van Moalboal. En omdat er hier niet met netten gevist mag worden, vissen de lokale vissers met een handlijntje op sardientjes. Ik denk nog even dat ik voor de gek gehouden word, want dat klinkt als dweilen met de kraan open. Maar de vaardigheid van deze vissers is enorm en in hoog tempo worden de visjes aan boord gehaald.
De vissers zijn niet de enigen die op deze sardines jagen. Een groep Japanse toeristen wordt met zwemvesten aan en een snorkelmasker op van een boot gegooid om op hun eigen manier op de visjes te jagen. De actiecamera’s maken overuren.
Sardientjes zonder blik
Als de snorkelaars zijn verdwenen, zetten wij ook een duikbril en snorkel op om eens te gaan kijken waar al die drukte om te doen is. De Japanse snorkelaars klonken alsof er scholen hamerhaaien onder water een Weense wals dansten.
Vooruit, een Weense wals is het niet en hamerhaaien zijn het evenmin, maar het is wel een spektakel waarvan wij ook stil worden. Terwijl we rustig weg snorkelen van het strandje en nog naar het rif kijken, lijkt er ineens een grote schaduw op ons af te komen. Voor we het weten zijn we omringd door zilveren visjes die synchroon eerst de ene en dan de andere kant op schieten. Je weet niet waar je kijken moet. Ik ben zelfs even blij dat ik aan de oppervlakte snorkel en niet enkele meters onder water in deze gigantische school zit, want dat lijkt me behoorlijk desoriënterend. Tegelijkertijd kan ik niet wachten om dit van onderaf te bekijken en deze school sardines tegen het licht van de oppervlakte te zien.
Maar die duik op het huisrif moet nog even wachten, want onze eerste duiken zijn al gepland. De gidsen van SeaQuest willen ons graag laten zien hoe divers het duiken hier is en nemen ons mee op een rifduik en naar een vliegtuigwrak.
We dalen af en het eerste wat ons opvalt zijn de kleuren. We zien in een oogopslag verschillende grote sponzen, knalblauwe zakpijpjes en grote anemonen met verschillende soorten anemoonvisjes. Er is zo veel te zien dat we niet de tijd nemen om naar de kleine dingen te zoeken. Schildpadden trekken zich niets van ons aan en zwemmen langzaam voorbij of doen even lui een oog open en besluiten dan verder te gaan met hun middagdutje. Dat zijn natuurlijk kansen die we als fotograaf niet aan ons voorbij kunnen laten gaan.
Maar oja! We waren op weg naar een vliegtuigwrak! Bijna vergeten door alles wat we om ons heen zien. Terwijl we langs het rif afdalen, neemt de stroming toe. We komen op een brede zandplaat waar het zicht even iets vermindert. Ineens doemt het vliegtuig op. Korstsponzen en koralen begroeien het vliegtuig en scholen kleine visjes proberen zich voor ons te verstoppen in of achter het vliegtuig. Even iets heel anders om te zien onder water!
Pescador Island
We maken duiken bij het bekende Pescador Island, dat slechts een paar honderd meter voor de kust van Moalboal ligt. De windrichting bepaalt aan welke kant van het eiland je duik start. Aan de ene kant vind je steile wanden, vol met kleurrijke zachte koralen. Aan de andere kant loopt het rif trapsgewijs af en zwem je van plateau naar plateau. De grote sponzen en zachte koralen bepalen het landschap en geven het kleur, terwijl scholen vis alle kanten op schieten tussen deze landschapselementen door. Een grote spons trekt mijn aandacht, vooral de rare vorm. Als ik dichterbij kom, ontdek ik dat de rare uitstulping niet de spons zelf is, maar een grote hengelaarsvis in exact dezelfde kleur als de spons. Wat een enorm beest! Het lijkt wel een voetbal!
Pescador Island is echt een gebied waar je een aantal duiken voor nodig hebt om het helemaal te ontdekken. Op alle dieptes is er iets te zien. Je kijkt je ogen uit.
Bohol, here we come!
We gaan alweer verhuizen! We eten nog een keer onze favoriete Filipijnse Kip Adobo bij het kraampje vlakbij Sumisid Lodge en vertrekken naar de volgende bestemming. Bohol, here we come!
We hebben weer een reisdag voor de boeg, maar wel een waar we naar uitkijken. We gaan met de auto naar en vandaar in twee uur met de veerboot naar het eiland Bohol. Op Bohol komen we aan in de haven van Tagbilaran, van waar het nog drie kwartier rijden is naar Panglao, het kleine eiland aan de zuidkant van Bohol, waar Oasis Resort in Alona Beach onze bestemming van vandaag is.
De boottocht gaat via de zeestraat tussen Cebu en Bohol en we verheugen ons al op de uitzichten. We volgen dan ook het advies op om niet de toeristische klasse te boeken op de ferry, maar de lokale klasse boven op de boot. Het is mooi weer en dan zitten we heerlijk buiten in plaats van beneden in de airconditioning. En dat advies geven we graag door! We hebben genoten van de tocht aan boord, ook al zijn de stoeltjes van metaal en past mijn lange buddy niet op de stoeltjes in de rij. Maar onze veel kleinere medereizigers lachen hard om dat probleem en wisselen graag van plaats, zodat hij een stoel heeft waar hij zijn lange stelten kwijt kan. Ook al verstaan we niets van Filipijns, het is duidelijk waar de hilariteit af en toe om ontstaat, omdat er steeds iemand even komt kijken naar die rare Hollander met zijn lange benen. Meewarige blikken worden ons toegeworpen, lange benen wordt duidelijk als een beperking gezien (en we moeten het toegeven, dat is het hier ook!).
In Tagbilaran staat onze auto al te wachten en we kunnen meteen instappen. Het verschil in wegen met Cebu is groot. De wegen zijn veel beter onderhouden, ruimer en in de stad zelfs voorzien van een stoep. Het eiland maakt op ons een modernere indruk dan de eilanden die we eerder zagen deze reis.
Als we aankomen bij Alona Beach, zien we verschillende restaurantjes met Filipijnse gerechten, maar ook een internationale keuken als sushi, pizza en een donutwinkel, afgewisseld met kleine supermarkten en winkels met souvenirs, slippers en alle andere dingen die je maar nodig kunt hebben op een strandvakantie.
We gaan in dit vrij drukke straatje in het centrum een poort door om in een oase van rust te komen. De naam Oasis Resort is uitstekend gekozen voor deze accommodatie! In een grote, groene tuin staat een aantal bungalows om een zwembad heen. Loop je via deze tuin naar de andere kant, dan kom je bij het restaurant aan het strand en de duikschool. Natuurlijk verkennen we meteen de omgeving en even zijn we stil van het enorme aantal bootjes dat hier voor anker ligt voor het strand. Dat zouden toch niet allemaal boten voor duikers en snorkelaars zijn???
Toch alleen op zee
We worden warm welkom geheten bij SeaQuest Dive Centre en manager Ben weet ons te vertellen dat die bootjes inderdaad allemaal voor duikers en snorkelaars zijn. Even hebben we het idee dat we op een plek van massatoerisme aangekomen zijn, maar als we de kaart met duikplaatsen zien, wordt deze zorg weggenomen. Er zijn ontzettend veel duikplaatsen, niet alleen hier in de buurt, maar ook in de beschermde natuurgebieden Balicasag, Pamilacan en Cabilao Island.
Dat is ook wat wij ervaren zodra we aan boord stappen van een van de boten van SeaQuest. Zodra we onderweg zijn, is er niets meer te merken van de andere boten, die alle kanten op uitwaaieren. We lijken alleen op zee.
Op de dag dat wij aankwamen, zijn er verschillende walvishaaien gezien, dus zitten we op de uitkijk voorop de boot. Zoals we later zullen ervaren, heb ik een zeer sterk anti-walvishaai-magnetisch-veld om me heen. Als wij naar het noorden gaan om te duiken, wordt er een walvishaai in het zuiden gezien. Gaan wij naar het zuiden, dan treffen we ’s avonds enthousiaste duikers in Oasis Resort met foto’s en video’s van walvishaaien. Ik kan iedereen alleen maar adviseren om als je walvishaaien wilt zien, zo ver mogelijk bij mij uit de buurt te blijven.
Toch worden er hier de laatste jaren minder walvishaaien gezien. Aan de overkant van de hier smalle zeestraat tussen Bohol en Cebu ligt Oslob, waar de walvishaaien gevoerd worden en een attractie zijn geworden. Veel walvishaaien maken gebruik van deze gratis maaltijden en verplaatsen zich steeds minder.
Wandduiken
Bohol staat bekend om zijn wandduiken en we kijken uit naar de steile wanden. De eerste twee duiken zijn we verrast door de sterke stroming. Zwemmen is niet noodzakelijk, we leggen flinke afstanden langs de wand af zonder er maar iets voor te moeten doen. Even zoeken naar macroleven is er niet bij, we gaan overal met flinke snelheid langs.
Af en toe moeten we even flink zwemmen om op een plaats te blijven hangen en een foto te maken. Fotograferen lijkt hier topsport!
De stroming blijkt een uitzondering te zijn, die te maken heeft met de maanstand. Zo veel stroming staat hier maar een of twee dagen per maand en inderdaad neemt die snel af in de volgende dagen.
We hebben de tijd om de wanden te bekijken en vinden allerlei bijzonder onderwaterleven in de gaten in de wand en onder overhangen. Een schildpad heeft een precies passend holletje gevonden in de wand en kijkt verstoord op als we langs zwemmen en een grote murene steekt z’n hoofd naar buiten om ons na te kijken.
Na twee duiken bij Balicasag wil ik eigenlijk nog wel een derde duik doen vandaag en ik besluit mee te gaan op een duik hier vlak voor het strand. En wat een heerlijke duik! Hier geen steile wand, maar een vlakke ondiepe zandbodem met allerlei leven. Wat een geweldige plek om rond te scharrelen zonder steeds op je computer en manometer te moeten kijken. Na meer dan een uur duiken zit de fles nog halfvol en hebben we zeepaardjes, krabben en allerlei ondefinieerbare dieren op de foto staan. We hebben dus huiswerk, want als ik ergens niet tegen kan, is niet weten wat ik gezien heb!
Chocolate Hills
Je kunt niet op Bohol geweest zijn zonder naar de Chocolate Hills te gaan. Dit bijzondere natuurverschijnsel heeft midden op het eiland voor een aantal glooiende heuvels gezorgd, in een verder vrijwel vlak land. En aangezien we onze reis begonnen met een duik naar Chocolate Island, moeten we nu de Chocolate Hills zien. We komen echter na het regenseizoen en de heuvels zijn nog helemaal groen, niet de chocoladebruine kleur die ze later in het jaar krijgen door de droogte.
Als toetje gaan we dan op zoek naar de mascotte van Bohol: de tarsier. Dit kleine spookdiertje leeft in het wild, maar er zijn twee opvangplaatsen op het eiland waar het nachtdiertje verzorgd wordt en bekeken kan worden. En om helemaal in stijl te blijven is dit schattige diertje natuurlijk chocoladebruin.
Na drie verschillende eilanden, waar we in drie verschillende werelden terecht kwamen, bleek chocolade de rode draad van deze reis. En dat in een land waar het te warm is voor chocolade en waar het meteen smelt. Het is tijd om terug te gaan naar Nederland. Waar we na een duik in plaats van met een koud drankje op het strand bijkomen na een duik met een warme chocolademelk op de dijk. Verschil moet er zijn.