Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duikreporter

Malini Witlox – De riffen van St. Johns

Een liveaboard op de Rode Zee! Duikreporter Malini duikt op de beroemde riffen van Egypte.

Het staat al jaren op mijn wishlist. Een liveaboard in Egypte naar St Johns South. Als ik met een duikclub uit Gemert mee kan, grijp ik mijn kans. Door corona wordt de pret lange tijd uitgesteld, maar in september 2022 is het dan zo ver.

Tui vliegt nog niet naar Marsa Alam, dus we stappen in Düsseldorf aan boord van een vlucht van Bulgarian Air Charter en landen ongeveer zes uur later in Egypte waar we met een bus worden opgehaald en naar Port Ghalib worden gebracht. Daar blijkt dat we die dag niet meer zullen duiken en ook pas ’s avonds aan boord kunnen. Het is vroeg, tijd genoeg om de stad te verkennen dus. De kleine havenstad ligt midden in de woestijn en bestaat uit hotels (in aanbouw), restaurants en palmbomen. Corona heeft het toerisme een flinke klap gegeven, een groot deel van de panden staat leeg. We doen een paar drankjes bij één van de restaurantjes en bezoeken een straat vol souvenirwinkels waar verkopers ons beeldjes van kamelen en piramides proberen te verkopen. Om Port Ghalib in te komen moet je langs een slagboom en dat is te merken. Alleen personeel dat een werkvergunning heeft, is hier welkom. Het is dan ook veel rustiger op straat dan in steden als Hurghada en Dahab, waar ook locals wonen maar daarmee ook minder authentiek.

We hebben geboekt bij Emperor Divers. De Emperor Elite biedt plek aan ongeveer 30 duikers, met onder meer beneden de hutten en op het achterdek de duikbasis. Het is een schip uit 2006 en minder luxe dan ik van andere liveaboards gewend ben. Het meest vervelende: een benzinegeur die met name beneden, bij onze kamers, blijft hangen en waardoor het dag en nacht ruikt alsof we in een autogarage slapen. Al onze spullen gaan ernaar ruiken en bij sommige duikers zorgt het voor keelpijn of misselijkheid.

Benzinegeur

“Er is een lek”, legt manager Luke Atkinson uit als we na een week duiken weer in de haven aankomen. De groep voor ons klaagde er ook al over, toen zijn er volgens hem ventilatoren geplaatst om de lucht een andere kant op te blazen maar die zijn verdwenen, waarheen weet hij ook niet. Het probleem kan pas na het duikseizoen verholpen worden als het schip in het dok is en dat duurt nog maanden.

Gelukkig gaat het om de motor van het schip en niet om die van de compressor, dus de lucht in onze flessen is wel goed. De dag van vertrek varen we in alle vroegte de haven uit. We varen niet ver, maar leggen bij Shaáb Marsa Alam aan. Tijdens het afdalen zien we al een blauwgespikkelde pijlstaartrog die op het zand ligt. Wat is het toch mooi om in de tropen te duiken. Na flink wat duiken in Nederland was ik eraan toe om kleurrijke vissen te zien. Het water is 31 graden, dus ik kies voor een surfshirt en korte broek, een voorbeeld dat in de loop van de week meer duikers overnemen. Na ongeveer 40 minuten krijgen we het sein dat we weer omhoog moeten, een prima checkduik. Ook de tweede duik (40 minuten) maken we in de buurt van Marsa Alam. Hier zit met name klein leven zoals eenhoorn- en soldatenvissen, clownfish en de door sommigen vervloekte maar oh zo mooie lionfish.

Schitterende koraaltuinen

De twee riffen zijn mooi, maar niet spectaculair. Daarvoor moeten we verder varen, richting Sudan. Dat doen we ’s avonds en een deel van de nacht. Dan zijn we bij de riffen van Sint Johns, die wereldwijd bekend staan om het grote uitbundige leven. Habili Jaffar is één van de smalste riffen in St. Johns maar zit vol leven. We hangen even bij een murene en vermaken ons met grote scholen rode vlagbaarsjes (de bekende oranje vissen met blauwe ogen). Het zicht is uitmuntend, bijna 20 meter. De liveaboard is nu echt begonnen met drie tot vier duiken per dag en die dag doen we Umm Aruk, Dangerous Reef nog aan. De koralen zijn hier heel anders dan ik gewend ben. Normaal houd ik niet zo van koraaltuinen, maar deze tuinen zijn gigantisch met gigantische pilaren die vanaf 20 tot 30 meter diepte tot aan het oppervlakte reiken en er soms zelfs bovenuit komen. Zoveel leven heb ik in Egypte nog nooit gezien.

Dangerous Reef bestaat uit een grottenstelsel waar je doorheen kunt zwemmen, door smalle tunnels die samen een uitgerekt stelsel vomen. Samen met mijn buddy dwaal ik er doorheen, puur genieten van de vele doorkijkjes. Veel vis zit er niet in de grotjes, maar het is wel een bijzondere zwemtocht, waarbij het lijkt alsof we door een labyrint van tunnels duiken. Van bovenaf komt zonlicht door, wat een schitterend effect geeft. Als we de grotten uitkomen en richting de boot willen zwemmen zien we nog diverse lipvissen (moon wrasse enbird wrasse), een picassovis en een murene.

Spaanse danseres

Inmiddels zitten we ver van de bewoonde wereld, de wifi is weggevallen, de kust is niet meer te zien. Voor veel dagboten is het te ver varen wat voor rust op de duikstekken zorgt en voor mooie riffen. Heel veel groot leven zoals hamerhaaien of veel witpunthaaien hebben we echter nog niet gespot, ondanks de goede verhalen over St Johns. Toch verveel ik me niet. Zo zien we tijdens een nachtduik twee spaanse danseressen. Het is de eerste keer dat ik deze rode slakken zie en ze zijn veel groter (ca 40 centimeter) dan ik had verwacht. Dat is nog eens wat anders dan een knotsslakje van 4 millimeter. Ze liggen beiden te slapen en geven geen showtje weg maar ook dan zijn de knalrode gigaslakken erg indrukwekkend.

Dan is het tijd voor -wat ik verwacht- het spektakelstuk: Elphinstone, het wereldberoemde rif. Bij aankomst op het schip hing het schema van onze voorgangers er nog, toen viel het al op dat ze slechts twee duiken op Elphinstone hadden gemaakt in plaats van vier. Als we zelf onder water gaan blijkt waarom. Door materiaalpech duik ik met de andere groep mee. Onze gids zakt meteen af naar dertig meter en geeft ons een workout over het rif tegen de stroming in. Terwijl verschillende groepsleden al aangeven om te willen keren, blijft hij stug doorzwemmen. We zien één schildpad maar verder is het rif vooral leeg en na 35 minuten zijn we weer boven zonder dat ook maar één foto gemaakt is. De tweede duik doe ik met mijn eigen groep. Deze gids gaat veel langzamer naar beneden en in het ondiepe zien we enkele rifhaaien hangen. Hamerhaaien zien we niet. Later hoor ik van twee Amerikanen aan boord dat de watertemperatuur daar veel te hoog voor is, die haaien zouden nu rond de vijftig meter zitten.

Na afloop wordt er op de boot gestemd. Iedereen stemt voor vertrek bij Elphinstone. Toegeven, zo’n langgerekt groot rif heb ik nog nooit gezien dus ik snap best dat het een beroemd rif is maar zonder haaien of veel ander leven zijn er in het gebied veel mooiere riffen.

De reis begint ten einde te lopen dus varen we eerst bijna een dag, richting Marsa Alam. We duiken nog bij Abu Dabab waar het weer drukker wordt met andere schepen. Met name Abu Dabab 5 is schitterend met onder meer een krokodillenvis en opnieuw een bluespotted stingray (die we opvallend genoeg bij St Johns niet zien). Op mijn wishlist staat nog een zeekoe, iets waarvan ik weet dat die daar leven en we doen een poging maar terwijl we over meters zeegras zwemmen en wel in de diepte onder ons wat roggen zien, is de dungeon helaas niet thuis. Reden om nog een keer terug te gaan. Een duikreis naar Sint Johns is vanwege de prachtige koraaltuinen zeker de moeite waard.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief