Rockin’Addu
Edward Snijders reist af naar de Malediven. Niet naar een resorteiland, hij zoekt het zuidelijke Addu op en duikt het dagelijkse leven in.
Na een jaar van te weinig duiken, veel fietsen en te veel film-editen, is het tijd voor een serieuze duik-/filmtrip. Mijn bucket list blijft maar vol en dat maakt kiezen in mijn geval wel makkelijk.
Het worden de Malediven, behoorlijk bekend terrein voor mij. Ik ben nog een van de gelukkigen die de koraalpracht van de Malediven meerdere malen in volle glorie heeft kunnen bewonderen, de glorie voordat de desastreuze El Nino van 1998 deze riffen bijna geheel vernietigde. Voor mij was dat reden genoeg de archipel een jaar of 5 te laten voor wat het was waarna ik vanaf 2005 weer een licht herstel constateerde. Met name aan de snelgroeiende tafelkoralen is dat goed te zien; de diameter daarvan neemt jaarlijks toe met zo’n 5 à 6 centimeter, waardoor sommigen alweer in de buurt van anderhalve meter komen. Zachte koralen blijven achter, de vis is daarentegen gebleven.
Richting evenaar
Ik heb gehoord dat de zuidelijkste atollen, de atollen rond de evenaar, op miraculeuze wijze aan deze vernietiging waren ontkomen en dat wil ik graag zelf aanschouwen. Helaas blijk ik te laat: de El Nino versie van 2014 liet zijn sporen achter, zij het niet zo desastreus als eerdere versies die het noorden teisterden, voor zover ik dit kan afleiden uit de verhalen en beelden.
Waar je bij duiken op de Malediven na aankomst op Male al bijna op je bestemming bent, vlieg je voor Addu met een twin turboprop nog anderhalf uur door naar de tweede internationale luchthaven, Gan, een voormalige Engelse basis. Sinds kort kan je ook via Sri Lanka, Colombo en dan door naar Gan. Dan ben je wel binnen 10 minuten op je eindbestemming: Aquaventure, de basis die door duikpionier Marc Kouwenhoven in 2013 werd gevestigd op het eiland Maradhu.
Maradhu heeft 3000 inwoners, een verharde weg die het smalle eiland doorsnijdt – je ziet zowel links als rechts de oceaan -, waar een file uit 3 auto’s bestaat en waar het beetje gemotoriseerde verkeer brommertjes en scooters zijn. Stoplichten kom je niet tegen. Maradhu is een van de vier eilanden, die met simpele bruggen aan elkaar zijn verbonden waarmee je zomaar een lang lint van 20 kilometer vaste grond onder je voeten hebt. Heb je energie over om het eiland fietsend te verkennen, dan is dat goed te doen, maar niet overdag tussen 10 en 5, dan is het veel te heet.
Verblijf op Maredhu is niet vergelijkbaar met verblijf in een resort: ik verblijf in guesthouse Manta Lodge, ga shoppen in de winkel om de hoek, drink koffie in de koffieshop tegenover de aanlegplaats van de boot en lunch en dineer in Palm Village, een lokaal restaurant. Ik word getroffen door de vriendelijkheid en openheid van de meest Engels sprekende bevolking, waar iedereen mij na een paar dagen al lijkt te kennen. Criminaliteit is onbekend, mijn fiets gaat nooit op slot. Een islamitische gemeenschap, dat wel, er is geen koud bier…
Duiken vanaf de dhoni
Je kan 2 keer per dag uitvaren: ’s ochtends voor twee duiken, ’s middags voor een enkele duik. De boot is een voor het duiken ingerichte lokale dhoni, geschikt voor 12 duikers, goed doordacht, met zelfs douche en toilet aan boord.
De riffen hebben inderdaad een klap meegekregen, maar zijn minder geraakt dan de riffen van de Male en Ari atollen, 500 kilometer noordelijker. Een gevarieerde en diverse mariene fauna met scholen ‘poederblauwe’ doktersvissen, scholen convict tangs, unicorns – die zo fantastisch van kleur veranderen als ze gepoetst worden- , yellowfin goatfish, roggen – waar je goed voor rond moet kijken omdat ze vaak verstopt onder het zand liggen, met alleen hun ogen eruit – en haaien: witpunt-, grijze rifhaaien, verpleegstershaaien, silkies, zelfs tijgerhaaien. En een of twee keer per jaar een walvishaai of een pod verdwaalde orka’s. Deze zuidelijke punt van de Malediven vormt een natuurlijk aantrekkingspunt voor veel leven; de volgende stop is Antarctica…
De populatie bultkop-papegaaivissen, die altijd op hetzelfde noordelijke rif worden aangetroffen – als ze thuis zijn – is behoorlijk uniek voor de Malediven.
Tonijnvissers
Ik wil graag het duiken in de context van het lokale leven op het eiland filmen. Hierdoor kan ik het wel geregeld krijgen een nacht met de tonijnvissers uit te varen. Tonijn wordt hier met de lijn gevangen, maar de vissers krijgen het evengoed voor elkaar met een paar duizend kilo thuis te komen.
Mantaparadijs
Maar voor alle duikers blijven de manta’s toch de bonus, voor de meesten waarschijnlijk zelfs de reden om hier te komen. De manta’s van Addu zijn er bijna het hele jaar, een ongewoon verschijnsel omdat deze dieren vaak een seizoenspatroon volgen. Er is een klein poetsstation op Addu, waar je de manta’s kan observeren.
Daarvoor heb je wel wat lokale kennis nodig om te weten wanneer stroming en tijd van de maand – de maanstand heeft ermee te maken – optimaal zijn. Maar dan kom je op een unieke plaats terecht waarvan je er maar weinig tegenkomt. De manta’s die ik aantref – meestal tussen de 5 en 15, maar meer komt ook voor – lijken zich bijzonder op hun gemak te voelen; zij zoeken zelfs oogcontact met duikers (of is het de lens van de camera?) en komen daarvoor op armlengte afstand. Op deze kleine duikplek verveelt het kijken naar de voorbij vliegende manta’s nooit. Er wordt aan enige regulering gewerkt om te voorkomen dat het net zo’n circus wordt als bij de Alimatha haaiennachtduik op de South Ari Atol.
Het doet mij terugverlangen naar de rust op Addu.. En die ene Lamborghini die sinds kort op het atol rondrijdt, neem ik dan voor lief.
Foto’s: Edward Snijders, stills uit video