Leendert Smit – Een avondduikje
Locatie | Zeeland – strijenham |
Soms ben je gedwongen te improviseren. Je wilt lekker gaan duiken maar er liggen nog stapels andere klusjes te wachten. Toch weet ik een gaatje te vinden op donderdagavond.
Het is ook nog eens donderdagavondduik bij de Bergse Diepsluis (BD), dus ik denk dat ik me daar maar bij aansluit.
Aangekomen bij de BD zinkt me echter de moed in de crocs. De parkeerplaats staat boordevol en ik kan achteraan aansluiten bij de trap. Dat wordt me toch een beetje te gortig en hoe gezellig het er ook allemaal uitziet, ik ben hier in eerste instantie om in alle rust mooie foto’s te maken en die kansen zijn een stuk kleiner met zoveel duikers in het water. Gelukkig ligt Strijenham dichtbij en 5 minuten later sta ik op een totaal verlaten parkeerplaats mij om te kleden. Wat gek is dat toch, de ene duikplaats is asociaal druk en op de volgende is niemand. Daar kun je uren over filosoferen maar daar zijn we hier niet voor en ik doe er mijn voordeel mee.
Even later daal ik de trap af. Toegegeven, het laatste stukje instap is hier wat lastiger dan bij de BD, zeker nu, bij afgaand water, maar onoverkomelijk is het niet. Het zicht is een stuk beter dan een paar weken geleden (vermoedelijk is het zicht hier rond HW altijd slechter dan rond LW) en ik geniet al snel van de grote velden anemonen die je hier ziet. Mijn doel is echter: sepiola’s. Ik weet dat ze bij schemer tevoorschijn komen en dat ik ze in het zand moet zoeken. Ik duik dus eerst langs de onderkant van de begroeide helling maar vind niets. Na een flink eind zwemmen kom ik op een plek waar de begroeiing abrupt ophoudt en een lang stuk kale helling begint. Daar begin ik serieus te speuren.
Het wordt nu ook al wat donkerder dus mijn kansen nemen toe. Het duurt niet eens zo heel lang voordat een klein exemplaar in dreighouding voor mijn masker verschijnt. Oppassen dus! Hij gaat er als een speer vandoor terwijl ik hem in de lichtbundel uit mijn snoot probeer te vangen. Ik kan mij voorstellen dat dit een beetje vreemde voorstelling oplevert. Een fotograaf die met de camera voor zich uit over een zandvlakte cirkelt zonder enig duidelijk doel. Ik druk lukraak af zodra de sepiola in het licht uit de snoot te zien is en na enkele tientallen opnamen lijken er toch een paar gelukt. Maar goed ook want ineens is mijn kleine vriendje verdwenen. Ik zoek nog een tijdje verder maar ik kijk op mijn manometer en het wordt echt tijd om om te keren.
Terug bij de trap wordt ik nog vergast op een spectaculaire avondlucht met een paar grote onweerswolken en zelfs een bliksemflits in de verte.