Het Grevelingenmeer
In een door Stichting ANEMOON uitgegeven rapport zijn recent de gegevens van 25 jaar onderwatermonitoring geanalyseerd. Luna van der Loos legt uit hoe deze gegevens laten zien of soorten toenemen of afnemen in aantal in de Zeeuwse Delta.
Oosterschelde versus Grevelingenmeer
De Oosterschelde en het Grevelingenmeer zijn twee totaal verschillende gebieden. Dit komt met name door de afwezigheid van getij in het Grevelingenmeer. Je ziet tijdens het duiken daarom hele andere soorten en levensgemeenschappen. In de MOO analyses komen sommige van deze verschillen ook duidelijk naar voren.
Een van de belangrijkste resultaten uit de 25 jaar MOO-gegevens laat zien dat in het Grevelingenmeer een groter percentage soorten afneemt (46.9% van de gemonitorde soorten waarvoor met zekerheid een trend kon worden vastgesteld) dan in de Oosterschelde (39.1%). Daar tegenover staat wel dat in het Grevelingenmeer ook een hoger percentage soorten toeneemt (32.7%) dan in de Oosterschelde (28.2%). Het percentage soorten dat een stabiele trend vertoont is groter in de Oosterschelde (32.7% versus 20.4% in het Grevelingenmeer).
Huisjesslakken
In de Huisjesslakken-groep zijn de resultaten erg verschillend tussen de twee gebieden. In de Oosterschelde laten huisjesslaksoorten overwegend een positieve of stabiele trend zien. De purperslak, fuikhoren-soorten en het muiltje zijn bijvoorbeeld gestadig toegenomen in de afgelopen tien jaar. De wulk populatie fluctueerde stabiel rond een Gemiddelde Abundantie. In het Grevelingenmeer is de trend daarentegen overwegend negatief of onzeker. De wulk en fuikhoren-soorten nemen significant af, wat contrasteert met de respectievelijk stabiele en stijgende trend in de Oosterschelde.
Gemiddelde abundantie fuikhoren
De mate van afname
Er is niet alleen verschil in soorten, maar ook in de mate van afname. De gewone zeester laat bijvoorbeeld een negatieve trend zien in zowel de Oosterschelde als het Grevelingenmeer. In het laatste gebied is de afname echter vele malen groter. Dit geldt ook voor golfbrekeranemonen, de geweispons en gewimperde zwemkrabben.
Dat de waterkwaliteit van het Grevelingenmeer achteruit gaat is voor veel duikers al wel duidelijk. We zien bijvoorbeeld een opvallende zuurstofloze laag en grootschalige sterfte van dieren in de zomer vanwege het zuurstofgebrek. De negatieve trend van soorten in het Grevelingenmeer die uit het MOO-onderzoek naar voren komen, houden mogelijk verband met de achteruitgang van de kwaliteit van het ecosysteem in het Grevelingenmeer.
Gemiddelde abundantie gewone zeester
Meer weten?
Het rapport van Stichting ANEMOON ‘Het Duiken Gebruiken 4’ is gratis te downloaden via: www.anemoon.org/duikengebruiken
In Bijlage 4 vind je voor meer dan 160 soorten de trendgrafieken en verspreidingskaartjes in Zeeland en het Nederlandse deel van de Noordzee.
Wil je meehelpen om dit soort gegevens zichtbaar te maken? Doe mee met MOO en log je duiken via www.moo.meetnetportaal.nl
Elke waarneming telt!
Heb je vragen, stuur dan een e-mail naar anemoon@cistron.nl, kijk op www.anemoon.org of word lid van de Facebook-groep: ANEMOON MOO/LIMP/SMP
Tekst: Luna van der Loos