Pauline de Blocq van Scheltinga – Een duikje met Katrien
Een bijzondere duikdag voor Duikreporter Pauline. Al weet ze dan nog niet dat het voorlopig de laatste zal zijn. En aan de planning zal het niet liggen, dit moeten mooie duiken worden.
Datum: 14 maart 2020
Duiklocatie: Dreischor Frans Kokrif en Zoetersbout
Deze bijzondere duikdag die stamt uit het oude normaal schreeuwt om een DuikReport. Waarom? Omdat we gedurende de winter weken, nee máánden lang zijn weggewaaid van de duikstek, met windkracht 5 en meer. In het begin van de lente, op 13 maart, kwam ik uit een retraite in de Ardennen. Verstild reed ik naar huis en zwengelde alles weer aan zoals een krakende wagen die weer in beweging komt. De mobiele telefoon die dagen achtereen uit had gestaan startte op. Weifelend checkte ik de berichten, want de verstilling in mij, in de groep, de prachtige omgeving… ik moest het weer laten gaan, over tot de orde van de dag, maar met een tegenzin zoals klittenband zich onthecht van de andere zijde.
Een reminder plopte op: 14 maart duiken met Robbin. Bellen. Duikplan maken. Fles vullen en spullen pakken. Ons verheugen op de slakjes die zo mooi door Bas in beeld zijn gebracht. De camera na maanden weer in orde brengen en voor het eerst duiken met een aangename windkracht drie tot vier, zonnetje erbij, wie maakt me wat?
Wij wisten niet dat het voorlopig de laatste duikdag werd voor dit kwartaal nee, dit jaar.
Het mooie weer kwam en nam Corona met zich mee. Stilte schreeuwt het uit sindsdien, onwerkelijkheid en waanzin, surrealistisch is het om zelf uit een retraite te komen en te ervaren dat sindsdien de hele wereld zich aan mijn trage tempo aangepast lijkt te hebben. Als een golfbeweging waarmee fans en supporters zich tijdens een concert of voetbalwedstrijd door het stadion heen bewegen, zo grijpt Corona ons in haar golf mee. En nu, weken alweer sinds mijn retraite en de daaropvolgende duikdag, doet zij dat nog steeds. Deze duik is een memorabele, en ik ben blij dat ik hem heb mogen ervaren, samen met mijn duikmaatje Robbin. Kiezen tussen de slakjes bij het Frans Kokrif en de snotolf in de Oosterschelde hoefde niet. Wij gingen ze beide meepakken. O zo! Robbin reed, want ik was gesloopt van mijn weekje yoga, sauna en meditaties. Sorry Robbin maar dat krijg je ervan als je met oude vrouwen duikt!
Opvallend genoeg zijn wij de enige duikers op deze stek en nee, wij klagen niet! Na de flessen afgetopt te hebben klimmen we de dijk over en gaan te water. Nou ja, niet zonder slag of stoot, want ik heb hulp nodig om mijn nieuwe vinnen aan mijn voeten te krijgen. Knalgele Scubapro jetfins, daarop heb ik mijzelf getrakteerd, gewoon omdat het kon. Maar ze willen niet echt lekker passen om mijn droogpakschoenen waarin mijn voeten knus verpakt zitten in verwarmingselementen en twee paar dikke vette sokken. Ik heb dus een handje nodig en daarvan maakt Robbin er twee vrij. Handig! Hij krijgt die krengen aan en zegt dat hij zich net voelt alsof hij een duikje maakt in Duckstad. Ik kijk naar beneden en schiet in de lach, en Robbin dikt het nog aan door mij ‘Katrien, kom op, het water in, dat vind je toch zo lekker?!’ toe te geinen.
Met mijn dikke zeven millimeter wanten krijg ik de camera niet geborgd. Da’s wel nodig, want anders kom ik de duiktrap niet af met de inmiddels aantrekkende wind die mijn camera en flitsers tegen het ijzer en de steiger op wil laten zwiepen. Robbin schiet te hulp, trekt zijn vinnen en handschoenen uit, daalt met mijn camera de trap af, bevestigt het gevaarte aan de D-ring van mijn trimvest, klautert de duiktrap weer op, doet zijn vinnen weer aan en vergezelt mij in de plomp. Ik krijg de slappe lach. ‘Waar blééf je nou juh!’ snater ik hem toe.
We gaan onder en dalen af naar circa tien meter en duiken evenwijdig aan de kant richting het Kasje van Dreischor dat hier ooit fier rechtop stond, maar een poosje geleden is ingestort. Toch zal dit de onderwaterpret niet drukken, want het is begroeid met prachtig onderwaterleven zoals anemonen, anjelieren en… een heus slakkenfestijn! Het zicht is met een meter of vier zeer goed en Robbin gidst mij probleemloos naar het kasje. Ik fotografeer hier en daar en geniet ook tussendoor gewoon van het tafereel dat zich om ons heen, op tien meter diepte, ontvouwt. Het is weer een duik in een sprookje en ik lig volop te genieten.
Robbin wijst nog een enorme zeedonderpad aan. Het dier loopt wel gek over de zandbodem met een soort van zijschermen die het uitvouwt. Het zit niet tussen de oesters verscholen, is dat niet gek?!? Mijn duikmaat gaat uit zijn dak en ik vind het inderdaad best een groot exemplaar, maar ook niet meer dan dat. Nou ja, ik gun het nog een paar keer een blik om Robbin tevreden te stellen en wil er ook wel een fotootje van schieten, oké dan, maar net op dat moment keert het gevaarte mij de rug toe en ligt het in een voor mij onmogelijke positie onder het kasje. Ik richt mij weer op de slakken en alles daar omheen.
Wij maken rechtsomkeert en duiken langs de oesterwand richting de steiger, op naar het leven zonder kieuwen en perslucht, maar met zwaartekracht. Zodra Robbin zijn ademautomaat uit zijn bakkes heeft gevist schreeuwt ie het uit: ‘Hoe gaaf is dit, die rode poon bij het kasje, jeeeee!’ Ik kijk verdwaasd en check of wij het over hetzelfde hebben. ‘Ehm, die grote zeedonderpad…?’ Hij dacht dat ik waarschijnlijk al tig had gezien en daarom zo laconiek reageerde, maar ik heb het dier niet herkend, helaas… wat een gemiste kans, want bij de visboer ziet ie er toch heel anders uit.
Er is meer wind en hogere golven en mijn vinnen glijden weg op het platform dat onderaan de duiktrap is bevestigd. Mijn camera krijg ik natuurlijk weer niet geborgd, dus daalt Robbin, die allang met vinnen aan de duiktrap op was gerend alsof het maar een hindernisbaantje is in een gymzaal, weer af en pakt mijn camera over. ‘Lekker, zo’n duikje met de Zonnebloem!’ roept ie en ik pies zowat in mijn broek van het lachen. Dat is níet handig in een droogpak!
Daarna rijden we naar de Oosterschelde waar twee Duitse onderduikers zich prepareren om te water te gaan. Zij vragen ons naar de coördinaten voor de snotolf en hoewel wij die weten, geven wij deze niet prijs. Het is een zalige duik en fijn om te spelen met de stroming. Qua onderwaterleven stelt het niet veel voor. Het is zeldzaam, maar vandaag vind ik de Grevelingen zo ontzettend veel mooier dan de Oosterschelde! Tijdens de veiligheidsstop stuiten we ook nog op de snotolf – wij hadden het niet meer verwacht, en toch gekregen, wat een cadeau. Dit mannetje ligt hier prachtig in zijn rode paaikleed. Eieren zijn er niet. Het water is opgewarmd tot acht graden Celsius. Zou ze nog komen en kunnen we na Corona op kraamvisite bij de gele lachebekjes met de zuignap op hun buik, vastgeplakt op het wakame wier?