Duikers halen munitie WWII boven
De Explosieven Opruimings Dienst (EOD) is maandag begonnen met onderzoek naar de munitiestortplaats net buiten het havenkanaal van Zierikzee. Duikers halen oude granaten van de bodem van de Oosterschelde naar boven.
Foto: Ministerie van Defensie.
De oude stortplaats strekt zich uit over een lengte 1,8 kilometer en 800 meter breedte. Op een diepte tussen de 10 en maximaal 55 meter ligt in totaal rond de dertig miljoen kilo afgedankte munitie uit de Tweede Wereldoorlog op de bodem. De granaten werden tussen 1945 en 1967 in het zogeheten Gat van Zierikzee gestort.
Onderzoeksinstituut TNO concludeerde naar aanleiding van het onderzoek in 1999 dat het risico op spontane explosies ‘zeer gering’ is. Het vrijkomen van milieubelastende stoffen uit de munitie ging volgens de wetenschappers ‘dusdanig langzaam dat er slechts zeer lage concentraties in het water ontstaan’. Ook nu 21 jaar later zal TNO bekijken hoe het ervoor staat met de munitie. De duikers van de Explosieven Opruimings Dienst (EOD) nemen op de vindplaats ook water- en bodemmonsters zodat bepaald kan worden of er nadere maatregelen noodzakelijk zijn met het oog op de veiligheid en het milieu.
Vanaf het duikvaartuig Cerberus en rubberboten worden twee weken lang meerdere duiken per dag op het munitiedepot gemaakt. Een uitdagende klus, aldus de EOD. Het zicht op grotere diepte is minimaal en veel zal op de tast gebeuren.
De granaten worden via vluchthaven De Val naar bunkers op het bedrijventerrein gebracht. Na onderzoek door TNO worden ze vernietigd.
Bron: PZC.nl
