De opmars van de groene wierslak
In een door Stichting ANEMOON uitgegeven rapport zijn recent de gegevens van 25 jaar onderwatermonitoring geanalyseerd. Deze gegevens laten zien dat het gemiddelde aantal groene wierslakken in de Grevelingen sterk is toegenomen.
De groene wierslak
Als je tijdens de eerste paar minuten van een Grevelingenduik een slak tegenkomt, is de kans groot dat het de groene wierslak is. Deze slak is vaak massaal te vinden in de bovenste paar meter: de wierenzone. Hier groeien de meeste zeewieren en is dus het meeste voedsel te vinden voor deze herbivore slak. Soms zitten ze er wel met z’n honderden. Niks speciaals aan dus. Maar uit MOO-analyses van Stichting ANEMOON blijkt dat de groene wierslak vroeger helemaal niet zo algemeen was.
Lang geleden kwam de groene wierslak in Nederland vooral voor in de voormalige Zuiderzee, maar werd daar sinds 1938 na de afsluiting van de Zuiderzee niet meer aangetroffen. Tot zo ver terug in de tijd gaan de MOO-gegevens niet, maar het is wel duidelijk dat de groene wierslak in de Grevelingen in de jaren 1994-2000 niet voorkwam. In het jaar 2002 was de kans om één groene wierslak te zien minder dan 10%. Het jaar daarna, in 2003, is die kans opeens 70%, en de kans om meer dan 100 exemplaren te zien is 20%. Binnen een jaar is de hoeveelheid groene wierslakken explosief toegenomen. In de jaren erna fluctueerde het aantal groene wierslakken, maar inmiddels is deze slak niet meer weg te denken uit de Grevelingen.
Grevelingen versus Oosterschelde
In de Oosterschelde is het een ander verhaal. Ook daar is de groene wierslak sinds 2002 vaker waargenomen, maar het aantal is in vergelijking met de Grevelingen zeer laag gebleven. In de beste jaren was de kans om één groene wierslak te zien tijdens een Oosterschelde-duik op z’n hoogst 30%. Het verschil tussen de Grevelingen en Oosterschelde is ook mooi te zien op het kaartje. Hoe donkerder de stip, hoe hoger het gemiddelde aantal groene wierslakken op die locatie. In de Grevelingen zijn alle stippen zeer donker. In de Oosterschelde zijn de stippen over het algemeen veel lichter, met uitzondering van de groep duiklocaties in de buurt van Bruinisse.
Dit geeft ook meteen een goede aanwijzing over wat het verschil in aantallen tussen de Oosterschelde en Grevelingen kan veroorzaken: de stroming en het getij. In de Oosterschelde is uiteraard meer stroming, maar op de plekken waar ook in de Oosterschelde minder stroming is (dieper de Oosterschelde in bij Bruinisse en Berge diepsluis), komt de groene wierslak algemener voor.
Daarnaast is het getij – of de afwezigheid daarvan – belangrijk voor de formatie van de wierenzone. In de Oosterschelde zien de bovenste paar meter er heel anders uit vanwege de constante werking van eb en vloed. In de Grevelingen is de omgeving veel gelijkmatiger en groeit er bijvoorbeeld heel veel meer viltwier. En laat dat nou juist één van de favoriete maaltjes zijn van de groene wierslak.
De opmars van de groene wierslak
Toch verklaren stroming en getij niet volledig waarom de groene wierslak opeens zo’n enorme opmars heeft gemaakt in de Grevelingen. Klimaatverandering speelt waarschijnlijk ook een rol.
Belangrijk is hierbij niet alleen de hogere temperatuur in de zomer, maar vooral de milde winters. Toen er nog regelmatig strenge winters plaatsvonden verdween de groene wierslak vaak in de koude periodes. Nu deze ontbreken, is de groene wierslak jaarrond te bewonderen.
Meer weten?
Het rapport van Stichting ANEMOON ‘Het Duiken Gebruiken 4’ is gratis te downloaden via: www.anemoon.org/duikengebruiken
In Bijlage 4 vind je voor meer dan 160 soorten de trendgrafieken en verspreidingskaartjes in Zeeland en het Nederlandse deel van de Noordzee.
Wil je meehelpen om dit soort gegevens zichtbaar te maken? Doe mee met MOO en log je duiken via www.moo.meetnetportaal.nl
Elke waarneming telt!
Heb je vragen, stuur dan een e-mail naar anemoon@cistron.nl, kijk op www.anemoon.org of word lid van de Facebook-groep: ANEMOON MOO/LIMP/SMP
Tekst: Luna van der Loos