Blackwater-duiken in de Filipijnen
Het is pikdonker wanneer onderwaterfotograaf Raymond Wennekes het water in gaat bij Anilao. Wat hij dan ziet…? Mindblowing!
In 2019 reis ik voor het eerst naar de Filipijnen. Samen met een groep vrienden heb ik een onvergetelijke reis voor de boeg van dik twee weken op twee verschillende plekken in het land. Een van die plekken is Anilao, waar we verblijven bij Buceo Anilao, ook wel bekend als het ‘Yellow Resort”, vanwege de geel gekleurde huisjes tegen de heuvel, die al vanaf ver te zien zijn. Anilao staat bij duikers en onderwaterfotografen bekend als macrohoofdstad van de wereld, dus de groothoeklens blijft diep weggestopt in de tas. Vier dagduiken zijn hier goed te doen om daarna van de prachtige zonsondergang te genieten.
Een van de redenen waarom ik zeker ook naar de Filipijnen ben gekomen, zijn de nachtduiken die hier op het resort worden georganiseerd. Dat zijn geen gewone nachtduiken, maar zogenoemde ‘blackwater-duiken’. Deze vorm van duiken wordt voornamelijk gedaan in Aziatische landen, zoals de Filipijnen en Indonesië, maar de laatste tijd zie je het ook steeds meer in bijvoorbeeld Florida, Hawaï en Cozumel in Mexico.
Vanavond gaan we zo’n blackwater-duik maken en als ik mijn spullen voorbereid is het zoals altijd dicht bij de evenaar, bijna meteen donker als we wegvaren. We varen al zo’n twintig minuten op zee wanneer ik mijn oriëntatie volledig kwijt ben. Als ik goed kijk, zie ik heel in de verte de lichtjes schitteren van de huisjes en resorts aan de kust. De gidsen van het resort weten zich gelukkig wel te oriënteren en koersen vastberaden naar de beste plek. De kans op bijzonder leven is het grootst waar de stromingen bij elkaar komen. Ik hoor de crew in het Filipijns naar elkaar roepen en wijzen dat de kapitein een beetje van richting moet veranderen.
Dan gaat motor van het bootje uit…hier moet het zijn! Ik kijk om me heen en alles is donker en het water is git-zwart. Er is echt helemaal niks te zien. Er wordt een lamp aangezet in de boot en er wordt een grote boei met lampen te water gelaten. Als ik mijn duikset om wil doen, wordt me verteld nog maar even rustig aan te doen. Eerst wordt er namelijk koffie gedronken. Ik sla de koffie over. Zoals net voor elke duik, probeer ik me te focussen. Ik focus me op mijn doel, op datgene wat ik wil fotograferen en redeneer voor mezelf de instellingen van de camera in mijn hoofd. Ik hoor de andere duikers in de boot met elkaar praten en lachen over wat er tijdens eerdere duiken die dag gezien of gebeurd is. Maar ik niet. Ik besef ineens dat ik ga duiken in water van 400 meter diep, waar het pikdonker is en ik geen idee heb van wat er om me heen gebeurt. Ben ik soms de enige die dat een beetje spannend vindt?
— Ik besef ineens dat ik ga duiken in water van 400 meter diep, waar het pikdonker is. Ben ik soms de enige die dat een beetje spannend vindt? —
Na een klein half uur is het zover. We krijgen het teken om ons klaar te maken. Ik probeer in de inktzwarte duisternis over het water te kijken – op zoek naar mogelijk groter zeeleven dat rond de boot zwemt. Maar ik zie niks. Ik ga op de rand van de boot zitten en laat mij achterovervallen. Ik kom terug boven om mijn onderwatercamera aan te pakken en zak daarna samen met de andere duikers af. Meteen is er het gevoel alsof ik in de ruimte ben. Het gevoel van zweven in gitzwart water is al een sensatie op zich. In de eerste vijf minuten ben ik alles behalve op mijn gemak, maar daarna begin ik me steeds comfortabeler te worden. Aan de boei die is uitgezet, hangt een touw met lampen eraan. Omdat de lampen op verschillende dieptes aan het touw hangen, geeft dit een mooie referentie voor je trim. Dat is handig, zeker wanneer je aan het fotograferen bent en je niet constant op je duikcomputer kan kijken.
— Ik zie transparante zakjes die als een soort ’taxi’ worden gebruikt door garnaaltjes, visjes en kreeftachtige wezentjes. —
Na een minuut of tien beginnen er dingen vanuit de duisternis naar boven te komen – ze worden aangetrokken door het licht van de lampen. Dit is het moment waarop het onprettige gevoel verdwijnt en plaats maakt voor enthousiasme. Er lijkt een hele nieuwe wereld voor mij open te gaan. Ik zie extreem kleine visjes die mooi oplichten in het licht van de duiklampen en transparante zakjes die als een soort ’taxi’ worden gebruikt door garnaaltjes, visjes en kreeftachtige wezentjes. Deze transparante zakjes worden ‘salpen’ genoemd. De lege holtes van de salp bieden bescherming tijdens de reis uit de diepte. Zeediertjes verstoppen zich hier voor roofdieren en zijn tegelijkertijd op zoek naar voedsel. De salp beweegt zich minder snel door het water dan de visjes en is daarom gemakkelijker te fotograferen. Ik zie met het blote oog meestal niet direct wat er in de salp zit. Pas wanneer ik een foto maak en terugkijk, zie ik wat erin zit. Ik ben meteen door het dolle heen als blijkt dat in de salp een ‘Paper Nautilus’ (ook wel Argonaut) verstopt zit. Een Paper Nautilus geldt als de heilige graal van het blackwater-duiken en wordt zelden gezien. En ik heb deze binnen vijftien minuten al te pakken, wauw! De hoeveelheid flitsen van mijn flitsers verklapt dat ik iets bijzonders heb. Andere duikers zijn nieuwsgierig en komen kijken wat ik voor de lens heb. Voor mijn gevoel is de duik nu al geslaagd!
Ik zit zo’n twintig minuten in de duik wanneer ik echt overal miniatuurdiertjes om me heen zie. Het ene nog vreemder dan het andere. Een daarvan is bijzonder kleine wonderpuss. Deze diertjes hebben tijdens hun pelagische fase een doorschijnend tot transparant lichaam met bruine banden op hun tentakels. Dit exemplaar is ongeveer een centimeter lang en schiet alle kanten op in het water. Fotograferen is als prijsschieten op de kermis. Er is geen touw aan vast te knopen welke kant het diertje nu weer op gaat. Soms ‘bevriezen’ de diertjes in het licht van de flitsers waardoor je eventjes de tijd hebt om een goede foto te maken. Gelukkig lukt het me om een paar scherpe foto’s te maken waarbij het er in zijn geheel op staat. Nog sneller en moeilijker te volgen zijn de pelagische inktvissen. Zeker honderd inktvissen schieten als kogels door de bundel van mijn duiklamp. Zij zijn felroze – ik zou ze graag fotograferen maar daarvoor zijn ze veel te snel. Ik zie dat ze jagen op de jonge visjes die zich voeden met de kleine kreeftjes rond de lampen aan het touw. En ze jagen op elkaar. De wolkjes inkt spuiten in de rondte.
In de bundel van mijn duiklamp zie ik ineens een enorm groot ‘iets’ door het water drijven. Mijn hartslag schiet eventjes naar 160. Het blijkt een ‘pyrosome’ te zijn, een kolonie van honderden tot duizenden individuele diertjes die met elkaar zijn verweven. Ze laten zich met de stroming meedrijven. Deze pyrosome is ongeveer vijf meter lang en heeft een conische vorm. Doordat mijn camera is uitgerust met een macrolens, kan ik alleen de details fotograferen. Het laat mooi zien hoe prachtig de natuur in elkaar zit. Ik besluit niet lang bij de pyrosome te blijven omdat ik er niet veel bijzondere foto’s van kan maken. Zodra ik wegzwem, is er alweer een ander onderwerp dat mijn aandacht trekt. Een minuscuul klein platvisje. In het licht van mijn duiklamp zie ik al mooie reflecties. Maar wanneer ik een foto maak en terugkijk, valt mijn mond open van verbazing. Het diertje is zo klein maar tegelijk zo gedetailleerd en prachtig van kleur. Ik geniet echt met volle teugen! Dit is macrofotografie in het extreme.
— Ik spring een gat in het water van blijdschap. —
Een stukje verderop zie ik een fotograaf enorm veel flitsen en ik besluit erheen te zwemmen. Er zijn meer duikers met hetzelfde idee en zo wordt het al snel druk. Het blijkt een andere Paper nautilus te zijn, maar dan vrij zwemmend. Het diertje schiet alle kanten op en door de andere duikers en alle luchtbellen lukt het niet om er een goede foto van te maken. We raken het diertje in de drukte kwijt. Ik zwem weg op zoek naar een ander onderwerp, maar kort daarna kom ik hetzelfde diertje vlakbij de oppervlakte weer tegen en nu ben ik alleen! Ik heb niet veel kansen om de paper nautilus vast te leggen. Ik pas wat instellingen aan in mijn camera en houd het beestje vanuit mijn ooghoek in de gaten, om te zien waar het naar toe gaat. In drie foto’s lukt het me om hem er scherp en beeldvullend erop te krijgen. Ik spring een gat in het water van blijdschap. Ik kijk op mijn duikcomputer en ben al zeventig minuten aan het duiken. Ik heb nog voldoende lucht, maar besluit toch te stoppen. Als ik bovenkom, zitten de meeste duikers van de groep alweer in de boot.
De hele rit terug naar het resort kan ik er niet over ophouden: wat een enorm gave duik was dit zeg! Ik voel me enorm bevoorrecht dat ik de onderwaterwereld zo mag zien en beleven.
3 reacties
Victor van Deelen
Wauw, wat is dat gaaf.
Bas Poelmann
Wat een leuk artikel! En gave foto’s!!
Josie de Graaf
Hoe mooi is dat.
Kan je dat hier ook doen? Of moet het tropisch water zijn?