Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duikreporter

Wijnand Vlierhuis- waar zoet zout ontmoet

In het Noordzeekanaal komen zoet en zout water bij elkaar. Duikreporter Wijnand Vlierhuis duikt hier in een bijzondere wereld, van zowel zoet- als zoutwaterleven. Snoekbaarzen en schollen zwemmen samen rond op deze bijzondere plek.

Datum 24-10-2015
Locatie Noordzeekanaal

Van tevoren was er al een tijdje een mailwisseling gaande, want twee kennissen wilden een keer geïntroduceerd worden op de locatie in het Noordzeekanaal. De weinige mensen die hier duiken komen namelijk altijd dol enthousiast terug over wat er te zien valt. Die zaterdagavond eind oktober zou het dan moeten gebeuren. Helaas moesten zij afmelden wegens autopech. Ik had de spulletjes al gereed staan en had de avond voor de duik vrij gemaakt, en de weersomstandigheden waren aangenaam voor een herfstdag, dus ik ging alsnog op pad.
Is een kanaal dan geen vaarroute en is duiken er dan niet verboden? Jawel, en door het Noordzeekanaal komen echt enorme joekels van schepen. Echter, daar waar de A-9 door de Wijkertunnel onder het kanaal leidt, zijn links en rechts twee kleine baaien te vinden. Ik heb me laten vertellen dat dit om constructieve redenen is; water weegt minder zwaar op de tunnelelementen dan grond. Of het er echt is toegestaan om te duiken durf ik niet met volledige zekerheid te zeggen, maar in het verleden heeft een surveillerend politieteam me na een aantal vraagjes gewoon laten gaan.
Je kan hier lekker dicht langs de waterkant parkeren en het is ook een populaire stek onder sportvissers. De oevers van het kanaal worden versterkt met een steenbestorting net zoals in Zeeland. Het water in en uit komen is daardoor nogal lastig. Vooral de onderste stenen zijn erg glad door een laagje algen. Gelukkig wordt het hier nooit erg donker. De verlichting van de wegen en vooral de lichtzee vanuit de nabijgelegen industriegebieden van Tata Steel in Velzen-noord en het sluizencomplex bestralen de omgeving continu in een oranjegele gloed.
Goed, ik lag in het water, deze keer was er geen zeevonk aanwezig. Maar het zicht zag er met kleine 2 meter goed uit en het water was met 14 graden nog relatief warm. Lamp en camera aan, kompas en horloge stellen en zakken maar. De algenbegroeiing op de stenen stopt al op ongeveer een metertje diepte, plantengroei is hier verder niet. Daar onder zijn alle stenen en overige harde voorwerpen volledig begroeid met een specialiteit van het kanaal: trompetkalkkokerwormen. Dit zijn kleine kokerwormpjes, maar ze bouwen stevige, blijvende kalkkokertjes en na verloop van tijd is een decimeters dik kokerwormenrif ontstaan. Net als koralen, prachtig toch om zoiets ook in Nederland te zien gebeuren! De donkere waaiertjes trekken ze wel snel terug. Erg leuk om daarmee te spelen door met je hand er vlak boven het rif ‘schoon te vegen’ en een witte baan van blote kalkkokertjes te trekken. Geen zorgen, zonder aanraken en de wormpjes steken snel genoeg weer hun kopjes uit.
Een van de eerste plekken waar de exotische zwartbekgrondel zich had gevestigd was het Noordzeekanaal. Nu zijn ze zo ver verspreid dat ze niet bijzonder meer zijn, en je ziet ze bij de honderden in alle formaten. In de nacht zijn ze wel makkelijker benaderbaar voor een fotootje. Tussen de hoekjes en gaatjes van de stenen zitten zeepokken en een keur aan garnalen verstopt. Je vindt hier de zogenaamde brakwatergarnaal, maar ook de heel gewone garnaal. Ik daalde wat verder af, de stenen houden op bij een metertje of drie en de bodem verandert via een gruiszone langzaam in zachtere modder. Zoals verwacht wordt het dan spectaculairder. Hier en daar lagen botten, best grote maar meestal een beetje schuwe platvissen. Verspreid zwommen er jonge snoekbaarzen en gewone baarzen rond op zoek naar hapjes. Ik wil nog dolgraag eens de ultieme mixfoto schieten; een typische zoetwatervis samen met een ultieme zoutwatervis, maar dat valt niet mee omdat ze zo snel zijn. Een beetje dieper op de modderbodem ligt de volgende bijzonderheid van deze locatie. Er liggen hier honderden amerikaanse brakwaterstrandschelpen. Het is een exotische soort die nog maar heel kort in Nederland voorkomt, en dan enkel in brak water met modderbodems. En ze doen het goed, vele vierkante meters bodem zijn ermee bedekt.
Het was rustig met scheepvaart, dus ik trok de stoute zwemvliezen aan en zette koers naar de vaargeul. Het water in het Noordzeekanaal is namelijk gelaagd, hoe dieper je komt des te zouter het wordt. Dit keer was dat niet te zien aan het verschil in zicht, maar wel aan de paar dunne laagjes wazig zicht waar de zoutgehaltes mengen. Je kan op diepte namelijk bijzondere vissoorten tegenkomen zoals poon, steenbolk, harnasman, zeenaald en slakdolf. Het stroomde er lichtjes en er werden diverse ribkwallen mee gevoerd. Wow, een gigantische paling dook plots uit het duister vlak voor mijn neus op en spoot ook net zo snel weer weg! Hier op 9 tot 12 meter diepte kruipen kokkels rond, en ik vond tevens een andere, grotere soort tweekleppige die ik niet gelijk kon herkennen. Het was een soort strandgaper of otterschelp. Even verderop lag daar een prachtige tong. Deze platvis zie je hier wel vaker, maar ze was met 30 a 40 centimeter van een formaat zoals ik ze al heel lang niet meer heb gezien.
Vanuit de verte zwol een dof brommend motorgeluid aan; het signaal om terug te keren want er komt een schip aan. Nog niet geheel terug in de baai maar wel globaal aan de rand kwam ik bij een veld met verspreide stenen. Volledig begroeid met die trompetkalkkokerwormen dus, maar ook met incidentele oesters en struiken brakwaterpoliepen. Leuk, hier zijn soms naaktslakjes in te vinden, dus ik onderzocht ze uitgebreid. Helaas, deze keer geen slakjes maar wel kleine vlokreeftjes, brakwatergarnalen met eitjes en zelfs een penseelkrab. Dat herinnerde me er wel aan dat ik nog niet de grote krabbensoort heb gezien die eveneens zo kenmerkend is voor deze plek. Het schip vaarde achter me langs voorbij, en zorgde voor een zuigende uitgaande stroming. Het is niet echt een sterke stroming en ze is maar tijdelijk, maar je kan je beter maar even vasthouden. En vanzelf wordt het gevolgd door een terugstroming de andere kant uit als het weggevoerde water weer wordt opgevuld.
Ik dook kalmpjes verder de baai in, en kwam bij wijze van spreken op een snoekbaarzensnelweg. Ik weet niet hoeveel er voorbij schoten, maar het waren er vele tientallen van 20 tot 80 centimeter lengte. En rondschijnend kon ik meerdere botten zien liggen. Een tijdje lang bleef het bij de snoekbaarzen, de brakwaterstrandschelpen, de botten en incidentele zoetwaterbaarzen. En dan wandelde daar eindelijk een chinese wolhandkrab kalm rond. Grappig, in het voorjaar zijn ze er bij de vele tientallen te zien. Zouden ze soms verder weg trekken en is het kanaal dan geen winterverblijfplaats? Ik kwam aan bij het einde van de baai; een damwand dik bezet met kluiten kalkkokerwormen. Langzaam zwom ik van hier ondiep terug naar mijn instapplaats. Alsnog een heel levendig zwemtochtje, met die snoekbaarzen en baarzen, incidentele botten en palingen, de garnalen, en o zo veel zwartbekgrondels. Heel ondiep op de algen grazen honderden kleine slakjes. De soort moet ik nog vaststellen maar het lijken simpele bithynia’s te zijn die heel normaal voorkomen in alle zoetwaterplassen.

Nou, dat was het dan. Voorzichtig klom ik over de gladde en soms wankele stenen weer de kant op. Nog twee grote vrachtschepen kwamen voorbij, best druk voor op een zaterdagavond. En met een laatste ongebruikelijke blik op een duiklocatie reed ik door de Wijkertunnel er onderdoor weer naar huis. Let wel, dit is geen duiklocatie voor massale recreatieve duikjes of voor cluboefeningen. Daarvoor is het zicht verhoudingsgewijs te matig, de bodem te modderig en snel opgewerveld, en je bewegingsruimte nogal beperkt. Daarnaast lijken mij persoonlijk die kokerwormriffen te kwetsbaar voor grote duikgroepen. Maar als je er van houdt bijzondere diersoorten te bekijken is iedere duik hier een belevenis.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief