Wijnand Vlierhuis – Diertjes kijken op het Rodepoonwrak
Datum | 26-10-2015 |
Locatie | Noordzee |
Na een pauze van twee jaar gaat Wijnand Vlierhuis weer de Noordzee op. Deze keer speciaal om het onderwaterleven op de wrakken in kaart te brengen. Zo wordt bijgehouden welk onderwaterleven er voorkomt.
Zaterdag 26 september was het voor mij eindelijk weer eens zo ver; na een pauze van twee jaar ging ik weer eens de Noordzee op. Als monitor met Duik de Noordzee Schoon op de Aquila vanuit Scheveningen. Het was een beetje frisse, maar kalme en zonnige dag. Tijdens de vaartocht kwam er zelfs een zeehond voorbij zwemmen. Ons doel was het wrak welke bekend staat als het ‘Rodepoonwrak’. De echte naam en functie van dit schip is tot op heden nog onbekend. Het wrak werd mooi op tijd gevonden en een boei op gelegd. De duik vond daardoor keurig op kentering plaats.
Tijdens de afdaling stond er geen stroming en we daalden gemakkelijk af naar beneden. Het zicht was met een globale 7 meter prima en daglicht drong goed door tot aan de bodem. Het eerste wat je altijd ziet bij aankomst zijn de scholen steenbolken. Ook hier zwommen er weer erg veel rond. Tussen de wrakdelen keek ik nauwkeuriger rond. De wrakdelen waren hier vooral begroeid met zakpijpkolonies, Dat had ik nog weinig eerder op de Noordzee gezien, meestal zijn zakpijpen typisch iets voor Zeeland.
Verder waren er wel de gebruikelijke zeeanjelieren en baksteenanemoontjes, en een keur aan andere soorten mosdieren en zakpijpjes. Bij ons legt het eerste buddypaar een gidslijn uit, zodat de rest deze kan volgen zonder dat het wrak tijdelijk verandert in een spinnenweb van uitgerolde reeltjes. Langzaam volgden we deze gids lijn. De steenbolken waren opvallend brutaal en kwamen vlak voor je langs zwemmen. Op de wrakken voeren twee soorten krabben de boventoon, de noordzeekrabben en fluwelen zwemkrabben, en ook vandaag zaten ze in elk hoekje en gaatje. Dieper onder meer overhangende platen verscholen zich een paar grote kabeljauwen, mooi om dat weer eens te zien. Je ziet ze helaas weinig meer.
De gids lijn leidde naar twee grote stoomketels. Deze waren voller begroeid met zeeanjelieren, die het graag hogerop zoeken omdat daar meer voedsel wordt langs gevoerd. In een gaatje vond mijn buddy Betty een gehoornde slijmvis. Leuk, altijd een mooi visje, en die bekeken we even. In een ander gat zag ik een fraaie luipaardgrondel. Dat is een visje die je alleen maar ver buitengaats aantreft maar helaas erg schuw is. We volgden de gids lijn verder over lager uiteengeslagen wrak puin. Een imposant lange schroefas stak er dominant strak doorheen. Ik bekeek meer van die eerder genoemde begroeiing. De steenbolken bleven dichtbij volgen, incidentele grotere pollakken bleven meer op de achtergrond zweven. Verderop vonden we een zeer grote noordzeekrab verstrikt in een net. Dat is nou net de doelstelling van DDNZS, het bevrijden van deze ongelukkige dieren en het verwijderen van die lijnen en netten. Maar voor de broodnodige publiciteit werd eerst Peter (van Rodijnen) erbij gehaald om dit te filmen. Er was wel even een misverstandje; ik vond een blauwtipje en bij het fotograferen daarvan lag ik in de weg. Dit was namelijk mijn eerste blauwtipje op de wrakken. Ook de eitjes vond ik erbij.
Okay, dat was gedaan. Langzaam zwierven we wat ruimer verspreid maar in zichtafstand van de gids lijn weer terug. De stroming kwam ondertussen langzaam opzetten. Lager op de zandbodem vond ik heel kleine slangsterretjes en veel zandgrondeltjes. En als je naar nog kleinere diertjes gaat kijken, zie je dat alles op het wrak krioelt van de hele kleine porseleinkrabbetjes, spookkreeftjes en slijkgarnaaltjes. Terug bij de ketels onderzocht ik het andere exemplaar, en daarbij vond ik een leuke sponspootkrab. Ook een heel leuke waarneming. Nu ik toch vlakbij was, keek ik even of de luipaardgrondel nog thuis was. Dat was ze, maar ondanks van tevoren instellen kon ik haar alsnog met moeite op afstand fotograferen. Daarna kwamen we weer in de buurt van het anker van de boeilijn. Hier zwierven we nog een tijdje rond zo lang als de duikplanning het toe liet. Duikdiepte is toch een constante 27 meter, dus daar moet je rekening mee houden. Behalve het verwijderen van lijnen en netten houdt DDNZS zich ook bezig met het oprapen van verloren sportvisserslood. Weinig mensen realiseren zich hoeveel er namelijk verloren wordt op die sportvistripjes.
Ook op dit wrak zag het eruit alsof het ‘gehageld’ had, zo vol lag het met honderden brokken vislood en kleurrijk kunstaas in alle mogelijke vormen. Betty had een speciaal mandje mee om die blokjes te rapen, maar uiteindelijk kan je er slechts een beperkte hoeveelheid van mee nemen omdat het al gauw te zwaar wordt. Uiteraard bleef ik daarbij doorgaan met onderwaterleven monitoren (wat een rotklusje toch, hehe) Ik vond een aantal zeemargrietjes, kleine witte anemoontjes die je ook enkel ver op de Noordzee kan aantreffen. En onder een balk lag een tweede gehoornde slijmvis. Ik maakte wat snapshots van de steenbolken door gewoon mijn camera tussen de scholen te duwen.
Dan besloten we om op te stijgen. Het zakje vol lood hingen we aan een knoop aan de boelijn, en hogerop hingen we onze stop in een aantrekkende stroming uit. Het aan boord klauteren met een zware dubbelset op je rug terwijl de stroming je benen van de trap af probeert te sleuren is altijd even een gedoe. Maar daarna hielpen we een handje bij de andere terugkerende duikers en het omhoog halen van de boei.
Er kwam nog een andere kleine gelegenheid tot een goede daad voorbij, in de vorm van een set feestballonnen. Let wel, we lagen in orde van grootte ongeveer 20 mijl uit de kust. We hebben die ballonnen uit het water gevist, voordat ze gaan bijdragen aan de microplastics vervuiling in de zeeën.
Die dag maakten we nog een twee mooie duik op het wrak van de ‘Panagro’, iets dichter bij de kust. Minder diep, helaas minder zicht, maar ook heel veel variatie aan leven op ontdekt. Die duik is op zich al een apart verhaaltje waard. Maar in ieder geval vaarden we na afloop onder een prachtige paarse wolkenlucht van de vlammende najaarszonsondergang en volle maan terug naar Scheveningen.