Expeditie Borkumse Stenen 2019 – De kop is eraf
«Ik voel me klein en nietig door al het geweld, maar ook sterk en stoer. » De Expeditie Borkumse Stenen kent geen rustig begin. De eerste blog van Klaudie Bartelink.
Het is 19:30 en het expeditieschip Cdt. Fourcault schommelt flink heen en weer. Bekers vallen om en de duiksets op het dek worden extra stevig vastgesnoerd. De meeste expeditieleden liggen stil in hun kooi. Ogen dicht en rusten. De een met een primatoertje, anderen met gemberthee of een pleister achter het oor en een enkeling gebruikt zelfs een zetpil. Alles om zeeziekte te voorkomen. Ik ben een van de gelukkigen die er geen last van heeft, dus pak ik pen en papier om een blog te schrijven voor onze trouwe volgers aan wal.
Om 13:00 zijn we op de eerste duikplaats, het wrak van de Queenford. Ik spring van het dek 3 meter naar beneden en plons de Noordzee in. De golven zijn hoog, de bijboot vaart langs en klapt hard op het water en 500 meter verderop staat een enorm productieplatform. Ik voel me klein en nietig door al het geweld, maar ook sterk en stoer. Ik heb ontzettend veel zin om te duiken. Ik moet me concentreren om de boeien in het vizier te houden. Het ene moment zijn ze zichtbaar en het andere moment zitten ze achter een muur van water. Samen met Harold, mijn buddy en lichtman, daal ik langs de lijn naar beneden.
We landen op het achtersteven van het wrak en volgen de gidslijn richting boeg. Links en rechts zie ik plukken warrelnet zweven in het water met de boeitjes er nog aan. Grote stofwolken komen ons tegemoet. Een teken dat de supportduikers voor ons bezig zijn met het wegsnijden van de netten. Sjoerd en Ernst proberen samen zo snel en goed mogelijk een postzak te vullen. Terwijl ik dit film, wordt er aan mijn vin getrokken. Ik draai me om en zie een enorm grote kluwen met verschillende kleuren en soorten netten, boeitjes, loodblokken, vishaken en lijnen. Melchior en Ben hebben zo te zien flink geoogst. Ze krijgen hulp van Wouter die extra hefballonnen gaat zoeken. Ook ik laat mijn filmtaak even voor wat het is en ga achter een hefballon aan. Ik hoop maar dat Harold nog kan volgen waar ik mee bezig ben. We zien namelijk geen hand meer voor ogen en dan wordt de communicatie lastig. Ik tik Betty aan en gebaar dat ik haar hefballon nodig hebt. Ze snapt meteen wat ik bedoel en geeft direct gehoor. Heerlijk dit teamwork met mensen met wie ik al jarenlang dit soort duiken maak.
Met moeite vind ik plaats terug waar de supportduikers zijn. Ze vullen de ballonnen en slepen, duwen en trekken het vistuig soepel richting anker. Daar zie ik nog veel meer zakken hangen van de andere buddyteams. Zelfs de biologen hebben een flinke hoeveelheid lood geborgen. Rustig stijg ik op. Als ik mijn hoofd boven water steek, zie ik dat de golfhoogte verder is toegenomen. De duiklift zwenkt gevaarlijk heen en weer. Ik ben dan ook opgelucht dat alle duikers na een half uurtje weer veilig op dek staan. We hebben met z’n allen vandaag 200 kg afval geborgen. De expeditie is begonnen!
Tekst: Klaudie Bartelink