Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Natuur

De nieuwkomers onder de vlokslakken: hoe gaat het met ze?

De Gekraagde vlokslak is een nieuwkomer sinds 2012. In 2014 en 2015 werd hij veel gezien, maar de soort lijkt nu alweer over zijn hoogtepunt heen. De Verborgen vlokslak is ook een recente, maar veel zeldzamere nieuwkomer. Deze lijkt het nu juist net iets beter te doen. In 2018 is hij op drie locaties in de Oosterschelde aangetroffen.

De Gekraagde vlokslak is in 2012 voor het eerst in de Zeeuwse Delta waargenomen en lijkt nu alweer te verdwijnen.

In de Nederlandse kustwateren komen vijf soorten zeenaaktslakken voor uit de familie van de vlokslakken (Aeolidiidae). Behalve twee grote soorten die tot 12 centimeter worden, kennen we inmiddels ook drie kleinere soorten vlokslakken, die hoogstens 4,5 centimeter worden. De Kleine vlokslak (Aeolidiella glauca) wordt al sinds 1949 jaarlijks in het late voorjaar en de zomer waargenomen. De andere twee zijn recente nieuwkomers. In 2012 is de Gekraagde vlokslak (Aeolidiella alderi) erbij gekomen; in 2014 werd de eerste waarneming van de Verborgen vlokslak (Aeolidiella sanguinea) gemeld. In met name 2014 en 2015 werden grote aantallen dieren en eiersnoeren van de Gekraagde vlokslak in de centrale en westelijke Oosterschelde gevonden. Sindsdien zijn de waarnemingen echter sterk achteruit gegaan; dit jaar zijn er nog maar enkele dieren en eiersnoeren gezien. Het lijkt erop dat de soort die in 2012 als 56ste Nederlandse zeenaaktslak op onze faunalijst is gezet, nu alweer aan het afnemen of mogelijk zelfs aan het verdwijnen is. Het is niet bekend wat daarvan de oorzaak is. Mogelijk zijn de omstandigheden in de Nederlandse kustwateren voor deze soort toch niet goed genoeg om zich goed te kunnen vestigen.

De Verborgen vlokslak werd vanaf de eerste waarneming in 2014 tot en met 2017 maar op één enkele locatie in de noordwestelijke Oosterschelde en steeds in zeer kleine aantallen aangetroffen. De dieren werden hier uitsluitend in ondiep water, tussen drie en tien meter diepte, gevonden. Dit jaar werden er echter ook op twee andere duiklocaties in de noordwestelijke Oosterschelde meerdere dieren en eiersnoeren aangetroffen, ook in dieper water tot circa twintig meter. Het lijkt er dus op dat deze soort zich, zij het zeer langzaam, verder in de Oosterschelde aan het verspreiden is. Toch zullen de meeste sportduikers slechts zelden deze dieren of hun eiersnoeren aantreffen. Dat is, gezien de Nederlandse naam van de soort, ook te verwachten: anders dan de Kleine en de Gekraagde vlokslak leven de individuen van deze soort verstopt onder of in lege oesterschelpen. Daar worden ook de karakteristieke eiersnoeren afgezet. Slechts zelden hebben we gezien dat de aanwezigheid van de Verborgen vlokslak werd verraden door op de bovenzijde van oesterschelpen of ander substraat afgezette eiersnoeren.

De Verborgen vlokslak is in 2018 op drie verschillende duiklocaties in de Oosterschelde aangetroffen.

Exotische nieuwkomers uit bijvoorbeeld Azië of Amerika, vestigen zich hier regelmatig op een invasieve wijze. Binnen enkele jaren zijn deze soorten dan massaal aanwezig en hebben zich al definitief gevestigd. Voor West-Europese soorten die hier door bijvoorbeeld klimaatverschuivingen als nieuwe soort arriveren, is het vaak veel moeilijker om zich te vestigen. Zij leven hier op de rand van een voor hen geschikte leefomgeving. Aantallen blijven kleiner, en soms komen ze hier maar tijdelijk voor.

Rond deze tijd van het jaar kunnen alle drie de kleinere soorten vlokslakken tegelijkertijd in de Oosterschelde worden aangetroffen. De Kleine vlokslak wordt nu ook veelvuldig in het Grevelingenmeer gezien en is ook bekend van andere Zeeuwse Deltawateren (niet in het Haringvliet). De soorten lijken sterk op elkaar, maar kunnen op basis van de volgende kenmerken goed van elkaar onderscheiden worden. Met name de eiersnoeren van de drie soorten zijn zeer onderscheidend.

De Kleine vlokslak heeft witte pigmentvlekken langs de voetrand. Het witte pigment op de uiteinden van de vier kopuitsteeksels, rhinoforen, loopt door tot halverwege deze uitsteeksels. Eiersnoeren worden meestal afgezet in een regelmatige linksgewonden spiraal, bestaande uit een gelatineuze witte draad met weinig insnoeringen.

De Kleine vlokslak wordt sinds 1949 jaarlijks en op veel plaatsen in de Zeeuwse Delta aangetroffen.

De Gekraagde vlokslak heeft geen wit pigment langs de voetrand. Het witte pigment op de uiteinden van de vier kopuitsteeksels zit alleen op de bovenste helft van de uitsteeksels. Daarnaast heeft hij oranje pigment op de uiterste punt van de bovenste kopuitsteeksels, over de lengte van de voorste koptentakels, en op de uiteinden van de rugpapillen (cerata). De eiersnoeren zijn karakteristieke gelatineuze, onduidelijk georganiseerde spiralen, met daarin paarsgewijs lichtroze tot oranje bolletjes.

De Gekraagde vlokslak is met name te herkennen aan het kleine oranje vlekje op de top van de rhinoforen, de twee slanke uitsteeksels boven op de kop.

De Verborgen vlokslak heeft geen wit pigment langs de voetrand. Het witte pigment op de uiteinden van de twee bovenste kopuitsteeksels loopt niet verder door dan tot hooguit over een derde van de lengte. De uiterste punt is ook wit. De eiersnoeren lijken op die van de Kleine vlokslak, maar hebben meestal meer insnoeringen en worden slordiger afgezet.

De Verborgen vlokslak is lastiger te herkennen: karakteristiek is het korte stukje met wit pigment op de top van de rhinoforen.

Meer informatie over deze en alle andere Nederlandse soorten zeenaaktslakken is te vinden op de websites van Blauwtipje.nl en Stichting ANEMOON. Op beide websites kunnen ook alle waarnemingen van deze soorten gemeld worden.

Tekst en foto’s: Peter H. van Bragt, Blauwtipje.nl en Stichting ANEMOON 

Anemoon Stichting logo RGB_websiteDit artikel is uitgebracht door Stichting ANEMOON en met toestemming overgenomen van Nature Today.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief