Biodiversiteit natuurlijke schelpdierbank in beeld gebracht
In de Noordzee vormen schelpdierbanken oases van biodiversiteit binnen woestijnen van zandbodems. In de afgelopen twee eeuwen zijn deze bijna volledig verloren gegaan. In 2016 werd een natuurlijke schelpdierbank ontdekt aan de noordzeezijde van de Brouwersdam. Op 13 oktober startten vrijwilligers met monitoring, waarbij ook het grote publiek kon meegenieten van het bijzondere onderwaterleven.
In het begin van de 19e eeuw waren er nog volop oesterbanken in onze Noordzee. Delen van de zeebodem – buitengaats in de open Noordzee, in de Zeeuwse wateren en plaatselijk in het Waddengebied – waren toen nog bedekt met banken van de platte oester (Ostrea edulis). Door overbevissing en later ook door ziektes zijn deze banken verdwenen. Daardoor ging een groot deel van de biodiversiteit verloren. De oesterbanken gaven immers een stevig houvast aan veel organismen, waaronder sponzen, zeeanemonen, hydropoliepen, zakpijpen en wieren. Behalve houvast, boden de banken schuilgelegenheid aan slakken, krabben, kreeften en vissen en vormden ze een prima plek voor veel dieren om zich voort te planten en op te groeien. Grote rovers als zeekatten, haaien en roggen konden zich tegoed doen aan een overdaad aan prooidieren. Met het verdwijnen van dit vroeger florerende ecosysteem verdween een deel van de rijkdom en biodiversiteit in ons Noordzeegebied.
Streven naar herstel en onderzoek
ARK Natuurontwikkeling en het Wereld Natuur Fonds (WNF) hebben zich ten doel gesteld weer oesterbanken terug te brengen in de Noordzee. Tijdens een zoektocht naar geschikte locaties voor deze herintroductie van oesterbanken werd in 2016 onverwacht een natuurlijke schelpdierbank aangetroffen aan de noordzeekant van de Brouwersdam. Deze bank is vermoedelijk in de laatste 15 jaar ontstaan doordat in de Brouwersdam een spuisluis is aangelegd. Daardoor kon water met larven van zowel de platte oester als de Japanse oester (Magallana gigas – tot voor kort Crassostrea gigas) vanuit het Grevelingenmeer de Noordzee bereiken. Door de noordelijke reststroom kwamen de larven aan de noordkant van de Brouwersdam terecht, waar zij zich in de luwte van de blokkendam konden settelen. Hoogstwaarschijnlijk hebben Japanse oesters dat het eerst gedaan, waardoor ze geschikt substraat vormden voor platte oesters. Omdat deze bank uniek is binnen de Noordzee en omdat ARK en WNF ook elders schelpdierbanken willen realiseren, is het van belang te weten hoe deze bank is ontstaan en hoe deze zich in de toekomst verder gaat ontwikkelen. Daarom ondersteunen ARK en het WNF het monitoringsonderzoek.
Schelpdierbankdag
Op 13 oktober 2018 werd de eerste Schelpdierbankdag georganiseerd door RAVON, Stichting ANEMOON en de Nederlandse Onderwatersport Bond. Deze dag vormde de start van de monitoring van deze bank door vrijwilligers. Het weer was optimaal: weinig wind en ook nog eens uit oostelijke richting. Ook de dagen daarvoor was het weer uitzonderlijk goed geweest. Onder water was het zicht optimaal zo’n vijf meter; dit kwam doordat het meeste slib was bezonken. Maar liefst 83 duikers en een snorkelaar deden als vrijwilliger mee aan deze inventarisatie. De 2,8 kilometer lange bank was verdeeld in acht secties en bij iedere sectie gingen rond 11:30 uur circa tien duikers te water. Weer boven water gekomen vertelden de duikers met groot enthousiasme over de schoonheid en diversiteit van al het leven op de bank. ’s Middags kwamen de duikers weer terug in de grote zaal van het ‘Informatiecentrum Grevelingen’ van Staatsbosbeheer. Daar werden de waarnemingen – vaak vastgelegd op foto of video – besproken met experts en werden ze ingevoerd via het invoerportaal van het Monitoringproject Onderwater Oever (MOO).
Resultaten
Inmiddels is bekend dat er in het weekend van de Schelpdierbankdag in totaal 152 soorten zijn waargenomen: 27 soorten wieren, vooral roodwieren; 18 soorten neteldieren, waaronder 10 soorten zeeanemonen; 18 soorten weekdieren; 26 soorten kreeftachtigen, waaronder 11 soorten krabben; 10 soorten zakpijpen; 23 soorten vissen en 40 soorten uit tal van andere diergroepen. In het Annual Report Voordelta (pdf; 4,2 MB) uit 2017 worden 85 soorten genoemd. Het grootste deel daarvan werd ook tijdens de Schelpdierbankdag teruggevonden, aangevuld met nog eens 67 soorten die hier niet eerder gevonden waren. Geconcludeerd kan dus worden dat de Schelpdierbankdag een groot succes was, alleen al vanwege het grote aantal nieuw waargenomen soorten op deze bijzondere locatie.
Aan een rapport over de onderzoeksresultaten wordt nog gewerkt. Hierin worden ook de verdeling van de soorten over de verschillende secties en de aantallen waarin de soorten zijn aangetroffen behandeld.
Paganelgrondel
Eén bijzondere soort willen we even apart noemen: de paganelgrondel (Gobius paganellus). Dit visje werd hier in opmerkelijk hogere aantallen aangetroffen dan in de Oosterschelde en het Grevelingenmeer. Na de eerste waarneming (in 2003 in de Oosterschelde) werd de soort maar zelden waargenomen. Pas in 2017 kwamen er zowel uit de Oosterschelde als uit de Westerschelde vaker waarnemingen. Deze grondelsoort kende over het algemeen een meer zuidelijke en westelijke verspreiding. Het lijkt er nu op dat het dier bezig is zich permanent te vestigen voor de Nederlandse kust en in de Zeeuwse wateren.
Veel publiek
Een van de lezingen, gegeven door Ernst Schrijver van ARK, over het belang van schelpdierbanken (Bron: Adriaan Gmelig Meyling)
Naast het verzamelen van waarnemingen vormde educatie ook een belangrijk onderdeel van de Schelpdierbankdag. Behalve de 84 duikende ‘Citizen scientists’ werd deze dag bezocht door nog ruim drienhonderd andere bezoekers. Zij konden het leven op een schelpdierbank aanschouwen in de dertig aquaria die opgesteld waren in het Informatiecentrum Grevelingen. Daarnaast kon men deelnemen aan workshops over sponzen, zeeanemonen en wieren en waren er lezingen over het belang van schelpdierbanken, de Centrale oestergronden en de soorten die op schelpdierbanken kunnen worden aangetroffen.
De Schelpdierbankdag was zowel voor de duikers als voor de andere deelnemers zeer geslaagd en geweldig leerzaam. Het was een evenement dat figuurlijk smaakt naar meer… meer oesters en al wat er op leeft.
Tekst: Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON, Sanne Ploegaert, RAVON, Manon Noordeloos, NOB, Luna van der Loos, Stichting ANEMOON en Desmond van Santen, NOB
Foto’s: Sanne Ploegaert, RAVON; Floris Bennema; Marion Haarsma; Adriaan Gmelig Meyling, Stichting ANEMOON
Dit artikel is uitgebracht door Stichting ANEMOON en met toestemming overgenomen van Nature Today.