BioBlog: Zeedruifjes en meloenkwallen
Kwallen, menigeen komt er liever niet mee in aanraking. Maar weet je dat ribkwallen geen netelcellen hebben. Floor en Martijn van ScubaBio vertellen je meer.
De Zeedruif (Pleurobrachia pileus) en Meloenkwal (Beroe gracilis) behoren tot de “Ribkwallen”. Een andere bekende stam van het dierenrijk is die van de “Neteldieren”, waar onder andere de schijfkwallen (bijv. Oorkwal) toe behoren. Ribkwallen bezitten echter geen netelcellen (gespecialiseerde cellen die harpoentjes uit kunnen schieten), maar gebruiken cellen met een kleefstof om hun prooi te vangen. De tentakel beweegt vervolgens met prooi en al naar de mond. Ribkwallen danken hun naam aan de gekamde ribben op het lichaam en zijn een op zichzelf staande groep.
De kammen met trilharen lopen van de top tot bijna onder aan het lichaam. De ritmische beweging van deze kammen zorgt voor de voortbeweging. Deze rijen trilhaartjes kunnen schitterend oplichten als het zonlicht of het licht van je lamp er op valt. De mond bevindt zich aan de onderzijde van het lichaam. De soorten hebben een verschillend voedselpatroon. Opvallend is dat Meloenkwalletjes zich voeden met Zeedruiven. En doordat de Meloenkwal doorzichtig is, kun je soms zeedruifjes in het lichaam zien zitten.
Zeedruif
– Rond tot ovaal lichaam met een lengte van 2-3 cm
– Geveerde tentakels/ vangarmen met daarop plakcellen
– Voedsel: zoöplankton, met name kreeftachtigen
Meloenkwal
– Langwerpig lichaam met een lengte van 10 cm.
– Géén tentakels
– Voedsel: Zeedruifjes
Wanneer
Ribkwallen zijn hermafrodiet (tweeslachtig). Eicellen worden in het water bevrucht en uit de eieren komt direct een klein ribkwalletje. Dit vindt plaats in het vroege voorjaar; daarom zal je deze soort voornamelijk in het voorjaar kunnen waarnemen. Meloenkwallen voeden zich met Zeedruifjes en hun voorkomen is daarom afhankelijk van het voorkomen van Zeedruifjes (zie grafiek). Meloenkwalletjes zijn vooral aan te treffen van mei tot september.
Waar
In Nederland worden de ribkwallen algemeen aangetroffen in ondiep water langs de hele kustlijn, vaak dicht bij de kust. Om de soorten te kunnen vinden, is het verstandig om in de waterkolom te kijken. Het zijn immers geen bodembewoners.
Weetjes
Er bestaan in Nederland ook nog enkele andere soorten ribkwallen. Deze exoten zijn van oorsprong niet bekend in de Nederlandse wateren. Een voorbeeld hiervan is de zeer algemeen voorkomende Amerikaanse ribkwal (Mnemipsis leidyi – foto onder). Deze soort wordt sinds 2005 in Nederland waargenomen. De soort is goed bestand tegen brakke wateren en is zelfs tot in de Amsterdamse grachten doorgedrongen.
Een andere exoot is de Kortlob-ribkwal (Bolinopsis infundibulum), maar deze wordt zeer zelden, en enkel in de Waddenzee waargenomen.
Martijn Spierenburg en Floor Driessen zullen onder de naam ScubaBio geregeld voor invulling van de rubriek BioBlog op Duikeninbeeld zorgen. Door de BioBlogs zul je meer leren over soorten, diergroepen of andere aspecten van het onderwaterleven in Nederland.
Martijn is in 1998 op Curaçao aangestoken met het ‘duikvirus’. Sinds 2006 duikt hij actief, het hele jaar door, in Nederland. Hij is zowel boven als onder water veel met zijn hobby’s biologie en fotografie bezig. Floor is al vroeg in de onderwaterwereld verzonken geraakt en is inmiddels bijna afgestudeerd als Mariene biologe. Ze heeft onderzoek gedaan naar de verspreiding van kwalpoliepen in Nederland en een taxonomisch onderzoek uitgevoerd met zeenaaktslaksoorten.
Samen zijn zij op verschillende vlakken zeer fanatiek vrijwilliger voor Stichting ANEMOON en Stichting Duik de Noordzee schoon en tevens aangesloten bij de Biologische Werkgroep van de NOB. Graag beduiken zij zowel Grevelingen, Oosterschelde als Noordzee om daar te zoeken naar de kleine ecologische aspecten die het leven onder het wateroppervlak zo interessant maken. Samen vormen zij “ScubaBio”, van waaruit zij kennis en onderwaterbeelden delen, door o.a. cursussen te geven en deze blogs te plaatsen.