Noordzeespons aangetroffen in Oosterschelde
Sportduikers hebben in de Oosterschelde complexen van de vijgspons aangetroffen. Het zijn opmerkelijke waarnemingen omdat de soort zeer regelmatig op wrakken in de Noordzee wordt aangetroffen maar zich niet in de Oosterschelde lijkt te kunnen vestigen. De Oosterscheldekering vormt voor veel zeedieren een slecht te passeren barrière en heeft een grote invloed op de ecologie van de Oosterschelde.
Hoewel er een open verbinding is tussen de Oosterschelde en de Noordzee, zien we dat voor veel soorten zeedieren de open Oosterscheldedam een bijna niet te passeren barrière vormt. De breedpootzwemkrab en de kleine heremietkreeft zijn hier typische voorbeelden van. Ze worden regelmatig tot vaak op de stranden van bijvoorbeeld de Zeeuwse kust en in de Noordzee aangetroffen, maar we zien ze niet in de Oosterschelde. Door de kering zijn de ecologische omstandigheden in de westelijke Oosterschelde zoveel anders dan in de noordzeekustzone dat veel soorten zeedieren die in het kustgebied van de Noordzee veelvuldig voorkomen, zich niet aan de oostelijke kant van de Oosterscheldekering laten zien of kunnen vestigen.
De vijgspons (Suberites ficus (Johnston, 1842)) is op zich geen bijzondere soort voor het Nederlandse kustgebied. Vaak worden er grote complexen aangetroffen op wrakken in de Noordzee. De vijgspons is dus ook zo’n noordzeesoort die zich moeilijk lijkt te kunnen vestigen in de Oosterschelde. De soort wordt tot dicht op de kust aangetroffen. In de Oosterschelde, zelfs vlak achter de Oosterscheldekering, is het echter een zeer zeldzame soort. Dat we deze zomer drie complexen in de westelijke Oosterschelde hebben aangetroffen, is daarom bijzonder te noemen.
De vijgspons lijkt een eenvoudig te herkennen soort. Maar omdat in Noordwest-Europa nog twee andere soorten voorkomen die er erg veel op lijken, is een eenduidige determinatie niet altijd eenvoudig. De vijgspons heeft een meer of minder bolvormig uiterlijk ter grootte van een aardappel. De kleur is vaak lichtbruin tot beige. Meestal groeien er meerdere bollen bij elkaar die een complex vormen. De Wigspons (Suberites virgultosus) en de aardappelspons (S. carnosus) lijken qua uiterlijk sterk op de vijgspons. Om een goede determinatie te kunnen uitvoeren, moet je een stukje sponsweefsel oplossen in chloor. Dan lossen de cellen op, maar blijven de spiculae, de naaldjes die het inwendige skelet van de spons vormen, intact. Die naaldjes moet je vervolgens met een microscoop bekijken. Op de onderstaande foto zijn de spiculae van een van de in de Oosterschelde aangetroffen sponzen te zien.
De spiculae van de wigspons, die ook uiterst zelden in de Oosterschelde is aangetroffen, vormen ook naaldjes met een bolletje op een van de uiteinden. In dit geval zijn die bolletjes niet glad maar bezet met kleine puntige stekels. De spiculae van de aardappelspons zijn qua vorm helaas nagenoeg identiek aan die van de vijgspons. Echter, als je die spons onderwater aanraakt krimpt het tot ongeveer een kwart van het volume in elkaar. Bij de vijgspons is dat veel minder: bij aanraking krimpt die tot hooguit driekwart van het oorspronkelijke volume. Het sterk inkrimpen van de spons bij aanraking is bij de recent aangetroffen sponzen niet waargenomen. We hebben dus kunnen concluderen dat er nu een klein aantal vijgsponzen in de Oosterschelde aanwezig is. Of die zich hier verder gaan uitbreiden en voor langere tijd gaan vestigen, is nog maar de vraag. Dat is in het verleden bij de zeldzame waarnemingen van de wigspons ook niet gebeurd. Andere typische Noordzeesoorten zoals de priktolhoren, Helmkrab, zeemuis, wrattige mosdierslak, margrietje en de ringsprietgarnaal, die ook in het kustgebied van de Noordzee aanwezig zijn, werden in het verleden in kleinere aantallen en kortstondig in de Oosterschelde aangetroffen, maar hebben zich er niet definitief kunnen vestigen. Daarmee is de lijst van niet-succesvolle vestigingen in de Oosterschelde zeker nog niet volledig. Hoewel de Oosterscheldekering is aangelegd om de natuurwaarde van de Oosterschelde te behouden en zeker een veel beter alternatief is ten opzichte van een geheel gesloten dam, blijkt ook uit deze waarnemingen dat de Oosterscheldekering een grote beperkende invloed heeft op de ecologie en biodiversiteit van de westelijke Oosterschelde ten opzichte van de noordzeekustzone.
Stichting ANEMOON vraagt sportduikers uit te kijken naar mogelijk nog meer exemplaren van de vijgspons in de Oosterschelde. Deze waarnemingen en alle andere waarnemingen van zeedieren kunnen via de website van Stichting ANEMOON of in het Telmee Register worden aangemeld.
Tekst: Peter H van Bragt, Stichting ANEMOON
Foto’s: Paul Engels (opening); Peter H van Bragt
Dit artikel is uitgebracht door Stichting ANEMOON en met toestemming overgenomen van Nature Today.