Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Content / Materiaal

Welke decoboei kies je?

Decoboeien zijn in verschillende uitvoeringen verkrijgbaar. Maar welke kies je? Waar moet je op letten?

Met een decoboei laat je anderen aan de oppervlakte zien waar jij onder water zit. Dat doe je voor je eigen veiligheid én voor de veiligheid van andere watergebruikers.

In de praktijk trek je de boei een stukje onder water – je hangt er immers aan. Zeker als er golven staan, moet de boei boven de golven uit komen. Hoe langer de boei, des te beter je zichtbaar bent. Als je op zee duikt (op vakantie of in de Noordzee), kies dan een boei van minimaal 180 cm lengte.

Los van de lengte, zijn er drie soorten boeien. Je kunt kiezen uit een open, een halfgesloten of een gesloten boei.

Bij een open boei is de onderzijde, zoals de naam al aangeeft, open. Zo kun je de boei met behulp van de tweede trap vullen. Makkelijk! Maar het nadeel ervan is dat als de boei aan de oppervlakte omvalt, de lucht ook makkelijk ontsnapt waardoor de boei plat op het oppervlak komt te drijven.

Een halfgesloten boei is open aan de onderzijde, maar heeft aan de binnenkant een eendenbek die voorkomt dat de lucht er makkelijk uit loopt.

Een gesloten decoboei kun je alleen opblazen met de mond of een inflatorslang. Door een inflatorslang tegen het ventiel te plaatsen blaas je de boei op met de lucht uit je fles. Wil je de boei met de mond opblazen, dan moet je de nippel van het ventiel indrukken. Een gesloten boei heeft altijd een ontluchtventiel met trekontluchter zodat je de boei na gebruik kun laten leeglopen.

De meeste decoboeien zijn oranje. Het belangrijkste is dat de boei een signaalkleur heeft die van grote afstand zichtbaar is. Een oranje boei zal op zee beter zichtbaar zijn dan een zwarte of grijze. Naast oranje boeien zijn er ook boeien in andere neonkleuren verkrijgbaar, zoals geel of felroze.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief