Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duiken

Vuurdoop in Zeeland

Duik je alleen tijdens je vakantie? Heb je nog nooit in Nederland onder water gekeken? Dat gold ook voor Eline van Haastrecht. Wij vroegen haar het toch eens te proberen.

Wat eraan vooraf ging….

Ik heb in 1998 mijn PADI Open Water brevet gehaald in Byron Bay, Australië, een paar honderd kilometer onder het Grote Barrière Rif. Tijdens mijn allereerste duik werd ik verrast door zandtijgerhaaien, wobbegongs en kleurige koralen. Het water had een temperatuur van 25 graden en we konden toe met een shorty om ons warm te houden. De grootste uitdaging was om niet in paniek te raken van het slechte zicht: 12 meter op die eerste winderige dag.

In de jaren na het halen van mijn Open Water brevet ben ik een echte vakantieduiker geweest: om het jaar (soms twee jaar) een paar duiken maken, achtereenvolgens op plekken zoals de oostkust van Australië, de Canarische Eilanden, India, Sardinië, en Thailand. Hoewel – of misschien omdat – de divemasters die me meenamen het niet altijd zo nauw namen met de regels (in Australië en Thailand heb ik meermaals tot 35 meter gedoken, in India en Spanje zijn mijn duiken niet eens geregistreerd), heb ik voor mijn gevoel altijd toegekund met mijn simpele Open Water brevet.

eline3Vorig jaar had ik voor het eerst een echte duikvakantie gepland, naar Kroatië, waar ik dan toch eindelijk mijn PADI Advanced heb gehaald. Tijdens die trip had ik het geluk dat zowel mijn buddy als de instructeur geen genoegen nam met mijn beperkte interesse in de meer technische kant van het duiken (‘ik ben gewoon niet goed in navigatie’), en heb ik in die tien dagen meer geleerd over wat duiken nou echt inhoudt, dan in al die jaren daarvoor, en er bovendien plezier en interesse in gekregen.

Bereneline5

Hoewel ik niet zo’n frequente duiker ben, heb ik het sinds mijn allereerste duik steeds weer een geweldige activiteit gevonden. Ik heb in de loop der jaren dan ook meerdere keren navraag gedaan bij de NOB over de mogelijkheden om in lid te worden van een vereniging om ook in Nederland de onderwaterwereld te gaan verkennen. Maar uiteindelijk ben ik nooit lid geworden, en zag ik vooral beren op de weg. Duiken in Nederland is te duur, want je moet je eigen uitrusting compleet hebben voor je ook maar ergens het water in kan. Als je wilt duiken in Nederland, dan moet je lid zijn van een vereniging en iedere week twee keer trainen en ieder weekend duiken – een (te) grote tijdsinvestering. Het water in Nederland is te koud, er zijn stromingen, en er is nauwelijks zicht, dus: duiken in Nederland is gevaarlijk en je moet eerst jaren trainen voor je hier iets kan. Je moet een droogpak aan. En bovendien, als je al die obstakels dan hebt overwonnen, wat kun je nou eigenlijk helemaal verwachten? Bruine en grijze tinten, kleine visjes en hier een daar een garnaal? Nauwelijks de moeite waard!

eline4Ondanks al die bezwaren bleef ik het toch na iedere duikervaring jammer vinden dat ik niet ook in Nederland mijn duiken kon bijhouden. Daarnaast houd ik me in mijn werk bezig met de Noordzee, en vecht ik zelf tegen alle vooroordelen die mensen hebben over de Nederlandse onderwaterwereld. De zee is grijs, koud en leeg, hoor je vaak. Niet waar, weet ik.

Toen tijdens een vrijwilligersvergadering van het North Sea Filmfestival gevraagd werd of er mensen aanwezig waren die wel in het buitenland gedoken hadden, maar nog nooit in Nederland, en die interesse hadden in een kennismaking met het duiken in Zeeland, was ik meteen enthousiast. Dat wil ik zeker wel eens proberen! Niettemin was mijn eerste gedachte dat ik hoopte dat het wel in de zomer zou zijn, want het zou vast heel koud zijn. En of ik dan in een droogpak zou moeten duiken?

De Witte Boulevard

Begin juli was het zover. Samen met Casper Haarmans reisde ik vanuit de Randstad naar Renesse, Zeeland, om samen met de mensen van De Witte Boulevard twee duiken te maken in het Grevelingenmeer. Vooraf was alles goed geregeld: we konden overnachten in een van de accommodaties op het terrein, duikuitrustingen waren aanwezig, en we zouden goed begeleid worden door Lydia en haar team. De aankomst was zeer hartelijk en Lydia’s man Leendert maakte ons meteen duidelijk dat er in Renesse geen plaats is voor Randstedelijke stress en dat we maar eerst even in de relax-modus moesten komen. Na de lunch maakten we kennis met Lydia en Jan-Willem en konden we onze pakken en uitrusting passen.

eline3  eline9

Ik was eigenlijk meteen verbaasd. Alles zag er ontzettend nieuw en mooi uit – wat nogal een verschil is met de spullen die ik gewend ben tegen te komen in het buitenland. Maar, het pak waarin ik het water in zou gaan was 7 mm dik, en in de Adriatische Zee had ik ook met een 7 mm pak gedoken, maar wel nog met een extra jasje van nog eens 7 mm er overheen. Was dit pak voor Zeeland niet veels te koud? Er werd me verzekerd dat dit meer dan voldoende was.

Vuurdoopeline7

In de middag gingen we met het busje van De Witte Boulevard op weg naar de eerste duikplek: Den Osse. Daar aangekomen was het even wennen. Tot nu toen had ik alleen bootduiken gemaakt, maar het parkeerterrein bij Den Osse was redelijk gevuld, en men was zich daar ter plekke in uitrustingen aan het hijsen. Er was een trap over de dijk, en daar achter een steiger die het water inliep. Dit werd duidelijk geen boot-duik, maar een dijk-duik!

Lydia nam Casper voor haar rekening, terwijl Jan Willem en ik samen het water in zouden gaan. We spraken van te voren de route door (rechtsaf langs de dijk richting de reef balls), en klommen toen in duikpak en uitrusting de dijk over voor de sprong in het water. Het eerste wat opviel: het was helemaal niet koud (19 graden) en ik vond het zicht helemaal niet zo slecht. Hoewel we maar een meter of drie konden kijken, was er genoeg te zien, en de kleuren groen, geel en rood voerden de boventoon. Er zaten grappige geknikte aasgarnaaltjes, grondeltjes, zakpijpen, oesters, en krabben. Wat dieper, en in de reef balls (een kunstmatig rif), zaten ontelbare kreeften (Europese zeekreeft) die behoorlijk groot waren en ieder hun holletje bewaakten. We kwamen nog een groene zeedonderpad tegen en een mooie oranje Noordzeekrab, en ook de weduwroosjes heb ik goed bekeken.

eline10Het moeilijkste aan de duik vond ik het trimmen. We zaten tijdens de duik grotendeels tussen de 3 en de 6 meter (maximale diepte tijdens de duik was 8 meter), en ik had net iets te weinig lood aan m’n riem, waardoor ik iedere keer dat ik diep ademhaalde, meteen naar bovenschoot. Dat gebeurt niet zo snel als je op je 10 meter zit. Ook viel me op dat we trager doken dan ik doorgaans gewend ben, waardoor het belangrijk is om goed stil te kunnen hangen. Waarschijnlijk is het – omdat het zicht toch iets minder is – leuker en veiliger om je langzamer voort te bewegen. Het was een net iets andere manier van duiken, dus even wennen, maar toen we na ruim drie kwartier besloten naar de oppervlakte terug te keren, vond ik het jammer: ik had nog genoeg lucht, en ik had nog wel willen blijven!

Bij terugkomst in Renesse en het spoelen van de pakken, hebben Casper en ik een rustige avond in het dorp doorgebracht en de WK-wedstrijd Paraguay-Spanje gekeken, om daarna bijtijds te gaan slapen en de volgende ochtend weer fris te zijn voor de tweede duik.

Van grondels tot druipzakpijpen

eline2Om half tien, na een kopje koffie in het duikcentrum, gingen we richting het Dreischor-gemaal. Het was een zonnige dag, en bij de duikplek bleek dat wij niet de enigen waren die het een goede dag voor een duik hadden gevonden. We kleedden ons om op het parkeerterrein en klommen weer de dijk over. Ditmaal was er geen steiger, maar we konden via een touw het water in lopen, over de stenen. De duik was redelijk vergelijkbaar met de duik van de dag ervoor, maar ik had veel meer rust (en een kg extra lood) om beter te trimmen, en ik kon daardoor de zwarte grondels die beschutting zochten in lege oesters beter bestuderen. Er waren weer veel aasgarnaaltjes, krabben en kreeften, maar daarnaast zagen we ook een aantal oorkwallen, zeeappels en anjelieren. Op de palen van het gemaal zelf zaten interessante druipzakpijpen. Het was een mooie zonnige ochtend en ik heb genoten van het licht in het water en de kleuren die daardoor naar boven kwamen. Bovendien had ik het warm in mijn pak – iets wat ik echt nooit verwacht had! Na dik een uur hadden we het rondje naar het gemaal en terug afgemaakt en kwamen we weer aan de oppervlakte.

Op De Witte Boulevard vulden we samen met Lydia en Jan Willem onze logboeken in. In de duikshop waren genoeg boeken aanwezig over het onderwaterleven in Zeeland, en die hebben we dan ook gebruikt om nog eens goed op te zoeken wat we allemaal hadden gezien. Vrienden van Lydia en Leendert kwamen nog buurten en vertelden dat (aan de Oosterschelde-kant) ook veel naaktslakjes te vinden zijn. Daar was ik tijdens mijn laatste duikvakantie door gefascineerd geraakt (klein, maar zo ontzettend mooi!), en die zou ik dan ook heel graag een keer zien!

eline6  eline8

Voor herhaling vatbaar?

Samengevat vond ik mijn eerste duikervaring in Nederland een groot succes en zeker voor herhaling vatbaar. Al mijn vooroordelen zijn overboord: het is niet koud, het zicht is voldoende, er is genoeg kleurrijks te zien, je hoeft geen speciaal pak aan, en je kunt ook gewoon af en toe een weekendje duiken, onder begeleiding als je dat wilt, en zelfs als je nog niet een complete uitrusting bezit. Ik heb al geïnformeerd bij De Witte Boulevard wat de mogelijkheden zijn om eventueel nog wat specialty’s te halen (zoals getijdenduiken om de Oosterschelde in te kunnen), en er zijn legio mogelijkheden. We zijn uitstekend verzorgd en begeleid en ik vond het ontzettend gezellig.

Duiken in Nederland? Ik ben om!

Bij De Witte Boulevard kun je terecht voor introducties en opleidingen, maar je kunt er ook, zoals Eline, samen met een instructeur kennismaken met het duiken in Nederland en Zeeland in het bijzonder. De Witte Boulevard biedt hiervoor speciale arrangementen aan, eventueel in combinatie met verblijf in het vakantiepark.

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief