Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Duiken

Vijf tips voor een negatieve afdaling

Er zijn van die duiken dat een negatieve afdaling of negative entry een must is. Waar moet je op letten?

Een directe negatieve afdaling is een afdaling met een negatief drijfvermogen – je hebt geen lucht in het trimvest. Zo’n afdaling kan om verschillende redenen noodzakelijk zijn – bijvoorbeeld slechte omstandigheden aan de oppervlakte, sterke stroming of zoals bij een recente nachtduik van mij een aantal haaien die op het licht van de boot afkwamen en nieuwsgierig aan de oppervlakte rondcirkelden.

Dit zijn enkele punten waar je op moet letten als een negatieve afdaling nodig is.

Zorg voor voldoende lood.

Je hebt geen tijd om even rustig uit te loden aan de oppervlakte en er nog een kilootje bij te vragen. Zorg dus dat je vóór deze duik je lood gecheckt hebt. Neem bij twijfel een kilo extra mee.

Zorg dat je klaar bent om af te dalen.

Laat voordat je het water in springt, alle lucht uit je vest en houd je masker en ademautomaat tijdens de sprong vast.

Houd je lichaam recht als je het water raakt, en adem in het water direct uit.

Uitademen is belangrijk want hoe leger je longen, des te minder drijfvermogen je hebt. Zodra je een stukje onder water bent, kun je weer gewoon ademen. Indien nodig, kun je dan ook wat lucht in je vest laten om een te snelle afdaling te voorkomen en je drijfvermogen te regelen.

Klaar je oren vroeg en vaak.

Zodra je onder water bent, klaar je je oren. Dat blijf je herhalen. Bij een negatieve afdaling heb je vaak geen referentielijn, dus zorg dat je comfortabel bent met een vrije afdaling, en houd de afdaling gecontroleerd.

Let op je buddy.

Bij een negatieve afdaling daal je enkele meters af. Je zorgt dat je de controle over je drijfvermogen hebt en wacht op een afgesproken diepte op je buddy zodat jullie samen verder kunnen afdalen.

Nog een extra tip...

Om terug te komen op mijn nachtduik met de haaien nog een extra tip: als er een speciale reden is voor een snelle afdaling, dan is er misschien ook wel een reden dat je snel het water moet kunnen verlaten.
Mij werd voor de duik duidelijk gemaakt dat het niet wenselijk was om aan de oppervlakte te liggen spartelen terwijl er haaien rondzwommen. Dus gingen maakten we een snelle negatieve afdaling.

De duik was prachtig, al zagen we eenmaal onder water geen haai meer… tot we bij de ankerlijn van de boot terugkwamen. Daar zaten we dan op onze knietjes op de zandbodem elkaar aan te kijken. Want in het licht van de boot boven ons, zagen we de haaien weer rondcirkelen. Ook nu was aan de oppervlakte rondspartelen geen goed plan. Maar daar hadden we vooraf niet over nagedacht…

Na een lichtelijk gespannen veiligheidsstop besloten we naast elkaar toch vrij snel naar de oppervlakte te zwemmen, ieder onder een van de trappen van de boot. Gelukkig stonden daar mensen klaar die tot dezelfde conclusie gekomen waren als wij. Zodra ik mijn hoofd boven water stak, werd ik door vele handen met duikset en al op de boot getild. Voordat de haaien ons doorhadden, stonden we aan boord. Ik had mijn les geleerd: denk niet alleen na over hoe je het water in gaat, maar ook over hoe je er weer uit komt!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief