Tijgerhaaien: imposant én dichtbij
Fuvahmulah is dé plek in de Malediven om met tijgerhaaien te duiken. Robert Riewald dook er onder.

“Go down fast, stay close to the group and keep an eye out into the blue”, zegt onze gids Shah als we op het punt staan van de boot te springen. Ondanks de duidelijke en geruststellende briefing is het in het water dan toch spannend als je weet dat er hier heel veel tijgerhaaien zijn. We zwemmen op een meter of 10 diepte in de richting van het rif. Al snel zien we onder ons de eerste schaduw: de eerste tijgerhaai gespot! Hij zwemt rustig door en is niet in ons geïnteresseerd.
Wij zwemmen ook verder, op weg naar de plek waar we hopelijk de tijgerhaaien kunnen bewonderen. We zijn bij de ingang van de haven van Fuvahmulah, een klein (circa 5 km2) eilandje met ongeveer 9.000 inwoners, helemaal in het zuiden van de Malediven. Vanaf Malé, de hoofdstad van de Malediven, is het nog een kleine 1,5 uur vliegen met een binnenlandse vlucht.
Rond Fuvahmulah wordt veel kleinschalig op tonijn gevist: vanaf kleine bootjes met (hand)lijnen. De vis wordt van oudsher bij de haven schoongemaakt en het afval (kop en ingewanden) wordt in zee gegooid. Daar kwamen (tijger)haaien op af en uiteindelijk is iemand op het idee gekomen om dat te gebruiken voor duikmogelijkheden. Het mes snijdt nu aan 2 kanten: de vissers krijgen betaald voor de restanten en de toerismesector en de duikscholen profiteren van de toestroom van duikers. Afbeeldingen van tijgerhaaien vind je overal op eiland: je kunt ze niet missen!



— De laatste tip die we meekrijgen: mocht er een haai te dichtbij komen, maak dan met je hand een stopgebaar of ga zwaaien, dan zwenkt ie af… —
Tijgerhaaien kunnen erg groot worden: circa 6 meter lang en ze kunnen 800 kg wegen. Gelukkig staan mensen niet op het menu, leren we tijdens de uitgebreide (veiligheids)briefing. Wél zijn ze erg nieuwsgierig en zeker geïnteresseerd in felle kleuren. Flitsen is (helaas) niet toegestaan, want daar kunnen ze geagiteerd van raken en dat wil je met zulke grote beesten liever niet. Verder gaat er een heel team van gidsen mee die alles rondom in de gaten houden: tijgerhaaien doen niets liever dan je van achter besluipen, wordt gezegd. De laatste tip die we meekrijgen: mocht er een haai te dichtbij komen, maak dan met je hand een stopgebaar of ga zwaaien, dan zwenkt ie af…


Vanaf de boot zwemmen we langs het rif tot nabij de haven. In de buurt van de haveningang is op circa 8-10 meter diepte een kleine verhoging op de bodem, waar we als duikers achter kunnen zitten. Geen koralen alleen losse stenen dus we kunnen niets beschadigen. Op circa 3 meter voor ons ligt een hoopje grote stenen, achter ons gaat het rif vrij steil naar beneden tot 400 m diepte. Als we gesetteld zijn en er zijn geen haaien in de buurt, blaast een van de gidsen z’n octopus af: het teken voor de boot om ter plaatse te komen en een paar tonijnkoppen overboord te gooien. De gids vangt ze op, zwemt snel naar het hoopje stenen en legt de koppen eronder. We hoeven niet lang te wachten: al snel komt de eerste tijgerhaai z’n opwachting maken. Wat is ie groot en hij komt wel erg dichtbij! Hij kijkt ’ns onderzoekend naar het groepje duikers, zwemt ons voorbij en cirkelt dan rond het hoopje stenen. Ongetwijfeld op zoek naar de bron van die heerlijke geur. Al snel komen er meer tijgerhaaien op af. Ze naderen inderdaad van alle kanten en ik ben blij dat de gidsen ze allemaal in de gaten houden, zodat ik rustig kan fotograferen. Het team doen dit iedere dag (en er is nog nooit wat gebeurd) maar ik sta zelf toch niet te trappelen om zo in de vrije ruimte te zweven terwijl de tijgerhaaien om me heen zwemmen. De aanvankelijke spanning slaat bij mij al snel om in enthousiasme: geweldig om dit mee te maken! De haaien zijn zich zeker bewust van de duikers, ze kijken steeds naar ons maar vinden de geur van de tonijnen interessanter.


De plek waar we als duikers zitten is uitstekend voor observatie maar qua fotomogelijkheden wat uitdagender. Je fotografeert een beetje tegen de zon in en dat zonder flitsers. Bovendien woelen de haaien regelmatig de bodem om, dus er zweven veel deeltjes in het water. Betekent dat er in de nabewerking nog het een en ander moet gebeuren. De haaien komen zo dichtbij dat je echt een groothoeklens nodig hebt (ik heb een 14-35 mm gebruikt). Soms zou je ze zelfs kunnen aanraken (niet doen!) en ze zwemmen zelfs ook over je heen. Zelf vind ik het leuk om te zien dat er behoorlijk wat verschil zit in de foto’s die tegen het licht in en welke met de zon mee zijn genomen, zoals deze twee foto’s van het hetzelfde (zwangere) vrouwtje tegen het licht in en met het licht mee. Bij deze laatste komt de tekening op de flanken veel meer tot leven.


Regelmatig zie je haaien met (restanten van) haken en draad in hun bek. Dit is een gevolg van het happen in het aas van de tonijnvissers: nadat de tijgerhaaien dat hebben gepakt, zwemmen ze meteen weg en breken dan de vislijn. Het restant blijft in de bek achter. De gidsen proberen zo af en toe zo’n haak te verwijderen maar daar hebben de haaien niet altijd zin in. Nadat we circa 30 minuten van het schouwspel genoten te hebben, haalt een van de gidsen de tonijnkop onder de stenen vandaan (als de haaien uit de buurt zijn) en legt deze op de grond. Al snel wordt de kop dan door een haai opgeslokt. Bijzonder om te zien, is dat hun ogen wegdraaien als ze hun prooi grijpen. Daarna gaan de haaien weg en kunnen wij rustig terugzwemmen naar de boot.


Net als bij manta’s zijn tijgerhaaien te identificeren aan hun tekening/vlekken op de huid en/of andere opvallende kenmerken zoals bijvoorbeeld een beschadigde of afwijkende rugvin. De individuen worden geregistreerd en bijgehouden. Zo zijn er inmiddels circa 280 verschillende tijgerhaaien gespot en voorzien van een naam. Zo is deze haai Jawgina genoemd, naar haar gebroken kaak. Dit wordt allemaal bijgehouden door Pelagic Divers Fuvamulah. Je kunt je eigen foto’s insturen: heb je een nog niet eerder geregistreerd exemplaar gefotografeerd, dan mag je er zelf een naam voor bedenken!

Naast de tijgerhaaien zijn er ook manta’s en voshaaien te bewonderen rond Fuvahmulah. Deze laatste zitten vaak wel dieper dan 30m. Over diep gesproken: tijdens onze allereerste duik zagen we een molamola, naar schatting op een meter of 50 diep (ben zelf niet zo diep geweest). De gidsen hadden die daar nog niet eerder gezien. Tot slot worden er vanaf april vaak walvishaaien gezien. Verder nog de gebruikelijke rifvissen (hele fotogenieke school vleermuisvissen aan de noordkant van het eiland). Voor uitbundige koraaltuinen is dit echter niet de juiste plek.
Wat kun je nog meer doen op Fuvahmulah?
Fuvahmulah is erg klein maar er zijn toch (uniek in de Malediven) twee zoetwatermeren. Bij een ervan kun je een waterfiets huren, wandelen, etc. Wij vonden het leuk om op een scooter een dagje het eiland te verkennen. Er zijn prachtige idyllische plekjes te vinden. Er zijn diverse hotels en guesthouses en een behoorlijke keus aan restaurants. Als je toch naar de Malediven gaat, zou je een paar dagen Fuvahmulah prima kunnen combineren met bijvoorbeeld een liveaboard of een resort op een ander eiland. Reken voor dat laatste wel op een behoorlijke prijs.

Tekst én foto’s: Robert Riewald.
2 reacties
Edwin van der Sande
Wow, erg indrukwekkend en gaaf Robert!
Sonja
Lijkt mij zo geweldig.
Met haaien te zwemmen.
Of in de kooi te gaan.
Nig steeds een gekoesterde wens.