Snotolf en slakdolf in de startblokken
De winterperiode wordt door een aantal vissoorten op onze kust bij voorkeur gebruikt om zich voort te planten. Dit geldt ook voor de snotolf en de slakdolf.
Ze staan in de startblokken, de vissen die wij de illustere namen snotolf en slakdolf hebben gegeven. Buiten hun voortplantingsperiode in de winter worden deze twee soorten niet tot slechts zeer beperkt waargenomen. Nu breekt voor sportduikers die zich niet geremd voelen door de sterk gedaalde watertemperatuur de periode aan om van de anatomische schoonheid van snotolf en slakdolf, hun paringsgedrag en meer of mindere broedzorg te genieten.
De snotolf is een vissoort die gedurende het jaar ver op de Noordzee verblijft en in de late herfst pas richting ondiepe kustwateren trekt om zich hier voort te planten. Recent is de eerste snotolf al weer gesignaleerd in de Oosterschelde en gedurende december en januari zullen dat er nog veel meer worden. Ze trekken ook in kleinere aantallen door de spuisluis van de Brouwersdam naar de Grevelingen. In deze winterperiode vind op de kust de paring plaats. De mannetjes snotolven zoeken in ondiep water eerst een geschikte locatie voor de einesten. Soms is dit zo ondiep dat ze bij laagwater bijna droog komen te liggen. Ze maken de nestplaats schoon en wachten met hun karakteristiek roze tot oranje paaikleed op de komst van een vrouwtje. Als een groter en grijs gekleurd vrouwtje zo’n kandidaat aantreft en ook aantrekkelijk vindt, kunnen ze tot het paringsritueel overgaan.
Het vrouwtje zet op de door het mannetje schoongemaakte broedplaats een eiklomp af dat door het sperma van de partner bevrucht wordt. Zij trekt vervolgens verder, mogelijk op zoek naar nog meer partners om dit te herhalen en zal geen bijdrage leveren aan de broedzorg. Spoedig daarna trekt ze weer naar de Noordzee om de volgende winter weer naar de kust te trekken om dit te herhalen. Broedzorg is de taak van het mannetje. Die blijft achter om gedurende één tot twee maanden het nest te bewaken tot de eitjes uitkomen om daarna ook weer snel naar de Noordzee te verdwijnen. Er zijn ook waarnemingen bekend van snotolven die meerdere einesten bewaakten, dus de mannetjes lijken ook niet altijd trouw aan een partner te zijn. Januari tot maart is de periode om de snotolven op hun einesten in Oosterschelde en Grevelingen te bewonderen. Snotolven zijn na vijf jaar geslachtsrijp en kunnen zeker dertig tot veertig jaar oud worden. De jaarlijkse paaitrek zullen ze dus vaker maken.
De slakdolf doet het iets anders. Hij paait ook in de winter. Maar ’s zomers groeien de kleine slakdolfjes in de diepere delen van onder andere de Oosterschelde op om rond deze tijd naar de ondiepere randen te trekken. Daar zijn recent de eerste volwassen exemplaren al weer aangetroffen. Spoedig zullen deze dieren gaan paren en vaak op Geweispons hun eitjes afzetten. Slechts een zeer korte periode na het afzetten van de eitjes blijven de ouderdieren in de buurt van de eitjes. Echte broedzorg kent deze soort niet want de ouderdieren gaan spoedig na de paring dood. Het is een vis die slechts een jaar oud wordt en daarom is dit het seizoen om de volwassen dieren te kunnen bewonderen.
’s Zomers worden slechts schaars juveniele dieren door sportduikers waargenomen. Zo kent deze barre periode ook onder water haar eigen specifieke schoonheid en natuurlijke fenomenen waar sportduikers ondanks de kou alleen maar in de winter van kunnen genieten.
Foto’s: Edwin van der Sande (openingsfoto) en Peter H. van Bragt (overige foto’s)