René Weterings – Star Wars-scène in de Oosterschelde
Bij het zien van jonge pijlinktvissen dacht Duikreporter René even dat hij in een scène van Star Wars terecht was gekomen.
Datum: 29-10-2021
Duiklocatie: Bergse Diepsluis
Een voor mij nieuw diertje spotten in de Oosterschelde, dat leek mij wel wat. Maar toen ik besefte hoe vroeg ik daarvoor mijn bed uit moest, kon ik bijna niet anders dan mijzelf voor gek verklaren.
Hoe dan ook, ik zag afgelopen weken mooie foto’s voorbijkomen van kleine dwergpijlinktvissen (of wellicht zijn toch jongen van de gewone pijlinktvis) en die heb ik zo klein sowieso nog niet gezien. Dat welke soort het ook is, ik blijf bij mijn plan om op een vreselijke tijd mijn bed uit te kruipen om in de ochtend nog een volledige nachtduik te kunnen maken.
Mijn wekker staat op 4.30 uur, maar ik heb een onrustige nacht en ben al voor de wekker wakker. Met enige tegenzin stap ik uit bed, maar nadat ik mijn ontbijtje op heb krijg ik steeds meer zin en heb ik goede hoop. In alle vroegte, en dus in het pikkedonker, rijd ik weg richting het eiland Tholen. Op de weg ben ik zeker niet alleen, maar de parkeerplaats is aardedonker en compleet leeg. Alleen een paar hazen kiezen het hazenpad zodra ze mij aan zien komen. Het is een heldere nacht geweest, ik zie de maan en sterrenbeeld Orion aan de hemel staan en bedenk me dat dit goed past bij de dwergpijlinktvisjes. Dat lijken net Imperial cruisers uit de Star Wars films vind ik. Snel kleed ik mij om op deze koude, donkere en winderige ochtend.
De wind heeft grip op de Oosterschelde, het golft een beetje. Het mag geen naam hebben en al vanaf de trap zie ik dat het water goed helder is. Enigszins gespannen van de hoge verwachtingen stap ik het fris aanvoelende water in en doop ik mijzelf in de donkere onderwaterwereld. Mijn duiklamp snijdt ver door het water, het zicht is erg goed. Amerikaanse ribkwalletjes werpen een valse schaduw op de zandbodem, waardoor ik wat afgeleid ben van mijn zoektocht. Ik glijd langzaam naar beneden, de helling volgend. Krabbetjes rennen onder mij weg en al na een paar minuten zie ik de eerste sepiola speels op het zand zitten. Ik gebruik deze sepiola om de instellingen op de camera en flitsers goed te zetten, zodat ik op alles voorbereid ben. Door enkele tips weet ik ongeveer hoe ik moet zoeken en wát ik zoek en zet koers naar het oosten, hoewel het westen ook had gekund.
Systematisch gebruik ik mijn duiklamp als een zoeklicht en beweeg langzaam van links naar rechts. Hee, alweer een sepiola! En nog een en nog een. Ok, nu geloof ik het wel hoor…haha. Ik maak diverse foto’s, maar ik wil er dit keer niet teveel tijd aan verliezen en zoek verder. Ik passeer wat sepiatentjes en ineens denk ik iets te zien. Wat een vreemde beweging, zou het dan toch raak zijn? Ik kijk nog eens goed en ja hoor, in de verte zie ik als een schim in het laatste lamplicht een heel klein, bijna doorzichtig pijlinktvisje. Het zou wat mij betreft ook een jong kunnen zijn van de gewone pijlinktvis, het verschil is van deze afstand niet te zien. Wat gaaf zeg, helaas is het beestje weg nadat ik weer opkijk van achter mijn camera. Kans gemist, want het diertje is in geen velden of wegen meer te bekennen. Maar goed, gezien is gezien, ik vind het nu al leuk. Vol goede moed duik ik verder en warempel, niet veel later vind ik er weer eentje. Ook deze heeft geen zin om fotomodel te zijn, dus blijft het bij een leuke maar korte ontmoeting.
Na dik drie kwartier duiken draai ik om en ga ik iets ondieper terug, nadat ik eerst nog een toertje langs een parcours van sepiatentjes heb gedaan. Die zijn nu bewoond door strandkrabben en hooiwagenkrabben. Af en toe heeft een zeenaald zich sierlijk over de stokken gedrapeerd, maar dat was het dan. In de buurt van het platform vind ik een derde dwergpijlinktvis en het geluk is met mij, ik kan een paar snelle shots maken. Helaas is het diertje niet in de stemming om lang bij me te blijven en verdwijnt snel de diepte in. Maar ik zie op de display van mijn camera een viertal aardige foto’s met het stof als een soort sterrenhemel, al zal ik de foto’s wel wat moeten snijden. Het diertje is te ver weg om beeldvullend te zijn. Dat stof laat ik maar lekker zitten in deze foto’s, ik vind het wel een leuke toevoeging als symbool voor de sterrenhemel van deze mini-Imperial cruisers. Wat een gave duik was dit, missie geslaagd! Ik besluit een tweede duik te maken, maar die is helaas niet succesvol, het daglicht heeft deze prachtige diertjes al verjaagd denk ik. In het ochtendzonnetje geniet ik na met koffie en spreek ik de eerste duikers die na mij komen. Daarna rijd ik voldaan weer naar huis.
PS: achteraf op de computer heb ik mijn foto’s bekeken en vergeleken met de uitleg van Bas van der Sanden en ben tot de conclusie gekomen dat het pijlinktvisje op mijn foto’s in ieder geval een jong is van de gewone pijlinktvis. 😉
Max. diepte 10,5 m, temp. 12 gr. C., zicht ca. 4-6 m, duiktijd 80 min Duik 1110
(Bergse Diepsluis, vrijdag 29-10-2021, 5.45 uur)
2 reacties
Ad Aleman
Mooie foto’s René
René Weterings
Dank je Ad!