Inloggen

Wachtwoord vergeten?

Reizen

Raja Ampat – In een zee van uitersten

Van reusachtige manta’s tot kreeftjes niet groter dan een zandkorrel: de zee bij Raja Ampat zit vol leven – groot en klein. In twee delen neemt Rob Aarsen je mee in een zee van uitersten.

Er zit een ieniemienie klein zeepaardje in een struikje wier vlak voor mijn neus. Hooguit vier millimeter groot met een gedrongen lijfje en neusje, wit met gele en rode vlekken en met kleine zwarte kraaloogjes. Een Pontohi, heb ik me laten vertellen. Ze zijn enorm verlegen en hebben een voorkeur voor ondiepe plekken in de stroming of deining. Voor een fotograaf een even begeerlijk als moeilijk onderwerp. Om te beginnen vind je ze niet zelf, daar heb je een gids bij nodig die weet waar en hoe hij moet kijken. Eenmaal in de zoeker zie ik het beestje aan de lopende band salto’s maken rond het wiertakje waaraan het zich vasthoudt. Even stilzitten is er niet bij. Foto’s maak ik op de gok in de hoop dat er een scherpe bij zit. En als ik even achter op het scherm van de camera kijk ben ik de Pontohi kwijt en begint het zoeken overnieuw. Dit is al het einde van de avondduik; de vierde duik van deze dag. Een tankdruk van minder dan tien bar en het wachtende avondeten maken dat ik de duik afbreek, zonder scherpe foto dan maar. Morgen komen we terug.

Vier koningen
We zijn bij de duikplaats Mioskon, een rots in de Dampier Strait tussen de eilanden Waigeo en Batanta. Samen met Salawati en Misool zijn dit de ‘Vier Koningen’ – Raja Ampat in het Indonesisch. De Raja Ampat archipel is een gebied van veertigduizend vierkante kilometer lege zee vol eilandjes en kalksteen rotsblokken. Het ligt tussen de Stille Oceaan in het oosten en de Indische Oceaan in het westen en wordt wel gezien als het hart van de koraaldriehoek die heel Indonesië, de Filipijnen, Maleisië en de Solomon Eilanden omvat. De koraaldriehoek staat bekend als het Amazonewoud van de zee met een biodiversiteit die je nergens anders ter wereld tegenkomt. De rijkdom is het grootst bij Raja Ampat. Biologen telden er meer dan 1500 soorten vis en 537 soorten koraal. Het is een oude, woeste zee waar alles draait om jagen, vreten en gevreten worden.

RajaAmpat Rob Aarsen-29

Eerste verkenningen
De reis erheen kost minstens twee dagen. Ik had een dag speling ingebouwd voor het vertrek van onze charter om eventuele vertraging op te vangen en aan het klimaat te wennen. Dat betekent een extra nacht in Sorong en een dag om rond te kijken in dit smerige havenstadje dat de lokale uitvalsbasis is voor vissers, houthakkers en toeristen. Stranden zijn er niet, wel een open riool dat de stad doorklieft en ergens in zee uitmondt. Het is er een en al bedrijvigheid met een grote steengroeve aan de rand van de stad, overal kleine winkeltjes, opvallend veel brommerwinkels en moderne kantoorpanden. Kerken en moskeeën staan gebroederlijk naast elkaar en op het hoogste punt staat een pagode die met een beetje goede wil kan doorgaan voor toeristische trekpleister. Aan twee zeemijnen naast de poort van een smetteloos wit complex leiden we af dat ook de marine hier een grote basis heeft.

Oogkassen
Raja Ampat is zo groot dat je het beste een bootsafari kunt nemen om het gebied te verkennen. Er is een zichtbaar verschil tussen het zuiden met zijn kleurrijke zachte koralen en gorgonen (de op planten lijkende zachte koralen), en het noorden waar de steenkoralen overheersen. Met een bootsafari heb je voldoende tijd om de bekende zuidelijke duikplaatsen in alle rust te bekijken. Boo Window is er zo een. Het is een groot formaat rotsblok dat uit de zee steekt met een kleine pukkel ernaast waar een boom op staat. Vlak onder de wateroppervlakte zitten twee grote gaten in het rotseiland waar je doorheen kunt zwemmen. We zijn aan de goede kant gedropt waardoor de zon achterlangs door de gaten schijnt en we in de voorgrond een paar mooie gorgonen hebben, een prima combinatie voor een groothoekfoto met gids Sandy als model. De twee eilandjes zijn onder water door een ondiep koraalplateau met elkaar verbonden. Hier zwemmen scholen gele snappers en neemt een gulzige bumphead parrotfish grote happen uit de bodem. Een schildpad zwemt voorbij en vindt kennelijk iets lekkers op een rotsblok vol oranje zachte koralen. Hij begint hele stukken los te trekken en naar binnen te werken, en eet zelfs de kruimels op die hij laat vallen. Inmiddels is de zon weg en vallen er zelfs een paar druppels regen. Door de afslag te nemen naar de andere kant van het eiland ben ik de rest van de groep en de gidsen kwijtgeraakt maar daar maakt niemand zich druk om. Een van de zodiacs heeft me al in de gaten en pikt me op, om me een paar minuten later af te leveren op de Indo Siren.

RajaAmpat Rob Aarsen-17

Adembenemend
Bij de afdaling voor de tweede duik bij de Daram Eilanden land ik bovenop een zeeslang. Het is een prachtig zilver-zwart gestreept dier van zo’n twee meter lang. Ze schijnen slecht te kunnen zien en zijn voor mensen relatief ongevaarlijk omdat ze kleine giftanden hebben die achter in de bek staan. Deze zwemt bij me vandaan en ik trek een sprint om een rotsblok heen in de hoop op een frontale foto. De slang steekt echter zijn kop in een hol en komt er niet meer uit. Ik verleg mijn aandacht naar de zachte koralen en gorgonen op de steile wand die tot 25 meter doorloopt, waar een zandbodem begint. De wand staat helemaal vol en koraalkolonies en veersterren in rood, wit, geel, oranje en paars vechten om een plekje. Grote wolken glasvisjes glinsteren ertussen. Het is zo’n adembenemend schouwspel dat ik het vlieg-gebaar van buddy Roan Stoel negeer en me volledig concentreer op het landschap. Pas na de duik begrijp ik dat Roan wilde zeggen dat er boven ons hoofd nog een oceanic manta zwom.

RajaAmpat Rob Aarsen-34

Gesmeerd
De Indo Siren is een hardhouten ‘Phinisi’ van veertig meter lang, met de hand (en zonder bouwtekeningen) gemaakt op Makassar. Ze is onderdeel van de Siren Fleet van de Nederlander Frank van der Linde, die ook opereert in de wateren bij Fiji, Palau, de Filipijnen en Truk. De schepen zijn allemaal ontworpen met het oog op duiksafari’s. Iedereen heeft een eigen plek op het overdekte voordek waar de set opgebouwd blijft staan en bergruimte is voor de losse spullen. Ertussen is een open ruimte met twee matrassen waar de camera’s liggen. Als je op het achterschip zit te eten worden de spullen gespoeld en de tanks gevuld zodat je daarna alleen maar in je pak en set hoeft te stappen voor de volgende duik. Er is evenveel bemanning aan boord als er gasten zijn en de organisatie loopt gesmeerd. Acht keer op een dag gaat de bel: vier keer om te eten en vier keer om te duiken. Doordat de crew zo goed op elkaar is ingespeeld is dat ritme goed vol te houden zonder het idee te krijgen dat je wordt opgejaagd. Na de vierde duik wacht Joe, de hofmeester, ons op met een verwarmde handdoek en een beker warme chocola en is de kilte van de avondduik snel verdreven.

RajaAmpat Rob Aarsen-26

Walhalla voor fotografen
De voorzieningen voor de fotografen aan boord zijn optimaal. In de grote salon zijn goed verlichte cameratafels met een massa stopcontacten en ook voor iedereen weer een eigen lade om de fotospullen in op te bergen. Er staat zelfs een compressor met airbrush om het stof van de lenzen te blazen. Bij iedere briefing is er aandacht voor de foto-omstandigheden en geven de duikleiders advies of je groothoek of beter macro kunt fotograferen.

Tekst en foto’s: Rob Aarsen.

Klik op een foto om deze groot weer te geven en de diavoorstelling te starten.

Benieuwd naar het verdere verhaal? Klik hier!

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Velden met * zijn verplicht *

Nieuwsbrief