Nieuw: De Hemelsblauwe knotsslak
Afgelopen Paasweekend ontdekte een Belgische vrijwilligster van Stichting ANEMOON een 7 millimeter groot zeenaaktslakje dat er ondanks het kleine formaat duidelijk anders uitzag dan alle andere soorten zeenaaktslakken die zij al eerder duikend in de Nederlandse kustwateren had waargenomen.
Dit kan kloppen, want uit nader onderzoek uitgevoerd door Stichting ANEMOON blijkt dat de gevonden soort nog nooit eerder in onze wateren is aangetroffen en dat het gaat om de eerste waarneming van Cuthona caerulea op de Nederlandse kust. Aangezien deze soort nog geen Nederlandse naam had, stellen we hierbij voor het dier ‘Hemelsblauwe knotsslak’ te noemen, analoog aan het woord caerulea in de wetenschappelijke soortnaam, dat een hemelsblauwe kleur aangeeft.
Bij nader onderzoek van het nieuw in de Westelijke Oosterschelde aangetroffen slakje konden de volgende typische kenmerken worden vastgesteld: korte koptentakels, lange rhinoforen en op de rug gezwollen papillen (cerata). Dit alles is indicatief voor een vertegenwoordiger van de familie Tergipedidae, waarvan de vertegenwoordigers in het Nederlands naar de vaak knotsvormige rugpapillen bekend staan als ‘knotsslakken’. Het kleurpatroon van de papillen is kenmerkend voor deze soort. De kleur van de cnidosac, het topje van de papillen, is opvallend geel. Daaronder zit een blauw segment, begrensd door een oranje band. En daaronder heeft de onderste helft van de papillen een groene kleur.
Met deze kenmerken kon vervolgens worden vastgesteld dat het hier een exemplaar van Cuthona caerulea betrof: een soort die nog niet eerder op de Nederlandse kust was aangetroffen. De kleur blauw zien we niet zo vaak bij zeenaaktslakken. Dit karakteristieke kenmerk is hoogstwaarschijnlijk daarom in 1804 door de Engelse bioloog George Montagu (1753 –1815) gebruikt in de wetenschappelijke naam. In het Latijn wordt met ‘caerulea’ donkerblauw of blauwgroen aangeduid, als afgeleide van het woord caelulum (caelum) dat ‘hemel of lucht’ betekent. Het blauw van de slak kan daarmee het beste worden omschreven als ‘hemelsblauw’, waarnaar de nu door Stichting ANEMOON voorgestelde Nederlandse naam verwijst.
De Hemelsblauwe knotsslak wordt gemiddeld 10 millimeter groot en is bekend van de gehele West-Europese kust, van Noorwegen, Zweden en de Britse eilanden tot Portugal en in de westelijke Middellandse zee. Wat dat betreft zou je kunnen zeggen dat het slechts een kwestie van tijd was voordat het dier ook in de Nederlandse kustwateren zou worden aangetroffen. Dit exemplaar is aangetroffen op een klein restantje van een afgestorven hydroidpoliepje dat niet meer op naam te brengen is. In de literatuur worden als specifiek voedsel voor deze soort hydroiden van het geslacht Sertularella genoemd, met in het bijzonder Sertularella polyzonias (de ‘Valse zeeden’). Deze specifieke soort is nog niet met zekerheid levend aan de Nederlandse kust gemeld en alleen bekend van op het Nederlandse strand aangespoelde exemplaren. Tenminste één andere verwante Sertularella soort komt wel op onze kust voor en wordt mogelijk ook als voedsel door de Hemelsblauwe knotsslak gebruikt. Toekomstige waarnemingen moeten ons leren of er naast dit ene exemplaar nog meer Hemelsblauwe knotsslakken op onze kust voorkomen en of de soort zich hier thuis gaat voelen.
De mariene faunalijst is door deze vondst van de Hemelsblauwe knotsslak met weer een nieuwe weekdiersoort uitgebreid. In de afgelopen jaren hebben sportduikers en biologen gezamenlijk meerdere voor Nederland nieuwe soorten zeenaaktslakken aangetroffen. Bent u ook zo benieuwd wat de volgende soort zal zijn en wanneer en waar hij aangetroffen wordt?
Foto’s: Peter H. van Bragt,
Met dank aan Els Verstraete voor deze waarneming.